‘Obstakels op de zeebodem kunnen smelten van gletsjers vertragen’
Enorme barrières van rotsen en zand kunnen mogelijk de afbrokkeling van gletsjers vertragen en de stijging van de zeespiegel temperen. Dat opmerkelijke plan is beschreven in het vakblad van de European Geosciences Union.
Om de klimaatverandering te stoppen of te temperen zijn al vaker grootschalige plannen bedacht die op het wereldwijde klimaatsysteem ingrijpen. Zo zijn schermen in de ruimte voorgesteld om de energie van de zon te filteren, spiegels in de woestijn om dat zonlicht te weerkaatsen of ijzerbemesting in de oceanen om de groei van plankton te stimuleren.
Nu beschrijft een studie in het vakblad Cryosphere een heel andere mogelijkheid: het smelten van gletsjers vertragen door enorme barrières op te werpen met zand en stenen. Het verschil met de andere vormen van ‘geo-engineering’ is dat de barrières niet inwerken op het klimaat zelf maar op een van de meest ernstige gevolgen ervan: de zeespiegelstijging.
De auteurs namen de Thwaites-ijsstroom in West-Antarctica als testcase. Met een breedte van 80 tot 100 kilometer is het een van de grootste gletsjers ter wereld, maar ook een van de snelst bewegende. ‘Thwaites kan de desintegratie van de hele West-Antarctische ijsplaat veroorzaken, goed voor een zeespiegelstijging van zo’n drie meter’, zegt Michael Wolovick, onderzoeker aan de Universiteit van Princeton en een van de auteurs.
Muur of obstakel
Het team analyseerde twee mogelijke ontwerpen. In het meer eenvoudige design worden artificiële heuvels of obstakels op de bodem gebouwd die de gletsjer dragen en de aanwas van ijs stimuleren. Een tweede, nog ambitieuzer scenario gaat uit van een een onderwatermuur. Die moet het warme water tegenhouden dat onder de basis van de gletsjer stroomt en er het smeltproces versnelt.
Via computermodellen werd gesimuleerd hoe de gletsjer zou reageren op de verschillende scenario’s. Daaruit blijkt dat zelfs het meer eenvoudige model bijdrage aan de zeespiegelstijging kan verminderen. De geïsoleerde 300 meter hoge bergen op de bodem geven volgens de modellen een kans van 30 procent om een snelle desintegratie van de ijskap te vermijden.
Dat plan is menselijk mogelijk, stellen de auteurs: er zou 0,1 tot 1,5 kubieke kilometer materiaal verplaatst moeten worden – vergelijkbaar met de bouw van het Suezkanaal (1 kubieke kilometer) of de Palmeilanden in Dubai (0,3 kubieke kilometer).
Het meer geavanceerde project zou met 70 procent veel meer kans maken om het afbreken van de ijsplaat te voorkomen binnen de volgende duizend jaar. De muur zou ongeveer de helft van het warme water tegenhouden en verhoogt ook de kans dat er ijsmassa bijkomt. Ook dat project is menselijk mogelijk, schrijven de auteurs, maar groter dan eender wat de mensheid tot nog toe heeft ondernomen,
Uitstoot
Hoewel de studie aantoont dat de mens in staat moet zijn tot dergelijke bouwwerken, zien de auteurs het niet snel gebeuren in de praktijk. De eenvoudigste ingreep bijvoorbeeld is dan wel vergelijkbaar met andere grote menselijke projecten qua schaal, moet het wel gebeuren in Antarctica, een van de hardste omgevingen ter wereld.
De auteurs hameren er dan ook op dat een snelle daling van de uitstoot van broeikasgassen de primaire focus moet blijven om de klimaatverandering te stoppen. ‘Er zijn elementen in de maatschappij die onze studie zullen gebruiken om aan te tonen dat het niet nodig is om de uitstoot terug te dringen’, schrijven de auteurs. ‘Ons onderzoek steunt die interpretatie op geen enkele manier.’
Ze voegen daaraan toe dat het vertragen van de gletsjers ook enkel invloed zou hebben op de zeespiegelstijging en niet op andere gevolgen van de klimaatverandering, zoals de verzuring van de oceanen en toenemend extreem weer zoals droogte of hittegolven. Een toenemende klimaatverandering zou bovendien de prestatie van hun ingrepen tenietdoen, omdat de gletsjers dan wel onderaan beter beschermd zijn, maar van bovenaf zouden smelten.
‘Hoe meer CO2 we uitstoten, hoe minder waarschijnlijk het wordt dat de ijskappen op lange termijn overleven in hun huidige volume’, besluit Wolovick.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier