Geldzorgen leiden tot een daling van het IQ met 13 eenheden, of tot een vermindering van de alertheid vergelijkbaar met wat er gebeurt de dag na een slapeloze nacht.
Een onderzoek in Science legt een opvallend verband tussen armoede en cognitieve beperkingen. Zowel in de VS als in India moeten mensen met financiële problemen zich zo sterk focussen op elementaire overleving dat ze geen mentale ruimte over hebben voor andere taken, waardoor ze makkelijk foute beslissingen nemen. Geldzorgen leiden tot een daling van het IQ met 13 eenheden, of tot een vermindering van de alertheid vergelijkbaar met wat er gebeurt de dag na een slapeloze nacht. Daardoor kunnen mensen nog dieper in de problemen raken. Voor de duidelijkheid: er wordt niet gezegd dat arme mensen per definitie dommer zijn dan andere, wel dat de energetische capaciteiten van hun hersenen onder druk kunnen komen.
Andere onderzoekers stellen in Proceedings of the National Academy of Sciences dat geld uitermate nuttig is in het functioneren van de moderne maatschappij, omdat het een verregaande vorm van vertrouwen tussen mensen vereist. De beschikbaarheid van geld stimuleert de samenwerking tussen volslagen vreemdelingen, en aangezien wij voor ons welzijn steeds meer steunen op de activiteiten van mensen die we zelfs niet kennen, is dat een belangrijke ontwikkeling.
Zonder geld neemt het vertrouwen tussen mensen af met een toename van de groepsgrootte, maar zodra er waardevolle elementen in een competitief spel komen, valt die beperking weg. Interessant is ook dat de beschikbaarheid van geld de bereidheid tot vrijwillige samenwerking in kleine groepjes onder druk zet. Geld heeft dus een invloed op het soort vertrouwen dat we in anderen etaleren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier