Hoe maak je een vijfsterrenhotel voor wilde bijen in je tuin?
Bijenhotels zitten in de lift. Een goede zaak, want wilde bijen in een tuinomgeving kunnen wel wat hulp gebruiken. Maar wat als bijen hun neus ophalen voor jouw gastvrijheid?
Het gaat niet goed met de wilde bijen. Veel mensen willen de insecten, die een levensnoodzakelijke ecosysteemdienst vervullen, graag een duwtje in de rug geven door dakloze bijen nestgelegenheid te bieden in de vorm van een bijenhotel of bijenkroeg.
Maar die nestjes werken slechts voor een kleine selectie van wilde bijensoorten. In België komen zowat 375 wilde bijensoorten voor. Daarvan kunnen er zich in theorie een 60-tal soorten in bijenhotels nestelen. ‘In realiteit zien we maar een handvol wilde bijensoorten op die bijenhotels afkomen, zoals de metselbij van maart tot eind april en de tronkenbij vanaf eind mei’, weet insectenexpert Wim Veraghtert (Natuurpunt). ‘Dat lijkt misschien weinig, maar iemand die een bijenhotel ophangt, kan haast altijd rekenen op gasten. Zelfs als je op de Meir in Antwerpen woont, zul je met het plaatsen van een bijenhotelletje meer succes oogsten dan met een nestkastje voor koolmezen.’
Wat doe ik verkeerd?
Blijft jouw bijenhotel toch leeg? Dan doe je waarschijnlijk iets fout. ‘Om een optimaal effect te hebben, moet je inderdaad enkele zaken in acht nemen’, zegt Veraghtert die een paar vuistregels opsomt.
Een eerste advies is: houd het simpel en kleinschalig. ‘Je hebt eigenlijk maar twee zaken nodig: holle stengels en houtblokken met veel gaatjes van verschillende diameter. Vaak zie je enorme constructies met allerlei elementen zoals stenen met gaten, dennenkegels, opgehoopte twijgjes om andere kleine diertjes aan te trekken. Daar zullen eventueel oorwormen of spinnen op af komen, maar bijen hebben daar weinig aan. Hoe groter het bijenhotel, hoe makkelijker ook parasieten de weg ernaartoe vinden. Zij eten het stuifmeel en de eitjes van de bijen op. In een tuin is een klein nestblok van 10 op 20 cm al ruim voldoende om een mooie diversiteit aan bijen te herbergen.’
Zorg daarnaast voor mooi afgewerkte, ongekartelde kamers in je hotel. In de natuur maken bijen gebruik van allerlei gangetjes in dood hout die door kevers zijn uitgegraven. Eens die keverholletjes niet meer bewoond zijn, nemen de bijen hun plaats in en deponeren ze er stuifmeel en een eitje. De bij metselt vervolgens een muurtje rond het eitje en begint opnieuw tot er verschillende kamertjes achter elkaar ontstaan. ‘Om te vermijden dat de vleugels van de bijen beschadigd raken, mogen de gangetjes in je bijenhotel allerminst gekarteld zijn. Let op de kwaliteit als je een bijenhotel in de winkel koopt en kies voor natuurlijke materialen. Als je zelf een bijenhotel ineen knutselt, gebruik dan geen planken, maar blokken hard hout, zoals eik. Die houtsoort is glad en minder gevoelig voor intrekkend vocht. Vijl de randen van de gangen goed af tot je geen rafelige binnenkant meer ziet. Riet- en bamboestengels hebben best een diameter die niet groter is dan 12 mm.’
Een bijenhotel in een volledig betegelde tuin is vrij cynisch.
Niet alleen het onderkomen zelf, maar ook de plek waar je je hotel hangt, is van belang. ‘Een bijenhotel in een volledig betegelde tuin is vrij cynisch. Je zult wel bijen lokken, maar die moeten heel wat moeite doen om nectar en stuifmeel te vinden. Bijen houden ook erg van de zon. Het is belangrijk dat het bijenhotel gericht is naar het zuiden en niet overschaduwd wordt door bomen. Is je bijenhotel oud en gescheurd, mag het wel in de schaduw. De bijtjes die er nog inzitten, zullen er in de loop van de lente uitkruipen maar er komen geen nieuwe in.’
Café zonder bier
Meer nog dan een bijenhotel is de inrichting van je tuin essentieel voor bijen en insecten, merkt Veraghtert op. ‘Wanneer een insect een hortensia voorbijvliegt, denkt hij “ok, weer een café zonder bier”. Je kunt in principe een volledige tuin aanleggen met bloemen waar bijen niets aan hebben. Kijk maar eens naar de meeste Vlaamse voortuinen waar je telkens weer dezelfde 20 plantensoorten ziet opduiken. Ga liever voor een grote variatie aan planten als lavendel en struiken als de meidoorn die een resem aan leven aantrekken en ook vogels. Of denk eens aan klimop. Die bloeit in september wanneer heel wat andere planten zijn uitgebloeid en is een walhalla voor dagvlinders. De klimopbij verzamelt enkel stuifmeel op klimop. Andere bijen verheugen zich op de wilde bloemetjes in ongemaaid gras zoals biggenkruid, paardenbloem of ereprijs.’
Wees niet bang van de wilde bij
Wie echter nog steeds huivert van het idee van een bijenhotel in de tuin uit schrik om zwermen bijen aan te trekken, stelt Veraghtert gerust. ‘Wilde bijen zijn solitaire dieren en vormen geen bedreiging voor de mens. Je moet al veel moeite doen om gestoken te worden door een wilde bij, ook al hang je met je neus voor zo’n bijenhotel. De angel van de meeste van die bijen raakt zelfs niet door de huid van de mens. Je moet natuurlijk niet met je vingers in die gangetjes gaan zitten. Heb je kinderen, hang je bijenhotel op anderhalve meter hoogte en het probleem is opgelost.’
Nog enkele praktische tips van Natuurpunt voor het ophangen van een bijenhotel
- Boor gaten met een diameter tussen 3 en 10 mm. Zo maak je de meeste kans op diverse bijensoorten. Gebruik zoveel mogelijk hardhout zoals eik, es of beuk. Naaldhout wordt vochtig door de hars en zorgt voor een rafelige binnenwand.
- Gebruik een ijzerzaagje om bamboestengels in stukken te zagen. Kniptangen zorgen ervoor dat de stengels geplet worden en dat er scheuren in de zijwanden van de stengels ontstaan waarlangs vocht en parasieten kunnen binnendringen.
- Stengels met een diameter die groter is dan 12 mm zijn weinig zinvol en zullen niet gebruikt worden door wilde bijen. Creëer verschillende diameters. Zo lok je ook diverse bijensoorten. Voorzie een nestgang tussen 8 en 20 cm.
- Zorg dat bamboe en rietstengels aan een kant afgesloten blijven.
- Ook holle stengels van gewone kaardebol, toortsen, wilde peen, venkel, berenklauw, brandnetels en fluitenkruid kunnen worden gebruikt. Stengels van Japanse duizendknoop zien er zeer geschikt uit, maar zij scheiden giftige stoffen uit en worden dus best niet gebruikt.
- Gebruik geen plastic buisjes want die veroorzaken schimmel. Kartonnen buisjes zijn gemakkelijk te parasiteren en zullen ook nat worden. Ze zijn daarom ook niet echt geschikt.
- Bundel stengels in gaten van geperforeerde bakstenen, een stukje regenpijp (PVC) of in een leeg conservenblik. Deze zorgen voor bescherming tegen wind en regen. Stop de stengels dicht genoeg bij elkaar zodat ze wat klemmen en mezen en spechten ze minder gemakkelijk uit de nestkast kunnen peuteren.
- Rietmatten, die te koop zijn in zelfbouwmarkten, kunnen opgerold worden. Met een scherpe snoeischaar kan deze in de lengte op stukken van 30 cm geknipt worden.
- Sommige bijen nestelen graag in afgebroken dorre stengels met merg. Ze maken nesten in stengels van braam, maar soms ook in stengels van framboos, klis, bijvoet, koningskaars, distels of vlier. Knip enkele lange stukken van deze stengels en hang deze verticaal op. De bijensoorten die hierin nestelen gaan immers op zoek naar rechtopstaande structuren. Zij maken geen gebruik van liggende stengels. De driedoornige metselbij is een zeldzame soort die haar nest uitsluitend in zulke dorre stengels maakt.
- Gebruik geen bakstenen met gaatjes. De binnendiameter van de openingen in dit soort bakstenen is meestal te groot voor bijen. Verder zijn de gaten ook niet rond en hebben ze geen afgesloten achterwand. Ze kunnen wel dienen als steun voor holle stengels en hiermee opgevuld worden.
- Behandel het bijenhotel niet met verven of vernissen. Eventueel kan een laagje vernis met houtbeits wel.
- Bij de meeste bijensoorten worden de nesten elk jaar opnieuw hergebruikt. Het is niet nodig om de gangen elk jaar opnieuw uit te boren of proper te maken. Is er al meer dan één jaar geen activiteit rond jouw bijenhotel of loopt er een scheur door een nestgang? Dan is het tijd om nieuw materiaal te plaatsen. Dit kan eventueel door de oude gangen opnieuw uit te boren.
- Een bijenhotel hang je best in de zon, uit de schaduw van bomen. Zorg er ook voor dat de nesten beschut zijn tegen wind en regen, door ze onder een dakgoot of vensterbank te plaatsen of ze een van een dakje te voorzien.
Maai Mei Niet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier