Ook hobby’s in het deeltijds kunstonderwijs (DKO) tellen mee voor de buitenschoolse activiteiten waaruit kinderen er voortaan één moeten kiezen wegens de coronamaatregelen. Dat blijkt uit een mededeling van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts woensdag over de coronamaatregelen in het onderwijs.
Er was in de loop van de dag nog enige onduidelijkheid over de plaats van het DKO in de beslissingen dinsdagavond over de buitenschoolse activiteiten voor kinderen en jongeren. Zo was er verwarring over welke activiteiten precies meetellen als hobby en welke niet. Volgens sommigen zouden teken- en muziekscholen niet worden meegeteld.
Maar dat klopt dus niet, verduidelijkt het kabinet-Weyts in de mededeling. ‘Vermijd de combinatie van het bestaande DKO-aanbod met hobby’s buiten het DKO’, staat daarin.
Wel besliste Weyts in overleg met het onderwijsveld om specifiek voor het DKO de maatregelen die nu al van kracht waren grotendeels te behouden. In het DKO bestaan al langer strenge protocollen, die nauwgezet toegepast worden, klinkt het. Bovendien wordt het DKO niet beschouwd als een ‘gewone hobby’, omdat het tot een diploma leidt en in sommige gevallen ook tot hoger onderwijs.
Dat betekent dat leeractiviteiten voor jongeren van 12 tot en met 18 jaar zoals voorheen slechts in kleine groepen van maximaal vier leerlingen georganiseerd mogen worden, onder strikte veiligheids- en hygiënevoorwaarden, maar wel binnen indien nodig. Andere buitenschoolse activiteiten voor jongeren vanaf 12 jaar, die tot nu verboden waren, mogen voortaan maar plaatsvinden met een beperking van maximaal 10 personen én buiten.
‘De enige wijziging is dat bij de min 12-jarigen de groep beperkt wordt tot maximaal 10 en dat activiteiten zoveel mogelijk buiten georganiseerd worden, in de volle wetenschap dat dit voor sommige activiteiten, zoals piano, niet altijd mogelijk is. In dat geval kan de opleiding nog steeds binnen georganiseerd worden’, zegt het kabinet-Weyts in de mededeling. (Belga)