Sara Vicca
‘Hoe CO2-verwijdering kan helpen in de strijd tegen klimaatverandering’
‘We zijn de periode voorbij waar we ons konden permitteren om ons te beperken tot het reduceren van de uitstoot, en CO2-verwijdering uit te sluiten’, schrijft Sara Vicca.
De gevolgen van klimaatverandering zijn overal ter wereld te merken: extreme hitte en droogte, hevige regenval, tornado’s en cyclonen op ongewone plaatsen. Klimaatopwarming vormt steeds meer een bedreiging voor menselijk welzijn en voor de planeet. Om de gevolgen van klimaatverandering te beperken, moet de uitstoot van broeikasgassen dringend en snel dalen. Om dat klaar te spelen, moeten we zo snel mogelijk de verbranding van fossiele brandstoffen (kolen, olie en gas) uitfaseren, en moet ontbossing gestopt worden. Helaas zien we dat de verbranding van fossiele brandstoffen toeneemt in plaats van af te nemen. De uitstoot van broeikasgassen stijgt in plaats van te dalen.
Er werd berekend dat de wereldwijde uitstoot van CO2 tegen 2030 ongeveer moet halveren, en dat we tegen 2050 geen CO2 meer mogen uitstoten als we nog een kans willen maken om de opwarming tot 1.5 ⁰C te beperken. Ook als we tevreden zouden zijn met een beperking tot 2 ⁰C opwarming, is een snelle daling van de uitstoot nodig en moeten we rond 2075 de CO2 uitstoot tot nul terugbrengen. Omdat er te lang gewacht is om doortastende actie te nemen om de uitstoot te reduceren, is het intussen nagenoeg onmogelijk geworden om deze klimaatdoelstellingen te halen zonder enige vorm van CO2-verwijdering.
Tot enkele jaren geleden was ik van mening dat we beter niet te veel investeren in CO2-verwijdering. Het zou afleiden van wat echt nodig is, nl. de uitstoot reduceren, tot nul. Elke euro die geïnvesteerd wordt in CO2-verwijdering, zou beter gaan naar hernieuwbare energie, isolatie, en andere zaken die noodzakelijk zijn om te evolueren naar een klimaatneutrale maatschappij. Bovendien is het risico niet klein dat beleidsmakers meer zien in CO2-verwijdering dan in de transformaties die nodig zijn, in alle sectoren, om klimaatverandering een halt toe te roepen. Dat zou problematisch zijn omdat het probleem dan niet bij de oorzaak aangepakt wordt, en nog meer omdat het potentieel van CO2-verwijdering beperkt is en deze technieken momenteel nog in de kinderschoenen staan.
Maar we zijn de periode voorbij waar we ons konden permitteren om ons te beperken tot het reduceren van de uitstoot, en CO2-verwijdering uit te sluiten. Intussen is het duidelijk dat, zelfs als we erin slagen om de uitstoot van broeikasgassen snel te doen dalen, we nog CO2 uit de atmosfeer moeten halen om de opwarming tot 1.5 of 2 ⁰C te beperken. Bovendien zijn er enkele sectoren (bv. luchtvaart) waar het reduceren van de uitstoot veel moeilijker is en naar alle waarschijnlijkheid niet tijdig zal kunnen gebeuren. Om de resterende uitstoot te compenseren, hebben we negatieve emissietechnologieën (NET’s) nodig om CO2 uit de atmosfeer te verwijderen.
(Lees verder onder het artikel)
Momenteel liggen er een enkele NET’s op tafel. Elk van die technologieën heeft zijn eigen voor- en nadelen. Geen enkele is klaar om op grote schaal CO2 uit de atmosfeer te halen. Een aantal NET’s zijn technologisch van aard. Zo kan men bv. CO2 uit de lucht halen en opslaan in diepe, ondoorlaadbare grondlagen. Deze techniek kost echter zeer veel energie. Enkele andere NET’s zijn gebaseerd op natuurlijke processen. Veruit de bekendste is het aanplanten van bomen. Daarbij kan CO2 worden vastgelegd, vooral in hout. Een van de nadelen hiervan is echter dat de permanentie van de opslag moeilijk te garanderen is – een bos kan afbranden, en die kans neemt toe door klimaatverandering. Daarnaast is het ook heel belangrijk om de mogelijke andere bestemmingen van een bepaalde locatie in acht te nemen. Zo is het zowel voor het klimaat als voor de biodiversiteit bijvoorbeeld geen goed idee om een bos aan te planten in een soortenrijk nat grasland dat typisch zeer veel bodemkoolstof bevat die zou vrijkomen wanneer bomen de bodem verdrogen.
Sommige NET’s kunnen worden toegepast in de landbouw en vermijden zo de competitie voor land. Men tracht bv. de koolstofopslag in landbouwbodems te verhogen via aangepast bodembeheer, of door er biochar (biokool) aan toe te voegen. Biochar is een stabiele vorm van koolstof die gevormd wordt wanneer biomassa verbrand wordt in een atmosfeer met verlaagd zuurstofgehalte. Verhoging van de koolstofopslag in de bodem komt vaak ook met heel wat extra voordelen, zoals een verhoogde vruchtbaarheid van de bodem, verbeterde waterhuishouding en verminderde erosie.
Een andere methode, waar ik momenteel zelf onderzoek naar doe, is versnelde verwering van silicaatgesteente (bv. basalt, een vulkanisch gesteente). Deze techniek is gebaseerd op het geologische proces waarbij silicaatgesteente reageert met water en CO2. De koolstof wordt daarbij voor millennia vastgelegd. Door silicaatgesteente te vermalen en bv. aan te brengen op landbouwgrond, wordt het natuurlijke verweringsproces en dus de koolstofopslag versneld. Bovendien kan toediening van zulk steenmeel aan landbouwgrond een aantal interessante voordelen opleveren. Zo zou de gewasopbrengst kunnen toenemen dankzij voedingsstoffen in het gesteente. Voorlopig is er nog maar beperkt onderzoek gedaan naar de koolstofopslag door versnelde verwering, waardoor er nog grote onzekerheden zijn over het potentieel van deze techniek. Anderzijds wordt het vermalen silicaatgesteente door sommige boeren (vooral in de tropen) wel al lange tijd als meststof gebruikt, wat toch optimistisch stemt over de toepassingsmogelijkheden van deze techniek.
(Lees verder onder het artikel.)
Ik ben van mening veranderd over CO2-verwijdering. Maar dat maakt me niet minder bezorgd over de mogelijke ongewenste effecten van (onderzoek naar) negatieve emissies. We moeten op onze hoede zijn voor greenwashing door grote uitstoters die hun emissies willen compenseren op een onduurzame manier, zonder te investeren in de hoogstnoodzakelijke transitie.
Bovendien moeten de oplossingen die we aanreiken voor CO2-verwijdering, duurzaam zijn; ze mogen geen gevaar vormen voor bv. voedselproductie, biodiversiteit of de lokale bevolking. En we moeten erover waken dat de prioriteiten juist zitten, nl. bij het reduceren van de uitstoot. Er is nog enorm veel onderzoek en technologische ontwikkeling nodig om CO2-verwijdering op te schalen naar een niveau dat enigszins betekenisvol kan zijn. Zonder snelle reductie van de CO2-uitstoot, is CO2-verwijdering niet meer dan een druppel op een hete plaat. Slagen we er echter in om de transitie naar een klimaatneutrale maatschappij te maken, dan kunnen NETs ons helpen om de klimaatdoelstellingen te halen, en wie weet kunnen we dan op termijn de temperatuur zelfs weer wat laten zakken.
Sara Vicca is biologe aan de UAntwerpen. Ze onderzoekt onder meer hoe planten en bodems verschillend kunnen reageren op een CO2-verhoging in de lucht.
Deze bijdrage verscheen ook op de site van Beste-ID, een stichting die als doel heeft de intellectuele uitwisseling in Nederland en Vlaanderen te versterken.
Lees ook:
– Nieuw klimaatrapport: ‘CO2-verwijdering noodzakelijk om nettonuluitstoot te halen’
– Grootste fabriek ter wereld die CO2 uit de lucht haalt opgestart in IJsland
– ‘Wat is de link tussen extreem weer en klimaatverandering?’
– Biologe Sara Vicca ziet de klimaatverandering in het bos: ‘De beuk is gedoemd om te verdwijnen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier