Waarom is het zo moeilijk om lispelen af te leren (en moet het altijd behandeld worden)?
Wie lispelt, of ooit lispelde, weet het wel: die juiste “Vlaamse” s goed leren uitspreken is echt niet simpel. Maar hoe komt dat? Professor Kristiane van Lierde (UGent) is logopedist legt het uit voor de Universiteit Van Vlaanderen.
Heeft u al eens nagedacht over hoe u spreekt? Hoe uw tong, lippen, kaak, tanden en verhemelte (uw articulatoren) gecoördineerd, soepel en elegant samenwerken om uw gedachten om te zetten in verstaanbare spraak? Spreken is een dagdagelijkse unieke menselijke activiteit die meestal vlot en probleemloos verloopt. Het correct technisch spreken is vaak noodzakelijk in beroepen waar een persoon model dient te staan zoals bv. bij een journalist, een logopedist of zanger of bij onderwijzend personeel (van kleuterleidster tot professor).
Het Nederlands (zowel het Vlaams als het Nood-Nederlands) kent 35 verschillende spraakklanken. Bij de verwerving van de spraakklanken van de moedertaal leert een kind deze klanken correct articuleren. Bovendien leert het deze klanken (klinkers en medeklinkers) combineren tot betekenisvolle uitingen. Sommige kinderen kunnen problemen ondervinden bij het correct produceren van medeklinkers en dit kan resulteren in articulatiestoornissen.
Een bekende stoornis is het lispelen of in vakjargon interdentaliteit of addentaliteit. Interdentaliteit of addentaliteit treft één of meerdere spraakklanken binnen de groep van de apico-aveolairen. De apico-alveolairen zijn de /s//z//t//d//n//l/ en /r/ en zijn deze spraakklanken die gevormd worden door de tongpunt (apico) tegen de boventandkas (bovenste alveole) te brengen om zodoende een fricatie of schuring (bv. bij /s/) of een explosie (bv. bij /t/) te verkrijgen.
Bij interdentaliteit wordt tijdens de articulatie van één of meerdere apico-alveolairen de tongpunt tussen de tanden geplaatst ipv tegen de bovenste tandkas (spot thv boventandkas net boven en achter de centrale snijtanden, ook wel bovenste alveole genoemd). Bij addentaliteit wordt tijdens de articulatie van één of meerdere apico-alveolairen de tongpunt tegen de achterkant van de tanden geplaatst ipv tegen de bovenste tandkas. Het lispelen kan dus specifieke kenmerken van een klank gaan aantasten. Zo kan een slappe /s/ ontstaan waarbij het schurende of sissende karakter van de /s/ sterk kan dalen.
In vakjargon wordt dit een sigmatisme simplex genoemd. Ook kan het plofkarakter van een /t/ of /d/ verminderen waardoor de articulatie als slap of monotoon gekenmerkt wordt. In sommige talen, zoals in het Engels of het Spaans wordt lispelen (addentaliteit of interdentaliteit) aanvaard. In de Engels taal worden immers woorden met een “th” interdentaal uitgesproken en in het Spaans wordt ook de “s” interdentaal uitgesproken.
In het Vlaams wordt lispelen nog als een articulatiestoornis beschouwd. Het lispelen kan veroorzaakt worden door een afwijkende tandenstand, afwijkende kaakrelatie of door een afwijking aan de tong (bv. een macroglossie dit is een te grote tong) of door een verkeerde gewoonte zoals een verkeerde tonghouding in rust en tijdens de articulatie. De meest voorkomende oorzaak van lispelen is een verkeerde gewoonte van het plaatsen van de tongpunt. Meestal wordt ook een verkeerde tonghouding in rust en net voor het gaan articuleren opgemerkt. De tong ligt dan in rust en net voor het gaan articuleren ook al laag en teveel naar voor in de mond. Deze verkeerde tonghouding zet zich dan verder tijdens de articulatie van specifieke apico-alveolairen.
Kunnen we een verkeerde gewoonte afleren of behandelen? Jazeker. Tijdens logopedische articulatietherapie wordt de correcte productie van de specifieke lispelende spraakklank of spraakklanken geïdentificeerd en aangeleerd. De correcte stand van de articulatoren wordt specifiek uitgelegd en ingeoefend (vaak voor de spiegel). In vakjargon wordt dit proces fonetische plaatsing genoemd. De auditieve (luisteren naar de specifieke klank) en de tactiele feedback (voelen, gewaarwording) van de specifieke klank wordt hierbij extra gestimuleerd. Eens de klank correct gearticuleerd wordt kan verder geoefend worden op lettergreepniveau, woord- en zinsniveau en tijdens de spontane spraak.
De effectiviteit van deze logopedische articulatie therapie is zowel bij kinderen als volwassenen hoog. De specifieke logopedische oefeningen worden aangevuld met spreekopdrachten thuis of op school (bv. lees dit gedicht met de juiste articulatie van de /s/) of op het werk (bv. includeer de correcte /t/ tijdens uw presentatie). De doelstelling van deze opdrachten zijn de inclusie van de juiste articulatie van de klank in de spontane spraak. Tijdens de logopedische therapie bij kinderen worden ook de ouders als co-therapeut ingeschakeld. Bij volwassenen kan in samenspraak de partner ingeschakeld worden als co-therapeut.
Moet lispelen behandeld worden? Lispelen is geen ziekte, is geen beperking en berokkend geen schade of kwaad aan ons lichaam. Een discussie kan ontstaan of dit bij beroepssprekers dient behandeld te worden. Kan een kleuterleidster met lispelen voor een klas staan? De kans dat kinderen de lispel imiteren bestaat. Sommige sprekers vinden het lispelen passend bij hun uitstraling en hun zijn. Zo kwam een jongedame op consultatie omdat zij opmerkingen kreeg op haar lispelende /s/ maar dit hinderde haar niet en zij vond dit een extra expressie van haar uitstraling. Kortom een “esthetische lispel’ die een grote waarde heeft voor de persoon en die geen storend element is bij de uitoefening van het beroep of de studies is een permanente aanwezigheid van een klein gelukje.
Kristiane Van Lierde is gewoon hoogleraar aan de universiteit van Gent, vakgroep revalidatiewetenschappen, meerbepaald de onderzoeksgroep CESLAS (center for speech and language sciences).
Universiteit van Vlaanderen: wetenschap in klare taal voor u uitgelegd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier