Jonathan Mannaert
‘Kaarten die we nu gebruiken, zijn geen weerspiegeling van de werkelijke wereld’
In onze huidige wereld is navigeren dankzij talrijke handige apps een fluitje van een cent geworden. Het is dan ook moeilijk voorstelbaar dat er ooit een tijd was waarin een correcte kaart en dus juist navigeren, geen evidentie was. Toch zijn de kaarten die nu gebruikt worden verre van een weerspiegeling van de werkelijke wereld.
Een eerste voorbeeld hiervan is dat Groenland en Rusland op de standaard wereldkaarten gigantisch groot ogen, terwijl Afrika eerder aan de kleine kant lijkt. Merkwaardig genoeg past Groenland in de realiteit maar liefst 14 keer in Afrika, terwijl dit op de wereldkaart dan toch helemaal anders overkomt. Zijn we dan echt zo slecht in het maken van kaarten? Waarom zijn er dan geen waarheidsgetrouwe kaarten beschikbaar? Deze en andere vragen zullen in dit artikel beantwoord worden.
Doorgestoken kaarten
In de late middeleeuwen werd cartografie (het maken van kaarten) steeds belangrijker. Dit aangezien navigeren op zee voor politieke en economische doeleinden fundamenteel werd. Hierin was een grote rol weggelegd voor het gebruik van het kompas, dat in deze periode zijn intrede doet in de Westerse geschiedenis. Een kompas alleen was echter niet voldoende, ook een kaart was van groot belang. Destijds werden deze vaak gemaakt aan de hand van logboeken die zorgvuldig bijgehouden werden tijdens zeereizen.
Al deze kaarten waren onderhevig aan hetzelfde probleem: de hoeken op de kaart kwamen niet overeen met de hoeken in de werkelijkheid. Dit kan op het eerste zicht onbelangrijk lijken, maar niets is minder waar. Zonder juiste hoeken is navigeren met kaart en kompas zeer moeilijk. Onthoud deze informatie alvast, verder in het artikel zal duidelijk worden waarom.
Het zou nog tot de 16e eeuw duren tot er een “bruikbare” kaart op het toneel zou verschijnen. Dit hebben we allemaal te danken aan 1 man die er de geschiedenisboeken mee zou halen.
Een man uit het Waasland
Zijn verhaal start in Rupelmonde, wat later een deelgemeente zou worden van Kruibeke. Puur toevallig werd daar een baby geboren terwijl zijn vader en hoogzwangere moeder op bezoek waren bij familie. Op dat moment wist niemand dat hij, Gerard De Kremer, later 1 van de bekendste Belgen uit onze geschiedenis zou worden. Doet deze naam geen belletje rinkelen? Misschien klinkt de door hem zelf gekozen Latijnse variant van zijn naam, bekender in de oren: Gerard Mercator.
Tijdens zijn studies in Leuven ontdekte hij zijn voorliefde voor het in kaart brengen van zowel de kosmos als de aarde zelf. Het jaar 1569 was een belangrijk jaar voor Mercator aangezien hij dat jaar zijn befaamde Mercatorprojectie zou publiceren: een naam voor de wereldkaart die tot op vandaag gebruikt wordt.
Het principe achter deze kaart houdt in dat een doorzichtige wereldbol met enkel de continenten (op schaal getekend) in een cilinder wordt geplaatst. In de bol zelf werd een krachtige lichtbron gezet die de contouren van op de bol op de cilinder projecteerde. Door deze vervolgens uit te rollen ontstond een kaart. Vandaar de naam Mercatorprojectie: door ieder punt vanop de (kleine) wereldbol op de cilinder te projecteren ontstaat een vlakke weergave van de wereld.
Deze kaart was uniek ten opzichte van alle voorgangers omdat iets deze kaart uiterst nuttig maakte in vergelijking met de kaarten die reeds in omloop waren. Daarvoor moet teruggekeerd worden naar de hoeken die hierboven al vernoemd werden.
Mercator slaagde erin om via zijn projectie de hoeken van de werkelijke wereld te bewaren in zijn kaart, wat uiterst briljant is vergeleken met de oude methodes om kaarten op te tekenen. Hierbij spreekt het uitzicht van de kaart voor zich: de lengte- en breedtegraden (dus de verticale en horizontale lijnen op de wereldkaart) staan loodrecht op elkaar. Klinkt logisch, maar op de oudere of andere kaarten was dit tot dan toe niet het geval.
Via een hedendaags voorbeeld wordt dit geniale principe nog duidelijker.
Stel dat je wilt navigeren van Brussel naar Washington DC. Op een Mercatorkaart kunnen beide locaties door een lijn verbonden worden. Wanneer je vervolgens de hoek meet die deze lijn maakt met de evenaar bekom je 8,5 graden onder het westen. Met deze gegevens werd navigeren met een kompas kinderspel omdat de hoek in de werkelijkheid overeenkomt met de hoek op de kaart. Vaar dan gewoon 8,5 graden onder het westen en je komt aan op de gewenste bestemming.
Jonathan Mannaert is wiskundige aan de VUB.
Universiteit van Vlaanderen: wetenschap in klare taal voor u uitgelegd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier