Dirk Draulans’ Beestenboel: grote spinkrabben kunnen zich als een leger over de zeebodem verplaatsen

© Bridgeman Images
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Spinkrabben zijn krabben met een vrij klein lijf in verhouding tot hun lange dunne poten, een beetje zoals spinnen dus. De algemeenste soort in onze kustwateren is de gewone spinkrab. Ze torst een stekelig schild van maximaal 10 centimeter groot. Het is een dier dat vrij noordelijk voorkomt en bij ons tegen de zuidgrens van zijn verspreidingsgebied aanschurkt.

Sinds kort overlapt zijn leefgebied met dat van de grote spinkrab, die uit het zuiden komt en aan een opmars bezig is, mogelijk gestimuleerd door de klimaatopwarming. Met een maximale lengte van zo’n 22 centimeter wordt ze dubbel zo groot als de gewone spinkrab. Haar tien poten, vijf links en vijf rechts van haar lichaam, maken dat het dier in spreidstand een spanwijdte van een meter kan benaderen.

Dat klinkt al vrij angstaanjagend voor wie zich minder goed kan inleven in de veelzijdigheid van dierenvormen, maar grote spinkrabben hebben bovendien de neiging om in de lente in groep vanuit de diepte richting kust te trekken voor hun voortplanting. Marien bioloog Francis Kerckhof (Instituut voor Natuurwetenschappen) noemde die ‘krabbenlegers’ in het blad De Grote Rede ‘een indrukwekkend en enigszins griezelig schouwspel’. Hij had het over troepen van duizenden dieren.

Sinds kort zien duikers er soms honderden samen op scheepswrakken voor onze kust. In augustus 2019 werden duizend dieren geteld rond de voet van een paal op een zandbank vlak bij de grens met Frankrijk.

2019 was het eerste jaar dat er geregeld grote spinkrabben in onze wateren opgemerkt werden. Sindsdien spoelen er af en toe vervellingsschilden op onze stranden aan. Omdat ze vastzitten in een pantser, moeten groeiende krabben regelmatig hun schild afgooien om uit de omknelling te ontsnappen. Ze maken dan snel een wat ruimer pak, een periode waarin ze extra kwetsbaar zijn voor krabbeneters, maar ook gemakkelijker kunnen paren.

De Japanse reuzenspinkrab is met een potenspanwijdte van soms meer dan 3 meter echt angstaanjagend.

Het valt af te wachten wat het effect van de opmars van de grote spinkrab op ons zeeleven zal zijn, want de dieren hebben de reputatie dat ze allesverslinders zijn. In normale omstandigheden wordt dat als een ecologisch pluspunt gezien, omdat ze grote schoonmaak kunnen houden op een bodem – ze ruimen bijvoorbeeld biologisch afval op. Soms zijn ze zelf wandelende biotoopjes, want op hun schild hechten zich dikwijls andere diertjes en wiertjes, die de krab op die manier een vorm van camouflage verschaffen.

Het helpt echter niet tegen menselijke bevissing. Spinkrabben zijn een gewilde lekkernij, wat maakt dat ze vooral in het zuiden niet zelden overbevist worden. In Spanje wordt jaarlijks meer dan 90 procent van de krabbenproductie met fuiken gevangen, en nog is het onvoldoende om de vraag te dekken. Bioloog Kerckhof stelde vast dat er ook op onze vismarkten steeds meer vers gevangen grote spinkrabben worden aangeboden.

De grote spinkrab is niet de grootste van de familie. De Japanse reuzenspinkrab is écht angstaanjagend, met een spanwijdte die kan oplopen tot meer dan 3 meter. Haar lijf is verhoudingsgewijs nóg kleiner dan bij de grote spinkrab, zodat ze meer van een hooiwagen heeft dan van een spin. Zij is nog niet in onze wateren opgedoken.

Dirk Draulans’ beestenboel: waarom het kroeskopje van wijnkelders houdt

Partner Content