Hoeveelheid grijze stof in de hersenen neemt af in de ruimte
Onze hersenen reageren sterk op een verblijf in de ruimte.
Belgische wetenschappers bestuderen Russische kosmonauten. Dat is geen omgekeerde spionage, maar maakt onderdeel uit van onderzoek naar de effecten van een langdurig verblijf in de ruimte op het menselijke gestel. Mensen zijn niet gemaakt om te leven in permanente gewichtloosheid, hoe graag sommigen het ook anders zouden zien.
Angelique Van Ombergen (UAntwerpen) en haar collega’s leggen opvallende verschillen bloot in de structuur van de hersenen na een lang verblijf in de ruimte. Van Ombergen is audioloog, een expert van het gehoor- en het evenwichtsorgaan – dat laatste is uiteraard belangrijk voor een leven in permanente gewichtloosheid.
In het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences tonen de onderzoekers aan dat het hersenvocht toeneemt in de ruimte. Dat vocht beschermt onze hersenen tegen calamiteiten van buitenaf. De vier vochtkamers in ons hoofd worden groter en vangen zo een hogere druk in delen van ons lichaam op. In gewichtloze toestand stroomt er meer vloeistof naar het hoofd. De vochtkamers nemen dat op, zodat de rest van de hersenen er niet door gehinderd wordt. Na de terugkeer op aarde verdwijnt geleidelijk het extra vocht weer uit de hersenen.
Eerder beschreven Van Ombergen en haar collega’s in New England Journal of Medicine ook significante veranderingen in zowel de grijze als de witte stof in de hersenen van ruimtevaarders. De hoeveelheid informatieverwerkende grijze stof neemt in de ruimte bijvoorbeeld beduidend af.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier