Ratten zien met hun snorharen

De snorharen van een rat zijn een ingewikkeld zintuig, dat vele mogelijkheden biedt.

Ratten hebben wel ogen, maar in de donkere krochten en riolen waar ze tegenwoordig graag vertoeven, en waar ze floreren, hebben ze daar weinig aan. Geen nood echter: de ratten hebben hun ogen niet nodig om te kunnen overleven in hun speciale leefgebieden. Dat ze zo succesvol zijn, bewijst dat ze zich goed hebben aangepast.

Onderzoek gepubliceerd in het vakblad Public Library of Science Computational Biology toont aan dat elk van de zestig snorharen van een rat min of meer onafhankelijk van de rest kan bewegen, zoals de vingers van onze hand. Ze bewegen ook onafhankelijk van de spieren in kop en kaak. Elke tasthaar eindigt in een haarzakje (een follikel), dat gevoelig is voor de hoek en de druk die het haar ondervindt.

De follikel stuurt zijn informatie via een zenuwbaan naar een speciale cluster van cellen in de rattenhersenen, waar alle binnenkomende gegevens gecoördineerd worden, en gebruikt om uit de impressies van de zestig haren een precies beeld te distilleren van wat de rat besnuffelt.

De wetenschappers zijn er zelfs in geslaagd een gedetailleerd computermodel te maken van de manier waarop rattensnorharen bij hun evaluatie van wat ze op hun weg tegenkomen, te werk gaan. Ze hopen daaruit efficiënte artificiële detectiesystemen te kunnen puren, waarmee onder meer robots beter uit de voeten zouden kunnen in een voor hen duister milieu.

D.D.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content