Science-onderzoek: tot 34 procent van wetenschappelijke artikels in 2020 bleek vals
Een analyse in het wetenschappelijke tijdschrift Science toont aan dat een kwart tot zelfs een derde van de circulerende wetenschappelijke artikels uit 2020 indicaties van fake gegevens of plagiaat opleverde. Dat is veel meer dan aangenomen werd.
De Duitse neuropsycholoog Bernhard Sabel was geschokt door berichten over het grote aantal frauduleuze wetenschappelijke artikels dat er gepubliceerd zou worden, niet alleen in zijn eigen onderzoeksdomein. Er zijn wel enkele sterk gedocumenteerde gevallen van volledig vervalste psychologische wetenschappelijke artikels, onder meer uit Nederland.
Om een en ander zo objectief mogelijk te kunnen verifiëren ontwikkelde Sabel, die zelf uitgever is van een wetenschappelijk vakblad, een ‘fake paper detector’: een digitale machine die signalen moet opsporen om valse artikels te kunnen identificeren, onder meer door de identiteitsgegevens van hun auteurs te screenen en hun inhoud te vergelijken met wat al circuleert.
Hij liet zijn detector los op een steekproef van 5000 publicaties en stelde tot zijn stomme verbazing vast dat liefst 34 procent van de neurowetenschappelijke artikels uit 2020 die hij screende, als ‘vals’ gelabeld werd. Voor de medische artikels klokte hij af op 24 procent. Dat zijn, volgens het vakblad Science in een commentaar op Sabels werk, ‘hallucinante’ cijfers die een stuk hoger liggen dan de aanname van 2 procent vervalsingen die courant circuleert in deze context. ‘Het is alsof iemand je zegt dat 30 procent van wat je eet giftig is’, zei Sabel over zijn resultaten in Science.
Valse wetenschappelijke artikels berusten op plagiaat of op verzonnen gegevens. Soms worden ze door ghostwriters geschreven en beoordeeld door zelfgezochte ‘reviewers’ die ze zogenaamd officieel goedkeuren voor publicatie. Ze worden aangeboden aan wetenschappelijke tijdschriften die het niet te nauw nemen met de gangbare regels inzake het onderzoeken van publicaties op hun waarheidsgetrouwheid. Nogal wat tijdschriften laten auteurs betalen voor publicaties, waardoor ze belang hebben bij een groot aanbod. In die context is het ‘begrijpelijk’ dat ze proberen zoveel mogelijk te publiceren.
Aan de aanbodzijde komen veel wetenschappers onder druk om zo veel mogelijk te publiceren als ze carrière willen maken. Als de resultaten niet meteen mee willen werken, wordt de druk groot om ze dan maar te verzinnen. Deze combinatie van vraag en aanbod maakt dat de ‘wetenschappelijke markt’ overspoeld wordt door onbetrouwbare informatie, die dikwijls wel als relevant in het klassieke wetenschappelijke wereldje circuleert, waardoor ze heersende inzichten kan vervormen. Fake news is dus ook in de wetenschap een pest, maar omdat veel wetenschappers misschien meer dan andere mensen uitgaan van de eerlijkheid van hun collega’s is er tot voor kort te weinig aandacht voor geweest. Zo kon het systeem uitgroeien tot een gigantisch probleem.
De uitgevers van wetenschappelijke vakbladen zijn zich ervan bewust en proberen zelf filters te installeren om de vloed aan fake news in te dammen. Gemakkelijk zal het niet zijn. Uit een grondige analyse van de resultaten van Sabels detector blijkt dat hij 90 procent van de vervalste papers uit het staal haalde, maar hij duidde ook 44 procent van de niet-vervalste papers als ‘mogelijk vervalst’ aan. Ook op het detectorwerk moet dus een review gebeuren om calamiteiten voor eerlijke wetenschappers te vermijden, tenzij men erin slaagt de detector efficiënter te laten functioneren.
Het lijkt er niet op dat het probleem eenvoudig zal op te lossen zijn. Zo wordt de wetenschap sluipend vergiftigd door onwetenschappelijke persoonlijke belangen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier