Vaccinexpert: ‘Bloedstollingsprobleem is mogelijke bijwerking, maar zeer zeldzaam’
Volgens prof. dr. Niek Sanders is de bijzonder vreemde combinatie van trombose en trombocytopenie mogelijk een nieuwe bijwerking van het AstraZeneca-vaccin, maar wel eentje die zeer zeldzaam is.
Een nieuw opvallend element is opgedoken in de vaccinatiecampagne van het AstraZeneca-vaccin. Zes mensen onder de 50 jaar die onlangs in Denemarken en Noorwegen met het AstraZeneca-vaccin werden gevaccineerd, vertoonden een merkwaardig en ongebruikelijk ziektebeeld. Ze lijden tegelijkertijd aan zowel trombose (stolselvorming) als aan trombocytopenie (een verlaagd aantal bloedplaatjes dat de bloedstolling remt). Zo blijkt bijvoorbeeld uit de bloedanalyse van de 60-jarige Deense vrouw die aan een bloedstolling overleed, dat ze een laag aantal bloedplaatjes had, maar ook stollingen in kleine en grote bloedvaten en bloedingen. Ook in andere landen doken zulke gevallen op.
Een 30-tal anderen van de zowat 7 miljoen gevaccineerden in Europa kreeg dan weer te maken met trombo-embolische voorvallen zoals longembolie of diepveneuze trombose na vaccinatie met AstraZeneca. In het Verenigd Koninkrijk werden ook gevallen gerapporteerd met het vaccin van Pfizer/BioNTech. Het gaat om slechts enkele cases en niet meer dan in de niet-gevaccineerde populatie. Elk jaar ontwikkelen duizenden mensen bloedproppen op natuurlijke wijze. Het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA) benadrukt dan ook dat er geen bewijs is dat deze tromboses worden veroorzaakt door het vaccin.
Maar de zeldzame combinatie van trombose en trombocytopenie kan volgens het EMA dan weer niet definitief worden uitgesloten als bijwerking, vooral bij jongere vrouwen. Dat kan eerder te maken hebben met het feit dat er meer personen in die specifieke groep zijn gevaccineerd, zoals vrouwelijk zorgpersoneel. Het vaccin van AstraZeneca blijft evenwel “veilig” en “doeltreffend”, zegt het EMA. Volgens het agentschap wegen de voordelen van vaccinatie in de strijd tegen het coronavirus veel zwaarder dan de risico’s.
‘Er is wel degelijk een mogelijk verband’, zegt prof. dr. Niek Sanders van het Laboratorium voor Gentherapie van de UGent en expert inzake mRNA-vaccins. Volgens hem moet de oorzaak gezocht worden in de cytokines die ons lichaam aanmaakt bij het injecteren van genetische vaccins zoals dat van Pfizer/BioNTech, Moderna en AstraZeneca.
‘Het is nog nooit rechtsreeks aangetoond dat een genetisch vaccin een verstoring van de bloedstolling als mogelijke bijwerking heeft, maar door onze ervaring weten we dat deze vaccins cytokines opwekken én dat cytokines de bloedstolling beïnvloeden. Zo hebben we ooit cytokinetherapie uitgeprobeerd als kankerbehandeling bij honden en zagen we een impact op de bloedstolling. Als je weet dat genetische vaccins cytokines opwekken die door het lichaam geproduceerd worden, kunnen we aannemen dat bepaalde van die cytokines in specifieke hoeveelheden de bloedstolling kunnen verstoren. De reden dat dit niet werd aangetoond in de klinische studies van AstraZeneca is wellicht omdat deze bijwerking bijzonder zeldzaam is.’
Bovendien lijkt de combinatie van zowel trombose als trombocytopenie in de richting van cytokines te wijzen. ‘Cytokines kunnen wel degelijk zulke tegenstrijdige symptomen veroorzaken’, meent Sanders. ‘Sommige bevorderen de bloedstolling en andere veroorzaken trombocytopenie. Het hangt allemaal af van het type en de concentratie.’
Ook problemen bij Pfizer en Moderna
Het EMA doet ondertussen ook onderzoek naar meldingen van trombose en trombocytopenie bij het vaccin van Moderna en Pfizer/BioNTech, maar bij deze vaccins lijken de bloedstollingsproblemen minder talrijk. Hoe komt dat? ‘De eerste generatie mRNA-vaccins veroorzaakte eveneens een te hoge cytokineproductie. Men heeft ontdekt dat men dit kan verminderen door het mRNA goed op te zuiveren en te modificeren waardoor het minder lichaamsvreemd wordt en de respons van het aangeboren immuunsysteem minder sterk wordt. Was dit niet gebeurd, zouden we ook bij de mRNA-vaccins een hoge cytokineproductie zien met een hoger risico op bloedklontering als gevolg. Bovendien blijkt het vaccin ook minder goed te werken als er een te sterke eerste immuunrespons is. Zo’n modificatie bij het AstraZeneca-vaccin is moeilijker omdat de productie daarvan in cellen gebeurt. Aan mRNA-vaccins kun je veel makkelijker sleutelen.’
Wie zich zorgen maakt over mogelijke bloedaandoeningen door het vaccin, doet er goed aan extra waakzaam te zijn voor indicaties. Een bloedklonteringsreactie kan immers worden onderdrukt indien ze snel geïdentificeerd wordt. De Nederlandse Trombosestichting lijst de symptomen op van trombose op basis van de plek in het lichaam. Zo is een trombosebeen duidelijk te zien aan een vrij snel optredende zwelling, een zwaar gevoel of pijn in het been en een rode of juist blauwachtige verkleuring. Voor de indicatie van een tekort aan bloedplaatjes kun je uitkijken naar blauwe plekken op het lichaam, want ook trombocytopenie kan perfect behandeld worden.
Zwart-witverhaal
Steeds meer Europese landen schortten uit voorzichtigheid het gebruik van AstraZeneca tijdelijk op. Maandag deden Nederland, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Letland, Slovenië en Duistland dat. België doet verder, tegen de stroom in. Een goede zaak? ‘Dit is geen zwart-witverhaal’, meent Sanders. ‘We mogen de wetenschappelijke waarheid niet ontkennen en de ongerustheid is logisch, maar tegelijkertijd geef je mensen die kans hebben om te overlijden, geen bescherming meer wanneer je beslist te stoppen met vaccineren. Op basis van de huidige gegevens zijn de risico’s van covid-19 nog steeds vele malen groter dan de nevenwerkingen van dit levensreddend vaccin.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier