Ramon De Koning
‘Wat als we boontjes kunnen kweken waar we geen windjes van laten?’
Voor de Universiteit Van Vlaanderen legt Ramon De Koning uit waarom zijn onderzoek een belangrijke bijdrage kan bieden aan onze kennis over boontjes en de rol van technologie om planten te verbeteren in de transitie naar duurzamere en gezondere voeding.
Het klinkt als een ludieke actie, wetenschappers die boontjes proberen te maken waar je geen scheetjes van moet laten. Maar ik hoor je al denken, wat is nu eigenlijk de maatschappelijke meerwaarde van dit onderzoek? Het is natuurlijk aangenaam voor jouw en je gezelschap om na een maaltijd chili con carne minder last van winderigheid te hebben maar dit probleem lijkt misschien geen topprioriteit. Graag licht ik toe waarom mijn onderzoek een belangrijke bijdrage kan bieden aan onze kennis over boontjes en de rol van technologie om planten te verbeteren in de transitie naar duurzamere en gezondere voeding. In mijn video van de Universiteit van Vlaanderen kan je ontdekken hoe dat ik zulke boontjes ontwikkel.
Kort gezegd worden er in een bonenplant bepaalde suikers aangemaakt die wij mensen niet kunnen verteren en in onze dikke darm vervolgens door bacteriën worden omgezet in gas wat met een mooi woord ‘flatulentie’ veroorzaakt. Tijdens mijn onderzoek heb ik gevonden welk puzzelstukje DNA verantwoordelijk is voor de aanmaak van die suikers.
Met behulp van een nieuwe techniek genaamd CRISPR, heb ik geprobeerd dit puzzelstukje DNA in de plant aan te passen zodat deze suikers in de boontjes niet langer worden aangemaakt en we bijgevolg niet meer winderig worden na het eten van een stevig bord chili con carne. Een interessant gevolg is dat deze verandering in de plant er bovendien voor zorgt dat de nutritionele waarde van boontjes verbetert omdat er meer suikers beschikbaar zijn die we wel kunnen verteren. Hier in Europa eten we misschien niet elke dag bonen maar wereldwijd zijn er ongeveer 300 miljoen mensen waarbij dit dagelijkse kost is!
Allemaal leuk en aardig dat we de kennis en technologie voor handen hebben om scheetloze boontjes te maken maar in een bredere context probeer ik met dit onderzoek voornamelijk efficiëntere stappen te ontwikkelen om eigenschappen van bonenplanten heel gericht te verbeteren. Dit doe ik met hulp van de nieuwe veredelingstechniek CRISPR, waarmee je heel specifiek kleine veranderingen kan aanbrengen in het DNA. Veel wetenschappers en veredelaars zijn enthousiast over deze techniek omdat de wijzigingen die je aanbrengt van dezelfde aard zijn als bij het klassiek kruisen en veredelen van planten.
Terwijl het bij klassieke veredeling eerder een kansspel is om een eigenschap van een plant te veranderen weten we bij het gebruik van deze nieuwe techniek precies wat we gaan veranderen. Al 10 000 jaar zijn wij, oorspronkelijk onbewust en later bewust, bezig geweest met het aanpassen van onze gewassen op genetisch niveau om zo planten met nieuwe en betere eigenschappen te bekomen. Denk bijvoorbeeld aan bananen zonder pitten, vlezige tomaten of planten die zichzelf beter kunnen beschermen tegen een bepaalde ziekte.
(Lees verder onder het artikel.)
De grootste beperking bij klassieke veredeling van planten is dat het proces vele jaren in beslag neemt. Met behulp van de nieuwe veredelingstechniek CRISPR kunnen we dit proces op zijn minst met enkele jaren versnellen waardoor we vlugger verbeterde planten kunnen maken die bijvoorbeeld zijn aangepast aan de veranderende klimaatomstandigheden. De klok tikt, deze zomer werden onze landbouwers al geconfronteerd met extreme droogte en hitte en naar de toekomst toe zullen deze extreme weersomstandigheden enkel frequenter voorkomen. De CRISPR techniek kan ons hierin helpen.
Naast de klimaatsverandering, heeft Europa bovendien ambitieuze doelstellingen vooropgesteld in de Green Deal om tegen 2030 een duurzamer landbouwsysteem te creëren waarbij boeren minder meststoffen, pesticiden en herbiciden zullen mogen gebruiken. Planten die aangepast zijn aan deze condities zullen essentieel zijn en met behulp van CRISPR kan deze transitie beter gerealiseerd worden.
Ik wil niet zeggen dat deze techniek de magische oplossing is maar het kan wel gezien worden als een extra tool in de gereedschapskoffer om een duurzamer landbouwsysteem te realiseren.
Ondanks het feit dat vele wetenschappers deze techniek gebruiken, is er wel een groot probleem: in Europa worden de planten die aangepast worden met behulp van CRISPR onder dezelfde regelgeving geplaatst als genetisch gemodificeerde organismen (GMOs) waardoor ze enerzijds aan zeer strenge regelgeving moeten voldoen en anderzijds botsen op politieke onwil binnen de EU waardoor deze gewassen nooit het daglicht kunnen zien in Europa. Dit heeft geleid tot veel frustraties bij wetenschappers omdat de regelgeving dateert van 2001 en niet langer geschikt is voor de wetenschappelijke vooruitgang in de plantenveredeling die we de dag van vandaag kennen.
Veel planten die geproduceerd worden met CRISPR verschillen wezenlijk niet van planten die gemaakt worden via het klassiek kruisen en zouden in mijn ogen onder dezelfde wetgeving en veiligheidsnormen moeten vallen. In veel landen buiten Europa worden deze planten niet gereguleerd als GMOs waardoor potentieel planten uit deze landen in de toekomst eerder geïmporteerd zullen worden zoals nu bijvoorbeeld het geval is bij soja. Dit leidt op zijn beurt tot oneerlijke concurrentie voor ons duurzaam landbouwmodel.
Het is belangrijk om mensen te informeren over CRISPR zodat iedereen een weloverwogen mening kan vormen. Hierbij is wetenschapscommunicatie van groot belang. Zeker als het over voedsel gaat zijn wij mensen al snel wantrouwig. Vaak grijpen we terug naar de goede oude tijd maar vergeten we dat de innovatie van nu, de traditie van morgen is en dat de landbouw eigenlijk nooit stil heeft gestaan.
Om ons steentje bij te dragen hebben we met enkele jonge wetenschappers GeneSprout Initiative opgericht. Dit initiatief probeert onder andere via sociale media op een eenvoudige manier informatie hieromtrent te verspreiden. Mede dankzij hun boodschap klinkt er in Europa uit steeds meer hoeken dat deze wetgeving moet veranderen. Dit heeft dan ook geleidt tot een verkennende studie uitgevoerd door de Europese Commissie waar begin volgend jaar een voorstel uit zal komen. Dit geeft ons hoop.
Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde, een veilig en duurzaam landbouwsysteem waarmee we voedzaam en lekker eten kunnen produceren. Hopelijk verschijnen mijn scheetloze boontjes dan toch nog op de Europe markt in de rekken.
Ramon De Koning is onderzoeker aan de VUB. Hij is gespecialiseerd in plantengenetica.
Universiteit van Vlaanderen: wetenschap in klare taal voor u uitgelegd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier