IJsmummie Ötzi had zelfde tandproblemen als wij vandaag
Een wetenschappelijk onderzoek van het gebit van de 5000 jaar oude mummie Ötzi geeft informatie over tandziektes van vandaag en over de levensstijl tijdens het Neolithicum.
Ötzi, een mummie uit het Neolithische tijdperk (ongeveer 3300 jaar voor Christus) is de oudste natte mummie die tot nog toe ontdekt werd. Sinds hij in 1991 gevonden werd in de Ötzal Alpen in het zuiden van Tirol werd de ijsmummie aan verschillende onderzoeken onderworpen. Zijn gebit, dat nog volledig was toen hij rond zijn veertigste stierf, werd echter nauwelijks onderzocht. Samen met wetenschappers uit Italië en de Verenigde Staten bracht een onderzoeksteam van het Centrum voor Evolutionaire Geneeskunde aan de Universiteit van Zürich hier verandering in.
Aan de hand van een driedimensionale tomografische computerreconstructie kregen zij een beter zicht op de mondholte en de tanden van de gletsjermummie. De data toonden aan dat Ötzi last had van verschillende mond- en tandaandoeningen die tot op vandaag wijdverspreid zijn. Dit onderzoek heeft niet alleen geholpen om tandziekten in kaart te brengen maar geeft ook nuttige informatie over de eetgewoonten van de tijd, vertelt het hoofd van het onderzoeksteam Frank Rühli. Hun bevindingen werden gepubliceerd in het wetenschappelijke magazine ‘European Journal of Oral Sciences’.
Ontstoken weefsel Vooral cariës en paradontale aandoeningen troffen de tanden van Ötzi. Het parodontium, het steunweefsel rond de tanden en kiezen, bleek ontstoken en beschadigd te zijn. Vooral in de buurt van de achterste kiezen, waar de beschadiging van het steunweefsel bijna tot aan de wortel reikte.
“We weten al langer dat beschadiging van het steunweefsel rond de tanden een veelvoorkomende ziekte was. Studies van schedelvondsten uit de Steentijd en Egyptische mummies toonden dat al aan. Maar het gebit van Ötzi geeft ons een inzicht in de vroege vorm van de ziekte”, zegt Roger Seiler, tandarts van de Universiteit Zürich. Zo wordt ontsteking van het tandvlees tegenwoordig vaak geassocieerd met hart- en vaatziekten. Opmerkelijk is dat hiervan ook bij Ötzi sporen werden gevonden. Eerder onderzoek toonde immers aan dat Ötzi leed aan arteriosclerose of hartaderverharding.
Zware levensomstandigheden
De vele gaatjes in de tanden van de gletsjermummie verschaffen informatie over het voedselpatroon van Ötzi en zijn tijdsgenoten. Onderzoek wees op een zeer zetmeelrijke voeding zoals brood en graan. De verklaring daarvoor is te vinden in de opkomst van de landbouw tijdens de Neolithische periode. “En granen bevatten koolhydraten en die verhogen het risico op tandziektes, zoals ook duidelijk zichtbaar is bij Ötzi”, zegt onderzoeker Albert Zink.
Andere schade en verval aan het gebit van de mummie zijn te wijten aan ongelukken. Één van zijn voortanden moet een zware slag opgevangen hebben met afsterving als gevolg. De verkleuring is nog steeds duidelijk zichtbaar zeggen de wetenschappers. Ook één van de achterste kiezen was beschadigd. Vermoedelijk door op iets te kauwen zoals een steentje dat in granenpap was terecht gekomen. Dit tandverval is een bewijs van de zware levensomstandigheden waaraan Ötzi werd blootgesteld , besluiten de onderzoekers. (LS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier