Mysterie van de dag: waarom staan de toetsen van een toetsenbord niet gewoon alfabetisch?
Deze zomer viert Knack.be de mysteries van het leven. Elke dag kruipen we in de huid van een verwonderd kind en verbazen we ons over al dan niet alledaagse mysteries. Vandaag: waarom staan de toetsen van een toetsenbord niet gewoon alfabetisch?
U heeft het zich waarschijnlijk ook al afgevraagd waarom de letters op een toetsenbord allemaal door elkaar staan en waarom wij dan ook nog een andere volgorde hanteren dan onze Nederlandse buren.
De meeste mensen denken dat er een heel ingenieus systeem aan de basis ligt voor de schikking van de letters, waar op het eerste gezicht geen touw aan vast te knopen is.
Sommige mensen beweren dat de toetsen op het toetsenbord zoals wij dat kennen zo geschikt zijn om ervoor te zorgen dat de sterkste vingers de letters aanslaan die het meest worden gebruikt. Maar waarom moet je een veelgebruikte letter als de klinker a dan met de linkerpink aanslaan? klopt dus niet! Bovendien werd het systeem voor blind typen met twee handen pas zo’n vijftig jaar geleden ontwikkeld.
De schrijfmachine
De schikking van de letters op het toetsenbord (althans de qwerty-versie) is het werk van de man die in de 19de eeuw de typemachine uitvond: Christopher Sholes. Die eerste schrijfmachine was een log gevaarte met zware toetsaanslagen.
Sholes zette de letters in eerste instantie op alfabetische volgorde op het toetsenbord van zijn typemachine. Toen hij een brief ging typen, kwam hij echter in de problemen. In het Engels veelgebruikte letters en lettercombinaties zoals h en i lagen naast elkaar en daar had de typmachine moeite mee. De hamertjes die aangeslagen werden om de letters via het inktlint op het papier af te drukken, kwamen met elkaar in botsing en raakten klem als ze te snel na elkaar werden aangeslagen.
Om te voorkomen dat het probleem zich te vaak zou voordoen en het succes van zijn uitvinding zou bedreigen, verplaatste Sholes de letters op zijn toetsenbord tot hij dit probleem zo goed als verholpen had. Het resultaat was de zogenaamde qwerty-indeling, genoemd naar de eerste zes letters van de bovenste rij.
De Fransen vonden dat er bij de qwerty-indeling te weinig rekening was gehouden met hun specifieke lettergebruik. Dus ontwikkelden ze een variant, de zogenaamde azerty-indeling. België koos eveneens voor het azerty-klavier.
De plaatsing van de letters en symbolen was vroeger dus geen kwestie van gebruiksgemak, maar had een puur technische reden. Sinds het gebruik van elektronische schrijfmachines en computers speelt deze reden niet meer mee, maar uit gewoonte heeft men de oude toetsenbordindelingen aangehouden.
Dvorak
In 1935 heeft een zekere August Dvorak een indeling uitgevonden die wel rekening hield met het gebruiksgemak: de Dvorakindeling. In tegenstelling tot qwerty of azerty is Dvorak niet ontwikkeld voor typemachines, maar voor toetsenborden waar geen hamertjes aan te pas komen.
Bij het Dvorak-toetsenbord bevinden de klinkers zich allemaal op de zogenaamde ‘home row’ (dit is de regel met de toetsen waar je vingers ‘in rust’ op staan) en zijn dus zonder veel moeite bereikbaar. Het aantal woorden dat met enkel de home row kan worden gevormd, ligt veel hoger dan bij de gangbare toetsenbordindelingen. Ongeveer 70% van de woorden in het Engels worden op de ‘home row’ getypt. (LB)
Mysterie van de dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier