Osteopaten maken komaf met hardnekkige mythes: ‘Baby’s worden nooit gekraakt’
Osteopathie wordt door de traditionele geneeskunde nog steeds niet ernstig genomen. Kun je dan wel met een gerust hart naar een osteopaat toe? En waarom vertoeft deze bio-psychosociale geneeswijze nog steeds in de grijze zone.
Onlangs waarschuwde de website ‘Gezondheid en Wetenschap’, een organisatie die medisch nieuws in de media factcheckt, dat een bezoek aan een osteopaat met een huilbaby ‘niet zonder gevaar is’. Er bestaat ’te weinig degelijk wetenschappelijk bewijs voor het nut van deze therapie’ en in 2009 overleed zelfs een kindje van enkele maanden oud na ‘manipulatie van de schedel’.
Het negatieve advies van Gezondheid en Wetenschap schoot bij osteopaten danig in het verkeerde keelgat, juist omdat de wetenschappelijke evidentie omtrent osteopathie en baby’s hoe langer hoe meer toeneemt. Recente interventiestudies tonen aan dat huilbaby’s na een osteopathiebehandeling significant langer slapen en minder huilen. In een studie uit 2006, uitgevoerd bij 24 huilbaby’s, kreeg de ene helft van de baby’s een osteopathische behandeling en de andere helft niet. De behandelde baby’s huilden 90 minuten per dag minder dan de baby’s in de controlegroep, die 30 minuten per dag minder huilden. De behandelde baby’s sliepen ook 95 minuten per dag meer, tegenover 18 minuten meer voor de controlegroep. Ook een recentere interventiestudie bij 58 baby’s uit 2019 toont aan dat het aantal huiluren daalt en slaapuren stijgt bij behandelde baby’s.
Wanneer is een baby een huilbaby?
Het zal voor overstuurde en overprikkelde ouders misschien weinig uitmaken, maar huilbaby’s zijn geen zeldzaam fenomeen. Een op vijf baby’s huilt overmatig. Dat betekent dat het kind minstens 3 uur per dag huilt, op minstens 3 dagen in de week, gedurende minstens 3 opeenvolgende weken.
Het huilgedrag van de baby kan aan een resem, vaak onduidelijke factoren toegeschreven worden, wat de behandeling ervan allerminst evident maakt. Gelukkig ligt in veel gevallen geen ernstige (medische) oorzaak aan de basis. Dat neemt niet weg dat radeloze ouders snakken naar verlichting, zowel voor hen als voor hun baby.
‘Dat er nog meer en beter onderzoek nodig is, staat buiten kijf maar wat we kunnen voorleggen is al niet onaardig’, zegt Patrick van Dun, wetenschappelijk adviseur bij de Belgische beroepsvereniging van osteopaten (Osteopathie.be). ‘Ook op het vlak van osteopathie en kinderen in het algemeen blijkt uit een systematische review uit 2019 dat van de 18 studies met osteopathie als interventie, er 14 een aanzienlijke verbetering aantonen met betrekking tot onder andere prematuriteit, houdingsasymmetrie, astma, darmproblemen, ADHD, cerebral palsy, oorontsteking, obstructieve apneu en suboptimale borstvoeding.’
‘Niks te kraken’
Een osteopaat is voor de ene ouder een logische, natuurlijke behandelingsmethode, voor de ander is het een allerlaatste redmiddel uit pure wanhoop. Hoe dan ook verwijst Kind en Gezin ouders met een huilbaby of andere babyklachten nooit door naar een osteopaat of andere zorgverlener. ‘De algemene richtlijn is dat we steeds verwijzen naar de behandelende arts. Het is dan aan de arts om samen met de ouders te beslissen welke behandeling gekozen wordt’, klinkt het.
In haar wetenschappelijk dossier ‘Huilen’ wijst Kind en Gezin op het feit dat er te weinig gerandomiseerde studies over de osteopathische behandeling van baby’s bestaan en formuleert ze kritische bedenkingen ten aanzien van osteopathie. Maar de gezinsorganisatie geeft toe dat het dossier niet meer up-to-date is en werkt momenteel aan een bijgewerkte versie met de nieuwste wetenschappelijke inzichten omtrent het huilgedrag bij baby’s.
Men weigert het wetenschappelijk onderzoek dat voorligt op een serieuze manier te beoordelen.
Patrick van Dun, osteopathie.be
Patrick van Dun hoopt alvast dat één belangrijk misverstand de wereld uit geholpen wordt. ‘Het woord “manipulatie” in de zin van “thrust-techniek”, waarbij er gekraakt wordt, is bij de osteopathische behandeling van baby’s allerminst op zijn plaats. Er valt helemaal niets te kraken bij een baby aangezien veel structuren nog onderontwikkeld zijn. Het feit dat bij baby’s schedel en nekwervels nog in volle ontwikkeling zijn, is voor osteopaten zelfs een contra-indicatie voor manipulatie.
‘Baby’s worden nooit gekraakt’, vult Jonathan Tresignie van de belangenvereniging Osteopaat Vlaanderen aan. ‘De osteopaat beschouwt baby’s en bij uitbreiding kinderen geenszins als kleine volwassenen. Zij groeien continu en zijn voortdurend in verandering. Elke ontwikkelingsfase, hoe klein ook, kent zijn eigen anatomische en fysiologische aanpassingen. Tijdens onze behandeling houden we hier dan ook altijd rekening mee.’
De osteopaat gebruikt zachte manuele technieken, die de baby ervaart als een aangename en verlichtende massage, meent Tresignie. ‘We sturen voortdurend bij in functie van de reactie van de baby op deze technieken. Niet zelden valt hij tijdens de behandeling ook in slaap.’
‘Het kan ook zijn dat de osteopaat helemaal niet ter hoogte van de schedel of de nek dient te behandelen’, gaat Patrick van Dun verder. ‘Osteopathie is een complexe interventiegeneeswijze die persoonsgeoriënteerd is. Pas na een uitvoerige anamnese en klinisch onderzoek, specifiek voor elke baby, beslissen we of we al dan niet ingrijpen.’
Het argument dat een baby van drie maanden in 2009 het leven liet na een ‘osteopathische behandeling is volgens van Dun eveneens een misverstand. ‘Dat overlijden werd niet veroorzaakt door een osteopaat maar door een craniosacraal therapeut. Craniosacrale therapie ontleent modellen en technieken uit de osteopathie, die in de de loop der tijd hun eigen leven zijn gaan lijden maar die eigenlijk onmogelijk kunnen los gezien worden van de totaliteit van lichaamsstructuren zoals de osteopathie vooropstelt. Vergelijk het met accupunctuur die door westerse artsen wordt aangeboden zonder rekening te houden met de achterliggende denkmodellen uit de Chinese geneeskunde. Uiteraard gebruiken osteopaten technieken ter hoogte van de schedel en het heiligbeen, maar dan wel binnen een totaalconcept. Bovendien veranderen de klinische modellen voortdurend. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het craniosacraal systeem zoals het oorspronkelijk werd bedacht niet langer houdbaar is.’
Traumatische geboorte
Osteopathie is al langer in opmars in Vlaanderen, ook al is ze niet opgenomen in de verplichte ziekteverzekering aangezien het beroep niet gereguleerd is. De vergoeding ervan wordt sinds 2000 door de mutualiteiten georganiseerd via hun aanvullende verzekering.
De osteopaat gaat op zoek naar spanningen ter hoogte van de spieren en fascia’s of bewegingsbeperkingen in het lichaam die mogelijk problemen geven. Alle systemen worden nagekeken, van de buik tot de schedel. Vervolgens wordt op de fysiologische processen ingewerkt om het potentieel tot zelfgenezing, dat elk lichaam in zich draagt, te stimuleren. Het is dan aan het lichaam zelf om het werk te doen.
Maar hoe kan een baby van amper enkele maanden oud al op een problematische manier gespannen zijn? Sommige osteopaten steunen op het biomechanische model, waarbij het lichaam beschouwd wordt als een geheel van somatische componenten die met elkaar in balans zijn. Een onevenwicht leidt mogelijk tot problemen. Dat kan het gevolg zijn van een traumatische geboorte. ‘Tijdens de bevalling werken er door de weeën grote krachten in op de baby’, legt Jonathan Tresignie uit. ‘Het kindje moet zich bij het persen ook draaien en ondervindt daarbij weerstand van het bekken en de bekkenbodemspieren van de moeder. Soms zijn die inwerkende krachten te bruusk. In zo’n geval gebeurt het dat de verschillende botstukjes van de schedel, die bij baby’s nog over elkaar kunnen glijden, zodanig geklemd, geduwd of verschoven raken dat ze niet vanzelf op hun plaats terugkomen. En net dat kan allerlei klachten veroorzaken.’
De theorie van de traumatische geboorte wordt echter niet door alle osteopaten onderschreven: ‘De verschillende theoretische verklaringsmodellen staan niet helemaal op punt’, geeft Patrick van Dun toe. ‘Het louter biomechanisch model moet worden in vraag gesteld. De gangbare biomechanische modellen zouden misschien wel van ondergeschikte betekenis kunnen zijn. Momenteel wordt binnen de osteopathie volop gezocht naar bijkomende theoretische verklaringen, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de waarde van therapeutic touch en hoe osteopathische palpatie kan inwerken op fysiologische processen in het lichaam. Maar eigenlijk komt deze vraag niet op de eerste plaats. Essentiëler is of osteopathie effectief werkzaam is of niet. Waarom dat zo is, is voor de patiënt van bijkomstig belang.’
Meer dan een kraker
Iedereen, van om het even welke leeftijd kan met zijn/haar klachten bij een osteopaat terecht. Toch wordt de holistische geneeswijze door de klassieke geneeskunde nog te vaak in het hoekje van de welzijnsbehandelingen weggezet.
Het feit dat osteopathie nog altijd geen wettelijke omkadering heeft, verklaart volgens Tresignie waarom een baby na een foute behandeling door een onkundig therapeut is gestorven. ‘Een craniosacraal therapeut kon zich ongestraft voordoen als bekwame therapeut omdat osteopaten geen wettelijk statuut en geen beschermde beroepstitel hebben. Als patiënt kan je dus nog altijd terecht komen bij dergelijke ongediplomeerde zorgverleners. Met alle mogelijke gevolgen van dien.’
‘Het is daarnaast onterecht dat een osteopaat wordt weggezet als een kraker die enkel manipulaties doet. Nog te vaak wordt een behandeling die makkelijk meer dan 30 minuten duurt, integraal herleid tot kraken en manipuleren. Terwijl onze patiënten en de jonge ouders die wij over de vloer krijgen, ons beschouwen als een aanvullende, extra mogelijkheid om geholpen te worden. Als een complementaire, deskundige schakel in de ketting van zorgverstrekkers, die mee instaat voor een correcte diagnose, voor doorverwijzing waar nodig en behandeling indien aangewezen. Osteopaten hebben daarvoor een jarenlange doorgedreven opleiding gevolgd, scholen zich voortdurend bij en handelen met de grootste omzichtigheid.’
Gelukkig valt er de laatste jaren een kentering te merken en lijken steeds meer beleidsmakers overtuigd van onze meerwaarde voor de gezondheidszorg.
Patrick van Dun
Ook van Dun betreurt dat het beroep van osteopaat na meer dan 20 jaar nog altijd niet gereguleerd wordt. ‘Wat mij opvalt, is dat het debat over osteopathie door sommige politici en belangengroepen soms op een weinig rationele manier gevoerd wordt. Men weigert het wetenschappelijk onderzoek dat voorligt op een serieuze manier te beoordelen. Het lijkt alsof hier met twee maten en twee gewichten wordt gewerkt. De geneeskundige lobby staat niet te springen om een eerstelijnsfunctie aan osteopaten toe te kennen. Vroeger beschikten we over te weinig materiaal om voldoende weerwerk te kunnen bieden, maar vandaag zijn er veel meer studies voorhanden om een genuanceerd discours mogelijk te maken. Gelukkig valt er de laatste jaren een kentering te merken en lijken steeds meer beleidsmakers overtuigd van onze meerwaarde voor de gezondheidszorg. Ook op het terrein merken we dat de door de osteopaten gewenste samenwerking met andere zorgverleners steeds beter verloopt. Dit alles in het belang van de patiënt. Zo toont een studie van 2019 aan dat 36 procent van de Belgen die dat jaar een osteopaat raadpleegden, de aanbeveling kregen van een andere zorgverlener.’
‘De behandeling van lage rugpijn en nekklachten, die 60 procent van onze patiënten uitmaken, heeft een vrij goede wetenschappelijke onderbouwing. Terwijl bijvoorbeeld chirurgen vandaag toegeven dat maar 25 procent van hetgeen wat ze in een operatiekwartier doen, ondersteund wordt door gerandomiseerde klinische studies. Er zijn niet veel disciplines binnen de geneeskunde die dit kunnen voorleggen. Bovendien heeft een osteopathische behandeling bijna nooit bijwerkingen. Het enige wat je misschien voelt na een bezoek aan de osteopaat is wat stijfheid en/of vermoeidheid. Waar hebben we het dan over?’, besluit van Dun.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier