Van Vlaanderen tot Noord-Afrika: velduilen zijn nomaden
Velduilenkoppels blijven niet bij elkaar. Als hij nog in Vlaams broedgebied zit, kan zij al in Afrika zijn.
Als hij niet zo zeldzaam was, zou de velduil geregeld gezien worden. Het is een vrij grote uil die in open gebied jaagt en dikwijls in de schemer of zelfs overdag actief is. Je kunt de kans op dagactiviteit van een uil bepalen aan de kleur van zijn ogen: hoe donkerder die zijn, hoe meer het dier ’s nachts actief is. Een kerkuil heeft pikzwarte ogen, hem zie je zelden overdag, maar met zijn mooie gele ogen is de velduil gemaakt voor de dag.
Zoals veel uilen zijn velduilen fervente muizenjagers, en vooral veldmuizenjagers. Hoe meer muizen er zijn, hoe meer velduilenkoppels er broeden en hoe meer jongen ze groot krijgen. Zo was 2014 niet alleen een uitzonderlijk veldmuizenjaar, er broedden toen ook ongezien hoge aantallen velduilen in Vlaanderen, weliswaar uitsluitend in de Westhoek. Er werden eenentwintig territoria geregistreerd, waarin minstens veertig jongen grootgebracht werden – één nest had zelfs zeven jongen.
In 2019 was het weer prijs, op een wat kleinere schaal. Veldmuizenpopulaties komen in cycli van een jaar of vijftien, dus echt verrassend was het niet. Er werden dertien territoria van velduilen geregistreerd in hetzelfde gebied als in 2014. Zes nesten werden opgespoord en minstens negen jongen vlogen uit.
Velduilen zijn nomaden. Ze zwerven ogenschijnlijk willekeurig rond tot ze ergens veel muizen vinden.
Het is niet uitgesloten dat het succes hoger was, want velduilen zijn moeilijk te vinden in het broedseizoen. Alle uilen, zelfs een kanjer als de oehoe, kunnen tijdens het broeden zo discreet zijn dat veel mensen ze niet eens opmerken. Hun nesten lokaliseren is al helemaal een uitdaging, omdat velduilen de neiging hebben vrij ver van hun nest in de begroeiing te landen en een stukje ’te voet’ te gaan. Het is een reflex om hun nest te beschermen tegen pottenkijkers.
2020 was geen topjaar voor de soort, maar er zit continuïteit in het verhaal, want er werden toch twee nesten ontdekt, weer in de Westhoek, waaruit zeven jongen kwamen. Elders in Vlaanderen is de velduil vooral een schaarse wintergast, met weinig interesse om te broeden.
Wetenschappers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek konden de twee ouders van een nest in de Westhoek uitrusten met een satellietzender waarmee ze hun verplaatsingen continu kunnen volgen. Dat leverde al boeiende inzichten op. Het vrouwtje, Jenny gedoopt, vertrok in het begin van de herfst uit het broedgebied en werd relatief snel in Marokko gesignaleerd. Er zijn nog West-Europese velduilen in Noord-Afrika en zelfs ten zuiden van de Sahara terechtgekomen.
Jenny’s mannetje, Dieter geheten, hing half oktober nog altijd rond in het broedgebied. Er zit zelden lijn in het gedrag van velduilen: het zijn nomaden die ogenschijnlijk willekeurig rondzwerven tot ze ergens veel muizen vinden. De mannetjesvogel is genoemd naar Dieter Coelembier van de Vlaamse Landmaatschappij. De man speelt een grote rol in het succes van de velduilen. Om te vermijden dat nesten vernietigd worden door maaiactiviteiten, neemt hij contact op met de boeren op wier terrein de uilen broeden. De meesten van hen gaan graag mee in het vogelbeschermingsverhaal, wat hartverwarmend is.
Natuurbeschermers en landbouwers kunnen hand in hand mooie resultaten boeken als de wil er is om samen te werken. De boeren krijgen een financiële incentive voor hun inspanningen, wat hun gegund is. Dat de vogels veel muizen vangen, zal handig meegenomen zijn voor hun oogst.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier