Nieuw onderzoek weerlegt de mythe van de man als jager
Nieuw onderzoek verwerpt de gangbare stelling dat mannen jagen en vrouwen verzamelen. Ook in oude samenlevingen bleken vrouwen evengoed behendige jagers te zijn, die actief mee op jacht trokken.
Antropologen hebben al eerder aangegeven dat het stereotype van de jagende man en de bessenplukkende vrouw niet echt strookt met de realiteit.
Op zijn minst in de recentere geschiedenis van de moderne jagers-verzamelaars zijn er verschillende bewijzen gevonden van samenlevingen waarin de vrouwen evengoed mee op jagerspad trokken. Zo zijn er verslagen over Agta-vrouwen op de Filippijnen en hun behendigheid met pijl en boog tijdens de jacht op wilde zwijnen. Bij het Aka-volk in Centraal-Afrika zijn er observaties van grootmoeders die meisjes van amper vijf jaar oud leren hoe ze stekelvarkens moeten vangen.
Een nieuw onderzoek deze week in PlosOne, heeft al die verslagen en observaties tussen eind 1800 en nu samengebracht in een uniek overzicht van vrouwelijke jagers. Ze ontdekten dat vrouwen in 80 procent van de onderzochte gemeenschappen jaagden.
Mannen op jacht, vrouwen bij de kinderen?
De gegevens ontkrachten dus de hardnekkige mythe dat mannen jagen en vrouwen verzamelen, een verdeling die nochtans diep verankerd zit in de menselijke geschiedenis.
In de eerste helft van de vorige eeuw verdedigden invloedrijke antropologen de opvatting dat jagen en vleesconsumptie opvallende evolutionaire veranderingen van de mens beïnvloedden zoals lopen op twee voeten, de vorm van de hersenen en het gebruik van gereedschappen.
Binnen dit narratief gingen de mannen op jacht terwijl hun vrouwelijke partners in de buurt van het kamp bleven om planten te verzamelen en voor de kinderen te zorgen.
Het idee was dat enkel mannen jagers konden zijn vanwege hun veronderstelde grotere fysieke kracht, zegt Sang-Hee Lee, biologisch antropoloog aan de Universiteit van Californië. Voorstanders beweerden dat vrouwen niet konden jagen ‘omdat ze baby’s hebben om voor te zorgen. Ze menstrueren ook, en hun bloed zou andere roofdieren aantrekken’, zegt Lee.
Stereotiepe voorstelling
Al in de jaren 1970 en 1980 maakte onderzoek steeds duidelijker dat vrouwen een belangrijke bijdrage leverden aan de maaltijden en niet enkel door te verzamelen, maar ook als jagers.
Toch bleef de mythe van zwervende, jagende mannen in de populaire verbeelding voortleven, deels door de stereotiepe voorstelling ervan in musea en in de media. Uit een onderzoek in 2019, waar Sang-Hee Lee aan meewerkte, bleek bijvoorbeeld dat een zoekopdracht op Google naar afbeeldingen van ‘prehistorische mensen’ 207 afbeeldingen van jagende mannen opleverde, tegenover 16 van vrouwen.
Taak voor de dag
In het recente onderzoek bestudeerde biologisch antropoloog Cara Wall-Scheffler een database met informatie over 1400 bevolkingsgroepen uit de afgelopen eeuwen. Ze selecteerde 63 groepen die zich onderscheidden als foerageerders in Amerika, Afrika, Eurazië, Australië en Oceanië. In 50 van deze 63 samenlevingen bleken vrouwen actief mee te jagen.
‘Ik had stiekem al het vermoeden dat vrouwen regelmatige jagers zouden zijn’, zegt Wall-Scheffler. Bovendien bleek uit haar onderzoek dat in 87 procent van de gevallen vrouwen dat doelbewust deden, en niet gewoon toevallig op een prooi vielen. Ze stonden er echt voor op en zagen de jacht als hun taak voor die dag, zegt ze.
En wat met de kinderen? Moeders droegen baby’s gewoon bij zich of lieten ze achter in het kamp bij andere leden van de gemeenschap, zo blijkt.
Ondanks de verschillen tussen de geslachten vond het team dus weinig bewijs voor starre genderregels. ‘Als iemand van jagen hield, kon die gewoon jagen’, concludeert het onderzoek.