Jeroen Meuleman
‘Latijn op school afschaffen: 4 denkfouten weerlegd’
Tegenstanders van de dode taal nemen in hun argumenten een loopje met taalkunde, kennisleer, logica en geschiedenis. Een aantal denkfouten weerlegd.
De uitspraak van Lieven Scheire, die vond dat Latijn aanbieden op de middelbare school “op niks slaat”, heeft heel wat deining veroorzaakt. Onder andere op Newsmonkey werd hij bijgetreden. Dat ons middelbaar onderwijs op heel wat vlakken tekortschiet en nieuwe maatschappij- en technologietrends te traag achterna hobbelt, is een feit.
Of Latijn een plaats heeft in de middelbare school of niet, dat wil ik in het midden laten. Maar tegenstanders van de dode taal nemen in hun argumenten een loopje met taalkunde, kennisleer, logica en geschiedenis. Hier zijn een aantal denkfouten:
Fout 1: We evolueren naar een soort wereldcreools
Om af te dingen op het belang van talenkennis, en Latijn in het bijzonder, hoor je links en rechts wel eens dat het Nederlands binnen 500 jaar misschien ook niet meer zal bestaan, en dat we over de hele wereld een soort Chinglish gaan spreken.
Hoewel het waar is dat taaldiversiteit overal in de wereld afneemt, is Nederlands met zo’n 23 miljoen sprekers een zeer gezonde taal. Nederlands houdt het al 1.000 jaar uit, en dat omringd door dominante, “grotere” talen. Er is geen reden om aan te nemen dat onze taal binnen 500 jaar weg is. Factoren die taaldood in de hand werken, zoals afwezigheid van een schrift, lage sociale status, politieke repressie en lage economische waarde, zijn voor het Nederlands allemaal afwezig.
Talen kunnen zich bovendien inderdaad vermengen tot pidgins en creooltalen, maar dat veronderstelt massale (en gewelddadige) migratiegolven, neo-kolonisaties en andere types volksverhuizingen die met het ontstaan van creolen gepaard gaan. Kunstmatige pogingen om globale hybridetalen te creëren, zijn bovendien telkens stukgelopen op de hardnekkigheid van levende culturen.
Fout 2: De Romeinse cultuur was nooit de onze
Latijn was de taal van de Kerk en daarvoor van het Romeinse Rijk. Belgen stammen af van de Franken, een Germaans volk dat zich in de vierde en vijfde eeuw vestigde tussen de Seine en de Rijn. In dichter bevolkte gebieden namen ze de taal, religie en de cultuur over van de Romeinen, in dunner bevolkte gebieden bleef het Germaanse karakter van de taal overeind, maar werden eveneens veel aspecten van de Romeinse cultuur overgenomen.
Moeten we dan Proto-Germaans gaan leren? Dat is een beetje problematisch, want er zijn geen geschreven bronnen van. Latijn was inderdaad mee een instrument in de onderdrukking door de Kerk, maar het was evengoed in de Renaissance de taal van veel vroegmoderne denkers, filosofen en artiesten die vandaag als verlichter mogen gelden dan de gemiddelde reaguurder.
Zijn er volkeren platgewalst onder de efficiëntie van de Romeinse legioenen en kolonisaties: zeker. Maar stellen dat het genocide was, of dat de Romeinen zo repressief waren als IS, is stemmingmakerij. Bovendien deden de Romeinen iets wat andere veroverende volkeren niet deden: ze lieten oude tradities intact en namen ze mee op in hun eigen cultuur. Rome heeft keizers gekend uit de Balkan, Spanje, Gallië en uit Noord-Afrika.
Het is gevaarlijk om hedendaagse concepten te projecteren op een verleden dat we niet alleen zelf niet meegemaakt hebben, maar waar andere culturele contexten heersten. Om die reden Latijn uit het venster gooien is even raar als Engels en Frans afschaffen omdat ze de talen zijn geweest van patriarchale onderdrukkers.
Fout 3: Latijn belemmert onze vooruitgang en we zouden beter Chinees leren
Vooralsnog leren Chinezen liever Engels dan dat ze eisen dat buitenlanders Chinees leren. In de jaren ’80 was het bon ton om te voorspellen dat de toekomst Japans was, nu is hij Chinees. Er zijn echter geen tekenen dat China bouwt aan een cultureel imperalisme zoals de Amerikanen, de Britten en de Fransen dat voor hen deden.
Een ander argument is dat de tijd die we spenderen aan Latijn, verliezen aan vlijtige Aziaten die die tijd invullen met meer wetenschap en wiskunde. Alleen zorgt meer wetenschap en wiskunde niet automatisch voor meer innovatie. Innovatie is enorm belangrijk als drijvende kracht voor een competitieve kenniseconomie, en de inspiratie daarvoor komt vaak uit de zaken vanuit een ander perspectief leren bekijken. Dat is niet iets wat enkel wiskunde kan aanleren.
In België hebben we een zeer rijke culturele context, als kruising van verschillende culturen en buurland van vier voormalige wereldrijken. Die heeft mee gezorgd voor onze rijkdom, veelzijdigheid en het succes van Belgische topdiplomaten, die zich makkelijker dan hun Franse of Duitse evenknieën in een andere culturele context kunnen verplaatsen.
Die cultuur gaan weggommen door er de wortels van weg te knippen in het onderwijs, om enkel in te zetten op ingenieurs opleiden, die duurder zullen zijn dan hun Indische concurrenten maar geen enkel concurrentieel voordeel hebben (wetenschap is immers een universele taal), is kortzichtig.
Fout 4: Latijn houdt een elite in stand
Het beruchte watervalsysteem in de middelbare scholen is een pijnlijk sociaal probleem dat maar niet opgelost raakt. Latijn – en Grieks – de nek omwringen zal dit systeem niet veranderen. Het ereschavot zal enkel nog prominenter ingenomen worden door de opleiding wetenschappen-wiskunde. Als mijn eigen middelbare schooltijd, nu al meer dan 12 jaar geleden, een indicatie is, dan is dit nu al volop aan de gang.
Laten we vooral niet vergeten dat Latijn een keuze is, en geen plicht. Maar moet Latijn überhaupt nog een plaats krijgen in het middelbaar onderwijs? Misschien, misschien ook niet. Friedrich Nietzsche zei ooit: “De beste manier om een zaak onderuit te halen, is ze verdedigen met de verkeerde argumenten.” Een verdediger van de afschaffing van Latijn die weinig kennis heeft van hoe geschiedschrijving en taalkunde werken, is net zo dol als een sportman laten opiniëren over het nut van chemie.
Latijn heeft, net als elke taal, mensen samengebracht, verdeeld, overheerst, de vrijheid gegeven, verlicht en ook dom gehouden. De stamtaal van Frans, Spaans, Italiaans en Portugees heeft als één van de eerste wereldtalen ooit, een erfenis nagelaten die nog altijd nazindert in de hele wereld. Die erfenis heeft veel donkere bladzijden, maar die heeft elke geschiedenis en elk imperium.
Jeroen Meuleman schrijft meestal onder het pseudoniem Anton Voloshin teksten, gedichten, satire en opinies. In het dagelijkse leven werkt hij in de marketing. De oorspronkelijke versie van deze bijdrage verscheen op één van zijn blogs op www.antonvoloshin.net.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier