Jongens zijn vaker pro huwelijk dan meisjes
Gezinnen waaieren vandaag meer uit dan twintig jaar geleden.
Hoe kijken eerstejaarsstudenten tegen het concept gezin aan? Een team rond socioloog Koen Matthijs (KU Leuven) heeft die vraag onderzocht en de resultaten vergeleken met enquêtes uit 1997 en 2002. Het onderzoek verscheen in het vakblad Family Relations en in De Gids op Maatschappelijk Gebied.
Een gezin is vandaag minder homogeen. Het is minder geworteld in traditionele gemeenschapswaarden en klassieke gezins- en genderpatronen, en waaiert uit in alle richtingen. Het neigt meer naar ‘zuivere relaties’, die geëvalueerd en ontbonden kunnen worden zodra ze niet meer voldoen. De tolerantie voor buitenechtelijke kinderen is bijvoorbeeld toegenomen van 50 naar 74 procent. De tolerantie voor homohuwelijken ging van 82 naar 96 procent.
Omgekeerd steunt nog amper 20 procent de stelling dat kinderen meer zekerheid in een huwelijk hebben; twintig jaar geleden was dat nog 47 procent. Opvallend is dat jongens vaker pro huwelijk zijn dan meisjes. Zij zijn doorgaans niet alleen progressiever, ze zien ook meer nadelen aan een huwelijk. Jongens focussen nog altijd meer op het ‘gemak’ ervan.
Jongeren beschouwen een overleden gezinslid wel meer dan vroeger als een blijvend lid van dat gezin. Voor goede vrienden geldt dat nog altijd niet. Zelfs een hecht samenleven met studenten op een kot kan het gezinsleven niet evenaren. Wat in het Engels zo mooi de ‘ framily‘ heet (van ‘ friends‘ en ‘ family‘) is bij ons geen ingeburgerd concept. Er zijn grenzen aan wat een gezin kan zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier