Hoe realistisch is een nakend ‘einde der tijden’ voor de mensheid?
We lijken met onze ‘beschaving’ recht op een zelf gecreëerde afgrond af te stormen. Is het einde van de mensheid nabij?
De grootste transitie in de geschiedenis van de mensheid is ongetwijfeld de switch van een zwervend bestaan als jager-verzamelaar naar een territoriaal leven als landbouwer, zo’n 10.000 jaar geleden. Het kunnen kweken van gewassen en dieren veranderde alles. Het introduceerde het concept ‘eigendom’ in de mensenwereld, dat gekoppeld raakte aan macht, hiërarchie, ongelijkheid, onderdrukking en uitbuiting. Er kwamen controlerende systemen als politiek en religie, en steeds beter bewapende legers.
Baanbrekende innovaties zoals het schrift, geld en het wiel culmineerden in satellieten die rond de aarde draaien en naar andere planeten vliegen. The sky is niet langer the limit. Het wordt allemaal als ‘vooruitgang’ omschreven in vergelijking met het ‘primitieve’ bestaan van de jager-verzamelaars. Het kweken van voedsel creëerde ook mogelijkheden voor almaar meer mensen, waardoor onze bevolking explodeerde. Dat wordt her en der als een succes beschouwd.
We contrasteren de moderne ‘beschaving’ graag met de ‘wilden’ van vroeger (en nu). Maar nieuwe wetenschappelijke inzichten, samengevat in New Scientist, knagen aan dat onderscheid. Het lijkt er steeds meer op dat het leven van onze jagende en verzamelende voorouders helemaal niet zo rudimentair was als we dachten. Ook zij hadden al een soort steden en maakten mooie sieraden en gesofisticeerde werktuigen.
Wereldcrisissen volgen een cyclus met een piek om de twee tot drie eeuwen – we bereiken nu weer zo’n piek.
De transitie naar een landbouwmaatschappij zou aanvankelijk veel geleidelijker gegaan zijn dan men lang gedacht heeft, omdat het niet evident was dat het kweken van gewassen voordelen bood. De eerste boeren zouden eerder tuinders geweest zijn, die tussen het jagen en verzamelen door wat granen en groenten kweekten. In nogal wat prehistorische gemeenschappen zou de landbouwpraktijk na verloop van tijd weer zijn opgegeven, omdat ze niet rendeerde.
Voorspelbaar weer
De trigger om definitief en op grote schaal te gaan boeren was waarschijnlijk een evolutie van het globale klimaat naar meer stabiliteit. In erg veranderlijke weersomstandigheden is het voordeliger om te zwerven, maar als het weer voorspelbaar is kun je je ergens vestigen en erop rekenen dat je voldoende voedsel kunt kweken. Het klimaat zou dus toen al een sleutelrol in ons succes gespeeld hebben.
De hamvraag is dan wanneer en waarom de eerste eenvoudige steden uitgroeiden tot veel complexere maatschappijen. Er is debat over, maar een studie in Science Advances haalde een factor naar voren die als ‘cruciaal’ in deze evolutie gezien wordt: oorlogvoering. De organisatie van bevolkingsgroepen in systemen met geld en politiek impliceerde kwetsbaarheid voor raids van andere bevolkingsgroepen, waardoor er snel werd gewerkt aan verdedigingsmiddelen, zoals legers, ijzeren wapens en cavalerie. Verdedigingssystemen muteerden tot aanvalssystemen. In die visie, die her en der gecontesteerd wordt, is oorlog wat mensen tot de succesvolste aap ooit heeft gemaakt.
De grootste ‘beschavingen’ waarover we leren in de lessen geschiedenis, draaiden niet alleen om pracht en praal en megalomanie, maar ook om oorlog en geweld: de Oude Grieken en Romeinen, de Maya’s, de opeenvolgende Chinese dynastieën… Ze hebben nog een gemeenschappelijk kenmerk: ze gingen uiteindelijk ten onder. In New Scientist trekt een wetenschapper een ontnuchterende parallel met de situatie van de huidige ‘westerse beschaving’ (West-Europa en Noord-Amerika): na eeuwenlange werelddominantie lijkt ze in een stevige crisis te zijn verzeild, met als sleutelkenmerken toenemende economische ongelijkheid, politieke polarisatie, groeiend geweld en ecologische rampspoed. Het klinkt herkenbaar.
De wetenschapper in kwestie is auteur van wel meer intrigerende maar ook omstreden studies, gepubliceerd in onder meer PLoS One en Philosophical Transactions of the Royal Society B. Ze suggereren dat ‘gewelddadige politieke instabiliteit’ in de loop der tijden twee cyclussen volgt, waarvan de belangrijkste eens om de twee of drie eeuwen ‘piekt’. Indicaties van een naderende crisis zijn toenemende overheidsschuld, verlies van vertrouwen in de politiek en economische druk van buitenaf – ook dat klinkt herkenbaar. Als een bevolking het gevoel krijgt dat ze het minder goed heeft dan de vorige generatie, kan ze in opstand komen tegen het systeem. De huidige boerenprotesten lijken in dat plaatje te passen.
Belgische revolutie
De vorige ‘wereldcrisis’ vond zo’n twee eeuwen geleden plaats, in het midden van de 19de eeuw. België ontstond uit een weliswaar vrij geweldloze revolutie in 1830. Europa kende toen een opstoot van revoluties – de ene lokt dikwijls de andere uit. Ook in China en de Verenigde Staten waren er zware crisissen met veel doden. De Chinese Taiping-rebellie maakte in een tiental jaren tijd tussen 20 en 30 miljoen doden, waardoor ze de trieste eer heeft de dodelijkste burgeroorlog in de menselijke geschiedenis te zijn. De Amerikaanse Burgeroorlog, die draaide rond de afschaffing van de slavernij, een mensonterend gegeven, maakte in dezelfde periode meer dan een half miljoen slachtoffers. Het zijn ontluisterende cijfers.
Maar het hoeft niet altijd slecht af te lopen. Wetenschappers wijzen erop dat de Britten er in die tijd in slaagden om grotendeels aan geweld te ontsnappen. Een gewelddadige crash van een maatschappij is geen onvermijdbare uitkomst. Visionaire leiders kunnen hun volk zonder kleerscheuren door turbulente tijden loodsen als ze de juiste beslissingen nemen. De analysen lijken ook te suggereren dat de mensheid als collectief toch lessen uit haar geschiedenis trekt, zodat ze steeds meer weerbaarheid tegen gewelddadige crashes ontwikkelt.
Hoe dat laatste in de hand kan worden gewerkt, bleek uit een recente analyse in Scientific Reports. Hoe gesofisticeerder systemen voor informatieverwerking, economische uitwisseling en behoorlijk bestuur worden, hoe meer een volk of natie immuun wordt voor een crash. In essentie is het terug te voeren tot ‘de accumulatie van sociale technologieën die een betere en efficiëntere organisatie mogelijk maken’. De ‘elites’ moeten altijd oog blijven hebben voor het ‘algemeen belang’. ‘Sociale bewegingen en onzelfzuchtige leiders’ moeten hen op het juiste pad houden. Algemeen stemrecht, een minimumloon en een vermogensbelasting zijn geschikte instrumenten om het na te streven. Ruw samengevat klinkt dat als ‘goed bestuur’.
Moreel kompas
Ook Nature bracht vorig jaar ‘goed nieuws’. Het gangbare idee dat het ‘moreel kompas’ van de gemiddelde mens achteruitgaat, zou een illusie zijn. Veel mensen menen dat ‘burgerschap een ouderwetse eigenschap geworden is, eerlijkheid een optionele oefening en vertrouwen een relict uit lang vervlogen tijden’. Met die herkenbare zinnen begon het verslag in het blad, maar de auteurs wezen er fijntjes op dat ze meer dan 2000 jaar oud zijn en uit de koker kwamen van de Romeinse denker Titus Livius, een vrijgelaten slaaf overigens, die zich in zijn werk Ab Urbe Condita zorgen maakte over de tanende ‘moraliteit’ van de doorsnee Romein.
De ‘illusie van moreel verval’ zou een gevolg zijn van twee hardnekkige psychologische eigenschappen van de mens: enerzijds de neiging om in het heden te focussen op slecht nieuws – onze media draaien erop – en anderzijds de gewoonte om negatieve herinneringen gemakkelijker te vergeten dan positieve. Zo krijg je constant het idee dat het vroeger beter was – een verschijnsel dat blijkbaar van alle tijden is. In hun studie merkten de auteurs op dat mensen elkaar vandaag gemiddeld beter behandelen dan vroeger, wat niet het geval zou zijn mocht moraliteit zich in vrije val bevinden.
Mensen hebben ook de neiging om wat ze in hun eigen leefomgeving aan positiefs zien gebeuren, als ‘uitzonderlijk’ te beschouwen. Als ze iemand iets goeds zien doen, wijten ze dat gemakkelijk aan toeval: ze hebben toevallig goede mensen in hun omgeving, terwijl het elders kommer en kwel is.
De perceptie van morele teloorgang is volgens de auteurs van de studie ‘doordringend, hardnekkig, ongefundeerd en gemakkelijk op te roepen’. Populisten doen er graag een beroep op om mensen bang te maken voor ontwikkelingen zoals migratie, waar ze in feite niet bang voor zouden hoeven te zijn, want er zijn veel ergere dingen in de wereld, zoals de klimaatopwarming en de nucleaire dreiging. Het bewerken van naïeve geesten gaat echter te gemakkelijk om het niet courant in te zetten om macht te verwerven. Populistische partijen garanderen helaas niet het goede bestuur dat nodig is om maatschappijen te behoeden voor onrust en geweld.
De recente klimaatopwarming en ons kernwapenarsenaal maken dat veel wetenschappers vandaag met een heel bezorgde blik naar onze toekomst kijken. Klimaatveranderingen hebben in het verleden al mensachtigen doen uitsterven. De wat bizarre aapmens Paranthropus, met menselijke eigenschappen maar verrassend kleine hersenen, was waarschijnlijk slachtoffer van een globale klimaatopwarming, zo’n 1 miljoen jaar geleden. Zijn voornaamste voedselbron verdween en hij slaagde er niet in zich snel genoeg aan te passen aan de nieuwe vegetaties.
Populistische partijen garanderen niet het goede bestuur dat nodig is om ons te behoeden voor onrust en geweld.
Perfecte storm
Vandaag komt er razendsnel een nieuwe globale klimaatopwarming op ons af, veroorzaakt door ons eigen massale gebruik van fossiele brandstoffen. Ze ontregelt steeds meer menselijke systemen op zowel lokaal als mondiaal niveau. Het is een druk die steeds moeilijker te counteren valt, zeker omdat de traagheid inherent aan de menselijke besluitvorming en de druk van lobby’s die veel te verliezen hebben bij de implementatie van een mensvriendelijker systeem, een transitie bemoeilijken.
Een studie in Nature Sustainability concludeerde recent dat nu al meer dan 9 procent van de mensheid in een omgeving leeft, die ver buiten de ‘ideale klimaatniche’ voor mensen ligt. Tegen het einde van de eeuw dreigt dat 39 procent te worden. Het zal veel voedselonzekerheid creëren en massale migratie in de hand werken. Het is een geschikt recept voor grote maatschappelijke onrust – de ongeregeldheden in het Midden-Oosten en de Hoorn van Afrika zijn er nu al een emanatie van.
‘Wat de huidige klimaatcrisis zo verontrustend maakt, is dat ze de stabiliteit die ons de laatste 10.000 jaar zo succesvol maakte op de helling zet’, stelde een wetenschapper in New Scientist. De basiselementen van onze moderne maatschappij, zoals landbouw, konden uitmonden in complexe gemeenschappen omdat ze plaatsvonden in een context van relatief grote klimatologische stabiliteit.
Een tweede essentieel onderscheid met vroeger is dat de oorlogvoering die volgens sommigen aan de basis van de menselijke expansie ligt, steeds krachtiger instrumenten oplevert. De mensheid mag dan wel een uitzonderlijke intelligentie gecultiveerd hebben, maar ze heeft die wel ingezet om als eerste soort ooit een systeem te ontwikkelen waarmee ze zichzelf kan uitroeien.
Er wordt gewerkt aan het afbouwen van het aantal kernwapens, maar hun vernietigingskracht wordt steeds groter. In één kernonderzeeër zou vandaag meer vernietigingskracht zitten dan die van alle bommen uit de Tweede Wereldoorlog samen, de twee Amerikaanse atoombommen op Japan inbegrepen. In de huidige context van geopolitiek gemanoeuvreer door dictators die niet in het plaatje van ‘visionaire leiders’ passen, is het geen geruststellend gegeven.
De combinatie van politieke instabiliteit, een allesvernietigend kernwapenarsenaal en een globale klimatologische ontwrichting met een sterke impact op steeds meer mensen is geen scenario voor een bloeiende toekomst van de mensheid. Je zou het met een in deze context toepasselijke analogie een ‘perfecte storm’ kunnen noemen. Misschien is het einde van de mensheid dan toch nabij. Dan komen wij met onze grote hersenen in dezelfde historische schuif te liggen als onze voorouder Paranthropus met zijn kleine hersenen: allebei slachtoffer van een klimaatopwarming. En de aarde? Die zal rustig doordraaien, ook zonder ons.