Ouderen zijn niet vergeetachtig; ze weten gewoon te veel
Onze hersenen vertragen op latere leeftijd niet omdat ze zwakker worden, maar omdat ze steeds meer informatie moeten beheren. Dat blijkt uit een studie naar vergeetachtigheid bij ouderen.
Als we ouderdomskwaaltjes denken, voert vergeetachtigheid dikwijls de lijst aan. Namen, plaatsen, voorwerpen: het begint bij 60-plussers allemaal wat langer te duren voor ze op het juiste woord komen. Daardoor geloven we allemaal dat onze hersenen met de tijd almaar minder efficiënt worden. Een idee dat wordt bevestigd door het feit dat jonge volwassenen beter scoren op klassieke verstandelijke testen dan oudere volwassenen.
Toch hoeft dat niet te stroken met de realiteit. Volgens onderzoekers van de universiteit van Tübingen takelt de capaciteit van ons brein op zich niet af, maar moet het brein almaar meer informatie doorploegen voor het bij het juiste woord arriveert. Dat vertraagt onze reactie aanzienlijk. Op die manier worden we gehinderd door de vele herinneringen die we in een mensenleven opdoen, en niet door de verminderde werking van de hersenen zelf.
Vergelijk het met een computer. Hoe ouder de computer, hoe meer informatie de gebruiker erop heeft gezet. Daardoor moet de processor door heel wat data gaan om het juiste bestand of pagina te vinden. De processor zelf werkt niet minder goed, maar krijgt gewoon te maken met meer obstakels.
‘Paard’ en ‘stad’
Met die wetmatigheid houden de huidige verstandelijke testen geen rekening. Hoofdonderzoeker, professor Michael Ramscar, zegt in ScienceDaily dat dat eigenlijk vreemd is: “Stel je voor dat iemand die maar twee verjaardagen kent, ze allebei onmiddellijk kan opnoemen. Zou je zeggen dat die persoon een beter geheugen heeft dan iemand die tweeduizend verjaardagen kent en maar negen op de tien keer de juiste datum aan de juiste persoon kan koppelen?”
Nee dus. Daarom wilden de onderzoekers voor hun studie de grote brok informatie in oudere hersenen laten meetellen. Een klassieke test is zo bijvoorbeeld om mensen twee willekeurige woorden, zoals ‘paard’ en ‘stad’, per twee te laten memoriseren en achteraf te vragen welke woorden bij elkaar horen. In deze studie keken de onderzoekers niet alleen naar hoe goed mensen onthouden, maar ook op welke manier ze dat doen.
Zo zagen ze dat jongere volwassenen er beter in slagen om twee willekeurige woorden met elkaar te verbinden, maar dat oudere volwassenen dan weer beter woorden die op de een of andere manier logisch samen horen (zoals ‘paard’ en ‘veulen’) herinneren. Met andere woorden: jongere volwassenen slagen makkelijker willekeurige informatie op, maar oudere volwassenen hebben een beter begrip van wat de informatie juist inhoudt.
Absurde verspilling
Hersenen van mensen op leeftijd werken dus niet per se slechter, ze werken gewoon anders. In een samenleving waar mensen met angst naar ouderdom kijken en twee derde van de 55-plussers geen nieuwe jobkansen krijgt, is dat een belangrijk besef, vinden de onderzoekers.
“De mythe van verstandelijke achteruitgang bij oudere volwassenen leidt tot een absurde verspilling van menselijk potentieel en talent”, concluderen ze. “Daarom is een beter inzicht in de werking van oudere hersenen niet enkel voordelig voor ouderen zelf, maar ook voor de samenleving in haar geheel.” (LR)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier