Nederlandse ‘massaverwekker’ mag niet langer doneren: vier vragen over spermadonatie
De Nederlandse ‘massadonor’ Jonathan M. (41), die de afgelopen tien jaar naar eigen zeggen wereldwijd meer dan 550 kinderen heeft verwekt, mag van de rechtbank in Den Haag niet langer sperma doneren en daar ook niet voor adverteren. ‘Het beste vonnis dat had kunnen vallen en een belangrijk precedent’, aldus Steph Raeymaekers van vzw Donorkinderen.
Door Elisa Hulstaert
In Den Haag oordeelde de rechter vandaag dat de 41-jarige Jonathan M. geen sperma meer mag doneren en ook geen contact meer mag opnemen met wensouders. De man stond terecht nadat Stichting Donorkind (een organisatie die alle donorkinderen in Nederland verenigt), mede namens Max en zijn moeder Eva, een aanklacht tegen hem had ingediend. Zij ontdekten dat Jonathan M., met wie Eva in 2019 via het online platform OneWish contact kreeg, gelogen had over het aantal kinderen dat hij via donatie verwekt had. Eva wilde via zelfinseminatie een co-ouder op afstand vinden, met wie haar kind contact zou kunnen opnemen als het daar behoefte aan zou hebben.
Bij de commerciële Deense spermabank Cryos omschreef Jonathan M. zichzelf (onder de naam Ruud) als vrijwilliger, muzikant en iemand die graag mensen helpt. Vandaag vlogt hij over cryptomunten en leven in de natuur. Tegen de Nederlandse vrouwen die hij hielp met hun kinderwens, zei hij dat hij de wettelijke limiet van 25 kinderen niet zou overschrijden. Maar nadat aan het licht was gekomen dat hij zijn sperma al bij elf verschillende centra gedoneerd had, kwam Jonathan M. in 2017 bij Nederlandse fertiliteitscentra op een zwarte lijst te staan.
Buiten Nederland zou hij nog kinderen verwekt hebben in België, Duitsland, Spanje, Australië, Italië, Servië, Oekraïne, Duitsland, Polen, Hongarije, Zwitserland, Roemenië, Denemarken, Zweden, Mexico en de Verenigde Staten. Als Jonathan M. nu nog sperma doneert of contact opneemt met wensouders, riskeert hij dwangsommen van 100.000 euro. Plaatst hij nog advertenties, dan riskeert hij dwangsommen van 10.000 euro. Bovendien moet Jonathan M. bekendmaken of hij zijn sperma heeft gedoneerd aan meer fertiliteitscentra dan nu bekend is. Per dag dat hij dat niet doet, zal hij een dwangsom moeten betalen tussen 5000 en 25.000 euro.
Waarom gaan wensouders op eigen houtje op zoek naar een spermadonor?
Daarvoor zijn verschillende oorzaken. ‘Om te beginnen is er in de meeste West-Europese landen een tekort aan spermadonoren, waardoor de wachttijden voor wensouders lang kunnen zijn’, zegt Herman Tournaye, diensthoofd van Brussels IVF, het centrum voor reproductieve geneeskunde van het UZ Brussel. ‘In landen waar de anonimiteit werd afgeschaft, zoals Nederland of het Verenigd Koninkrijk, zien we die wachttijden nog oplopen. Via online platformen en groepen op sociale media vinden wensouders een snellere oplossing.’
Daarnaast hangt er een pittig prijskaartje aan de trajecten bij erkende fertiliteitscentra. ‘Omdat er een tekort is aan donorsperma, importeren we het via Europese spermabanken, maar de administratie en het vervoer daarvan maken dat ontzettend duur’, weet Tournaye. ‘Wensouders moeten al snel 500 à 700 euro neerleggen voor een rietje sperma. Onlangs hoorde ik van een collega dat het in Nederland al zou oplopen tot 1500 euro.’ Ten slotte willen wensouders steeds vaker meer informatie over de donor. ‘Wensouders nemen niet langer genoegen met de wetenschap dat het om een gezonde persoon gaat, ze willen weten wat voor iemand het is’, aldus Tournaye.
Hoeveel kinderen mogen spermadonoren verwekken?
Dat aantal ligt in elk land anders. In Nederland mag een spermadonor vandaag maximum 25 kinderen verwekken of 12 gezinnen helpen. In het Verenigd koninkrijk ligt het plafond op 10 gezinnen, en in België ligt dat aantal nog lager, met een maximum van 6 gezinnen.
Dat plafond wordt alvast in België niet grondig gecontroleerd. ‘Momenteel moeten spermadonoren op eed en eer verklaren dat ze nergens anders doneren of gedoneerd hebben’, zegt Tournaye. ‘Maar we hebben geen detectives die uitzoeken of die verklaringen wel kloppen.’
Jonathan M. doneerde zijn sperma aan 11 Nederlandse en verschillende buitenlandse fertiliteitsklinieken, maar omdat die onderling geen gegevens uitwisselen, bleef hij lang onder de radar. Daarnaast omzeilde hij de regels ook door zich als spermadonor op verschillende online fora aan te bieden, die aan alle bestaande controlemechanismen ontsnappen.
Kan een centrale registratie massadonatie tegengaan?
‘Al in 2007 kwam er een wet die zegt dat sperma- en eiceldonoren centraal geregistreerd moeten worden’, zegt Steph Raeymaekers van vzw Donorkinderen. ‘Die centrale registratie is er vandaag nog altijd niet. Als een overheid beleid maakt, moet ze er ook op toezien dat het wordt nageleefd.’
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) maakt zich sterk dat er tegen het einde van dit jaar een centraal donorregister zal zijn, waardoor fertiliteitscentra steeds moeten registreren wie doneert en wat er met de zaadcellen gebeurt. ‘Dit verhaal (van Jonathan M., nvdr) toont aan dat we moeten blijven nadenken over het thema en dat we onze wetgeving in orde moeten brengen. Dat heeft uiteraard ook een internationale dimensie’, aldus Vandenbroucke. ‘We zullen de private spermabanken in het buitenland dan ook vragen om zich aan het Belgische quotum te houden.’
Volgens Tournaye is het voorstel van Vandenbroucke een druppel op een hete plaat. ‘In België zal zo’n databank misschien wel iets oplossen, maar als commerciële spermabanken aan het quota van een bepaald land zitten, verkopen ze het zaad gewoon elders. Cryos heeft een afdeling in de Verenigde Staten en het zou me niet verbazen dat het donorsperma dat hier niet meer gebruikt kan worden, daarheen wordt gestuurd. In feite gaat dat dus ook over massadonatie.’ Om die reden vindt Raeymaekers dat België moet stoppen met het importeren van zaad uit grote, Europese spermabanken. ‘Als men echt in het belang van de kinderen wil handelen, moet er ook een internationale stop komen op de massaproductie van donorkinderen per donor.’
Karin van Zeelst, oprichtster van het online platform OneWish, waar Jonathan M. zich aanbood als spermadonor en contact kreeg met de Nederlandse moeder Eva, zegt van het nieuws te zijn geschrokken. ‘Via wensouders werden we vier jaar geleden al op de hoogte gebracht dat er iets niet pluis was, waarop we Jonathan M. van ons platform verwijderd hebben. Al blijft het natuurlijk een spijtige zaak, in de eerste plaats voor de gedupeerde wensouders.’
Van Zeelst pleit daarom voor een centraal donorregister waartoe ook online platformen toegang krijgen. ‘Wij willen daar ook aan bijdragen, en er gebruik van kunnen maken wanneer een spermadonor zich aanmeldt, zodat we kunnen nagaan hoeveel kinderen die in het verleden al heeft verwekt.’ Ook Raeymaekers wil naar een systeem waarbij de spermadonatie buiten ziekenhuizen geregistreerd en gecontroleerd wordt. ‘Ik denk niet dat online groepen strenger gereguleerd moeten worden, wel dat er een register moet komen waar je als wensouder kunt verifiëren of de spermadonor die zich aanbiedt te vertrouwen is.’
Kan het dan helpen om de anonimiteit van de spermadonor in fertiliteitscentra op te heffen?
Samen met heel wat andere instanties is vzw Donorkinderen vragende partij om de anonimiteit van spermadonoren op te heffen. ‘We weten dat het informele circuit enorm is toegenomen’, zegt Raeymaekers. ‘Heel wat wensouders willen immers zelf geen anonieme donor meer. Ze willen de donor kunnen ontmoeten en er vragen aan kunnen stellen.’
Tournaye betwijfelt of de opheffing van de anonimiteit het probleem helemaal kan oplossen. ‘Zolang de kostprijs voor een traject binnen de fertiliteitskliniek hoog is, de wachttijden lang zijn en wij mensen niet meer kunnen vertellen dan dat de anonieme of identificeerbare donor gezond is, zullen de zogenaamde wilde donoren blijven bestaan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier