Nood aan faalangsttraining op scholen
Faalangst komt vaker voor dan gedacht, maar er wordt zelden openlijk over gesproken.
Eenmaal de examenperiode nadert, breekt bij vele studenten het angstzweet uit. Een gezonde portie stress kan helpen om goed te presteren, maar voor sommigen wordt de druk zo groot dat ze er onder lijden. Faalangst komt vaker voor dan gedacht, maar er wordt zelden openlijk over gesproken.
Angst is een belangrijk overlevingsmechanisme dat ervoor zorgt dat we in bedreigende situaties alert zijn voor mogelijk gevaar. Wanneer angst optreedt bij ongevaarlijke situaties verliest het zijn nut en kan ons normale functioneren worden belemmerd. Wie aan faalangst lijdt, zal een moeilijke situatie proberen te ontvluchten uit angst om te mislukken. Tijd en energie worden niet langer besteed aan de taak die uitgevoerd moet worden, maar aan gepieker over de kans om daarbij te falen.
Drukkende verwachtingen
Faalangst is een onderschat probleem in het Vlaamse onderwijs. Steeds meer jongeren lijden eraan, ook buiten de examenperiodes. Studenten staan continu onder druk om goed te presteren. Zowel op school als thuis wordt van hen verwacht dat ze tal van vaardigheden ontwikkelen en kennis verwerven om zelfstandige individuen te worden. Men creëert hoge verwachtingen bij jongeren die faalangst kunnen ontwikkelen wanneer bepaalde vaardigheden onvoldoende ontwikkeld lijken.
Onderzoek vereist
“Het gebrek aan onderzoek naar faalangst bij Vlaamse jongeren bewijst dat de ernst van de problematiek onvoldoende wordt erkend” stelt Véronique Vancauwenbergh, coördinator voor Faresa@school bij het psychologisch centrum Faresa. In samenwerking met dat centrum verrichte Vancauwenbergh in 2012 als bachelorstudente toegepaste psychologie aan de Lessius Hogeschool een kleinschalig onderzoek bij studenten uit het hoger onderwijs. Via een vragenlijst peilde ze naar het optreden van faalangst bij 94 studenten, mannen en vrouwen van 18 tot 46 jaar.
Uit die enquêtes bleek dat ruim één op vijf (23%) van de studenten met een aanzienlijke mate van faalangst kampte. In het tweede deel van haar onderzoek volgde Vancauwenbergh vijf studenten die training kregen om hun angsten te bedwingen. In verschillende sessies werd de studenten kennis bijgebracht over faalangst, werkte men aan hun zelfvertrouwen en leerden ze vaardigheden aan om met hun angsten om te gaan. Na de training bleek de mate van faalangst bij elke student te zijn gedaald. ?
Prioriteit voor scholen Volgens Vancauwenbergh zouden scholen van faalangst een prioriteit moeten maken door het onderwerp onder meer via lezingen en workshops uit de taboesfeer te halen en aan preventie te doen. Door regelmatig metingen te verrichten naar faalangst en trainingen aan te bieden, kan faalangst effectief worden behandeld. Zo kan het onderwijs zijn taak ten volle vervullen: studenten wapenen voor de toekomst die hen te wachten staat, inclusief de mogelijke tegenslagen. (TE)
Véronique Vancauwenbergh deed mee aan de Vlaamse Scriptieprijs. Stuur ook jouw scriptie in voor deelname en maak kans op € 2.500! www.scriptieprijs.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier