‘Het uitsterven van andere soorten is levensbedreigend voor de mens’
Volgens de Britse antropologe Alice Roberts zal de mens in de toekomst de hele genenvoorraad van de aarde nodig hebben.
Honderdduizenden jaren waren onze voorouders afhankelijk van wilde planten en dieren. Dan volgde een revolutie: de mens begon andere soorten te domesticeren. In haar laatste boek Tamed. 10 Species That Changed Our World onderzoekt antropologe Alice Roberts (Universiteit van Birmingham) hoe de mens honden, kippen, paarden, aardappelen en rijst tot bondgenoot heeft gemaakt.
De moderne mens ziet zichzelf graag als de kroon van de schepping, als de soort die de dierenwereld heeft onderworpen. Is dat zelfbeeld correct?
Alice Roberts: Nee, het is verkeerd, ook al zijn veel mensen ervan overtuigd. Elke soort bestaat in een ecosysteem, dus ook de mens. Neem de hond, de beste vriend van de mens. Op een gegeven moment ontstond er een band tussen mensen en wolven met een heel sociaal gedrag. Maar niemand heeft dat bewust zo gepland. Mens en hond vormen gewoon een perfect team voor de jacht. Beide soorten deden er hun voordeel mee. Daar speelde de evolutie een grotere rol in dan de mens.
Kunstmatige selectie kan alleen maar ontwikkelingen versnellen waar de natuur al een aanzet toe heeft gegeven.
Tot de mens chihuahua’s begon te fokken: die zouden in het wild nauwelijks overleven.
Roberts: Dat is mogelijk, maar genetisch gezien zijn chihuahua’s nog sterk verwant met hun wolfachtige voorouders. En die hadden veel gemeen met de homo sapiens: ze zijn sociaal en speels, zelfs over de grenzen van hun eigen soort heen. Kijk maar naar het enthousiasme waarmee peuters en puppy’s met elkaar spelen.
Komt dat omdat de mens alleen maar dieren fokte die zich vriendelijk en wenselijk gedroegen?
Roberts: Kunstmatige selectie kan alleen maar ontwikkelingen versnellen waar de natuur al een aanzet toe heeft gegeven. Ook zonder invloed van de mens heb je zulke ontwikkelingen. Denk aan de bonobo’s: ook die apen vertonen tekenen van domesticatie. In vergelijking met chimpansees zijn bonobo’s minder agressief. Ze hebben ook een tengerder lichaamsbouw.
Kun je zulke veranderingen ook bij de mens vaststellen?
Roberts: Ja, uit fossielen van de oermens valt af te lezen dat ook de mens tekenen van domesticatie vertoont: zijn botten worden minder zwaar, zijn oogkassen minder geprononceerd.
In de toekomst zullen we misschien nieuwe banden moeten aangaan met soorten die we vandaag niet eens kennen.
Wie heeft de mens gedomesticeerd?
Roberts: Misschien hebben we dat zelf gedaan, maar natuurlijk niet bewust. Eén hypothese is dat meer sociale, speelse mensen succesvoller waren bij het voedsel zoeken en de voortplanting. Agressieve en brutale exemplaren deden het misschien vaker niet zo goed.
Staat de zelfdomesticatie van de mens dan los van moraal en ethiek?
Roberts:Nee, integendeel, de mens maakt deel uit van de natuur. Dat we andere soorten laten uitsterven is niet alleen moreel verwerpelijk, het is ook levensbedreigend voor onszelf. We hebben de hele genenvoorraad van de aarde nodig. Als de mens zichzelf wil beschermen, moet hij niet alleen de soorten in stand houden die hem omringen – zoals paarden, honden en kippen, tarwe en maïs. Hij moet ook de wilde soorten beschermen. Want in de toekomst zullen we misschien nieuwe banden moeten aangaan met soorten die we vandaag niet eens kennen. We maken zelf deel uit van de evolutie en daarom moeten we de afname van diversiteit stoppen. Al was het maar uit eigenbelang.
Hebt u huisdieren?
Roberts: ( lacht) Nee, maar ik zorg voor mijn appelbomen in de tuin. De bloesems trekken wilde bijen aan, en soms duikt er al eens een grote bonte specht op. Het is een prachtige mix van wildernis en domesticatie. Net zoals bij de mens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier