Mysterie van de dag: waarom worden we ‘hangry’?

Ben je knorrig als je een knorrende maag hebt? Gelukkig heeft het niets met je persoonlijkheid te maken.

Het porte-manteauwoord ‘hangry'(een samenstelling van de Engelse termen ‘hungry’ en ‘anger’) kent in het Nederlands geen vertaling, maar toch weet iedereen waarover we spreken: knorrig rondlopen omdat je een knorrende maag hebt. Iedereen die ooit al eens op een dieet is geweest of erg grote honger had, kan zich wel voorstellen dat je opeens je naaste de huid wil volschelden. Gelukkig heeft het niets met je persoonlijkheid te maken, maar is het fenomeen wetenschappelijk te verklaren.

Wanneer je bloedsuikerspiegel daalt, raken je hersenen in paniek. In tegenstelling tot andere organen rekent je brein op een constante aanvoer van de suikervorm glucose. Wanneer die glucose ontbreekt, ervaart je brein dat als ‘levensbedreigend’. Daarom komen de zogenaamde vecht-of-vluchthormonen cortisol en adrenaline in ons lichaam vrij waardoor we ons agressief gaan gedragen.

Er is nog een andere reden voor het fenomeen die we in de hersenen zelf moeten zoeken. De neuropeptiden die een hongergevoel triggeren in het brein zijn immers diezelfde neuropeptiden die ook verantwoordelijk zijn voor het regelen van onze boosheid en impulsief gedrag.

Waarom ’s avonds en niet ’s morgens?

‘Hanger’ werkt ook in de omgekeerde richting. Wanneer we gestresseerd zijn, gaan we immers sneller naar voedsel grijpen en dan nog het liefst vet- en suikerrijke snacks.

Maar waarom komt hanger vooral s’ avonds voor? waarom voelen we die boosheid en woede ’s morgens niet na een hele nacht zonder voedsel? Dat heeft dan weer te maken met wilskracht en zelfcontrole die steeds meer afnemen naarmate de dag vordert.

Het houdt natuurlijk allemaal evolutionair gezien steek. ‘Hanger’ is een overlevingsstrategie. Wilde dieren moeten nu eenmaal vechten voor hun voedsel anders sterven ze.

De vraag is nu hoe we die vermaledijde ‘hanger’ kunnen vermijden? Om je bloedsuikerspiegel in balans te brengen en te vermijden dat die te snel gaat fluctueren, eet je best rijk gevulde maaltijden die je een vol gevoel geven. Daarnaast is het ook raadzaam om altijd enkele verzadigende snacks bij zich te hebben, zoals een banaan met pindakaas of yoghurt met fruit. Kies niet voor snoep en koeken als tussendoortje, want die doen je glucoseniveau te snel pieken, waardoor die daarna weer te snel zal dalen.

En een laatste gouden tip: heb je een belangrijke vergadering op het werk? Plan die dan na de maaltijd.