In memoriam Michel Siffre (85): de ontdekkingsreiziger van de tijd

Michel Siffre sprak niet graag over wat het isolement psychologisch met hem had gedaan. © Bridgeman Images
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

De Franse speleoloog Michel Siffre, die bekend was om zijn onderzoek naar de interne biologische klok van de mens, is op 85-jarige leeftijd overleden.

Op 16 juli 1962 daalt de Franse avonturier zonder horloge af in een gletsjerspleet, om te onderzoeken ‘wat er gebeurt als er maandenlang niets gebeurt’. Zijn bagage bestaat uit een zaklamp, een tent, een ligbed, een vouwstoel, een paar boeken, een platenspeler en een veldtelefoon. Een team van vrienden bij de ingang van de grot heeft strikte consignes meegekregen: Siffre geeft een kort teken van leven elke keer als hij denkt dat er weer een dag voorbij is, maar onder geen beding mag de buitenwereld contact opnemen. Om zichzelf de verleiding van een vlucht te besparen, laat Michel Siffre de ladder weghalen. Er is geen ontsnappen meer uit deze val.

De vrieskou en het vocht kruipen zijn tent binnen. Het kleine kacheltje steekt hij niet aan uit angst voor koolmonoxidevergiftiging. De diarree die hij dankt aan een reis naar Sri Lanka wordt een uiterst onaangenaam probleem. Maar het experiment gaat door. De avonturier eet wanneer hij honger heeft en slaapt wanneer hij moe is. Op 14 september wordt hij weer bovengronds gehesen. Veel te vroeg, denkt Siffre. Volgens zijn tijdsbesef was het pas 20 augustus. In het duister van de grot vergleed de tijd anders. Het desoriënteerde Siffre. Wat betekent het woord ‘dag’ nog wanneer je geen zonlicht ziet? Er waren eerder experimenten geweest met grote groepen proefpersonen in afgesloten bunkers. De begrippen ‘bioritme’ en ‘biologische klok’ bestonden al voor het fel gemediatiseerde onderzoek van Michel Siffre ze breed verspreidde. Iconisch is de foto die Siffre van zichzelf maakte, terwijl hij Plato leest op zijn veldbedje. Ironisch genoeg niet Plato’s Allegorie van de Grot, maar zijn Symposium, dat gaat over de limieten van de menselijke kennis.

In de gletsjerspleet begon ‘de mol van Frankrijk’ te hallucineren.

Ruimtereizen

Het avontuur in de gletsjerspleet kwam met een prijs. Siffre had er gehallucineerd en sprak niet graag over wat het isolement psycho­logisch met hem had gedaan. Hij begeleidde andere speleologen die zijn experiment dunnetjes overdeden, maar de ‘Mol van Frankrijk’ bleef liever bovengronds. In 1972 kwam de NASA aankloppen. Siffre trok zich een half jaar terug in Texas, ditmaal in een veel comfortabelere grot met een aangename 20 graden Celsius. Hij at gevriesdroogde rantsoenen uit het Apollo-programma. De Texaanse resultaten waren wetenschappelijker, en spectaculair ­anders. Siffres biologische klok bleek er trager te tikken. De ­speleoloog begon te leven in een ritme van 48 uur: 36 uur was hij wakker, gevolgd door 12 uur slaap. Ook nu kwam er verwardheid, die gaten in zijn geheugen sloeg. De NASA besloot dat lange ruimte­reizen niet evident zouden zijn.

Rond de millenniumwisseling volgde een laatste stunt. De NASA had de 77-jarige John Glenn de ruimte in gestuurd. De 60-jarige Siffre nam de handschoen op, en daalde 900 meter af in een grot bij Montpellier. Elektroden op zijn borst stuurden in real time data naar de oppervlakte. Siffre vreesde dat de millenniumbug het experiment zou vergallen: zijn laptop zou niet meer werken en, al even erg, de crashende computer zou verklappen wanneer het nieuwe jaar begon. Maar met die millenniumbug viel het best mee, zoals bij de meeste computers in de bovenwereld. Het nieuwe millennium vierde deze ontdekkingsreiziger van de tijd met foie gras en champagne, maar wel pas op 4 januari. Daarna verkocht hij zijn huis en trok als nomade door Midden-Amerika, om er rotstekeningen van de Maya’s te bestuderen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content