Ruben Vanholme
‘Nieuwe gentechnieken bieden nieuwe perspectieven’
‘De commissies landbouw en milieu van het Europees Parlement hebben beide hun zegen gegeven voor het versoepelen van het gebruik van genetische gemodificeerde organismen (GGO’s) in de landbouw. Daar hebben ze goede redenen voor’, schrijft Ruben Vanholme. Deze week stemt het Europees Parlement of ze de commissies volgen.
Al sinds het prille begin van de landbouw veredelen boeren gewassen. De basis van dit veredelingsproces zijn aanpassingen in het genetisch materiaal van de plant. Het DNA van planten verandert namelijk spontaan van generatie op generatie. Door telkens de zaden van de sterkste en lekkerste planten uit te kiezen als zaaigoed voor het volgende seizoen, worden planten met het meest geschikte DNA geselecteerd.
Heel wat eigenschappen die voor een wilde plant erg voordelig zijn, zijn voor een landbouwgewas nadelig. Bijvoorbeeld, in de natuur verspreiden planten hun rijpe zaden om te vermijden dat de zaadjes op eenzelfde plaats terechtkomen en dat de plantjes na kieming rechtstreeks met elkaar in concurrentie gaan. Boeren willen net dat rijpe zaden aan de moederplant blijven hangen, want dan zijn de zaden eenvoudiger te oogsten. Dit kenmerk zit nu vervat in het DNA van zowat alle graangewassen.
Zolang de veranderingen in het DNA spontaan plaatsvinden op de akker, spreekt de EU-wetgeving niet over GGO’s. Het is pas als er een menselijke tussenkomst is bij het aanpassen van DNA, dat dergelijke planten GGO’s genoemd worden.
We eten GGO’s
Wist je dat de kans zeer groot is dat GGO’s nu al op jouw bord liggen? Onder meer pastatarwe onderging veranderingen aan het DNA door menselijke tussenkomst vanaf de jaren ‘50. Tarwekwekers worstelden met een gewas dat te gemakkelijk omviel op het veld. Om rassen te kweken met sterkere stengels gebruikten ze onder meer energieke straling om willekeurige veranderingen in het DNA aan te brengen. Dit resulteerde uiteindelijk in sterke tarwerassen die de basis vormen voor spaghetti en we al decennialang eten.
Volgens de Europese wetgeving is pastatarwe een GGO. Omdat het gebruik van straling voor het aanbrengen van aanpassingen in het DNA al decennialang veilig gebruikt werd in de gewasveredeling vóór de Europese GGO-wetgeving in 2001 in voege ging, besloot de EU dat deze GGO’s niet onder de GGO-regelgeving vallen. Dat is de reden waarom er geen GGO-label op onze spaghetti staat.
(Lees verder onder de preview.)
Alle technieken om DNA te veranderen die na 2001 werden ontwikkeld, worden door de EU nieuwe gentechnieken (NGT’s) genoemd. CRISPR is zo’n NGT. Het is een techniek om heel gericht een kleine aanpassing in het DNA te maken. Omdat NGT’s veel preciezer zijn dan het gebruik van straling -en dus nóg veiliger zijn-, stellen de Europese commissies landbouw en milieu voor om deze gewassen óók niet onder de GGO-regelgeving te laten vallen.
Bovendien, kan men niet afleiden hoe een verandering in het DNA van gewassen tot stand kwam: spontaan, via straling of met het gebruik van NGT’s. Voor boer, natuur en consumenten maakt het dus geen verschil. Verschillende internationale wetenschappelijke organisaties zijn tot de conclusie gekomen dat voedsel afkomstig van traditionele verdeling, straling of NGT’s allemaal even veilig zijn.
Wetenschappers zijn pro
Met NGT’s worden aardappelen bestand gemaakt tegen blauwstoot -de plekken die aanleiding geven tot aanzienlijke opbrengstverliezen- én aardappelen die gezondere frieten opleveren. Koolzaad werd veredeld met NGT’s waardoor de rijpe zaden aan de plant blijven hangen in de plaats van op de grond vallen, en tarwe waardoor die minder bemesting nodig heeft. Er werden fruitbomen bestand gemaakt tegen bacterievuur en gerst tegen schimmels. Er werd sla veredeld met verhoogde vitamine C, cassave met verlaagde hoeveelheid anti-nutriënten en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
De gerichte en precieze veranderingen in het DNA van planten helpen om de opbrengst van boeren veilig te stellen, voedselverliezen te beperken en het gebruik van pesticiden te verminderen. Dat is ook de stelling in de open brief gericht aan de leden van het Europees Parlement, ondertekend door 37 nobelprijswinnaars en meer dan 1500 andere wetenschappers. Ze herhalen daarbij een eerdere oproep van de 134 Europese onderzoeksintellingen -samen goed voor tienduizenden onderzoekers – om de huidige strenge Europese GGO-regelgeving te versoepelen.
Laat NGT’s niet enkel aan grote zaadbedrijven
In Knack verscheen een opinie dat NGT’s enkel voordelig zouden zijn voor grote zaadbedrijven. Aangezien de kenmerken nuttig zijn voor boer, natuur en consument, is het de vraag waar deze stelling vandaan komt. Het gebruik van NGT’s is perfect haalbaar voor kleine bedrijven en overheidsinstellingen. De techniek op zich is niet bijzonder duur of complex. Het is de regelgeving die het duur en complex maakt.
Enkel de wetgeving is nu nog bepalend of NGT’s ook mogelijk worden voor kleine spelers. Daarvoor kunnen we leren uit hoe het de transgene gewassen verging in de VS. Eén van de eerste commerciële transgene gewassen werd met een beperkt budget ontwikkeld aan de universiteit van Cornell (VS). Het waren virus-bestendige papaja’s waarvan de zaden patent-vrij en kosteloos aan fruittelers werden uitgedeeld. De bomen dragen meer dan vijfentwintig jaar na datum nog steeds weelderig vruchten. Het was pas toen er strengere GGO-wetgeving in werking trad, waarbij er torenhoge administratie en dure testen geëist werden, dat enkel grote zaadreuzen de commercialisering van dat soort GGO’s nog aankonden.
De GGO-wetgeving heeft weinig wetenschappelijke basis – die is voornamelijk politiek en ideologisch geïnspireerd – en draaide in de VS positief uit voor grote zaadreuzen. Het kan anders. In landen als Kenya, Uganda en Nigeria zitten onderzoeksinstellingen aan het roer om onder meer aardappelen te veredelen via GGO-technologie om het pesticidegebruik te verlagen. Die aardappelen op de markt brengen, kan enkel met ondersteunende overheden.
Om de NGT’s beschikbaar te maken voor iedereen in de EU die er nood aan heeft, moet de regelgeving vereenvoudigen en voorkomen worden dat er patenten genomen worden op zaden. Dat is exact wat de Europees Parlement nu op tafel heeft liggen.
Ruben Vanholme is onderzoeker plantengenetica VIB-UGent, lid van o.a. Natuurpunt, ProVeg en GMF, actief in Fietsersbond, en aanhanger van fairtrade en de lokale afvalarme deeleconomie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier