Geen houden meer aan: de koereiger is de wereld aan het veroveren
Hij verovert de wereld in het spoor van grote grazers, en wordt sinds kort ook in Vlaanderen gespot: welkom, koereiger!
Het is een vogeltje dat lang geleden bijna uitsluitend in Afrika voorkwam. Er was een kleine populatie in het zuiden van het Iberisch Schiereiland die sterk op en af ging in aantallen – dat is typisch voor ‘randverschijnselen’. Maar de laatste eeuw is er geen houden aan: de koereiger is de wereld aan het veroveren. Hij is op weg om een kosmopoliet te worden.
Voor zijn succes mag de koereiger de mens dankbaar zijn, maar niet omdat die hem actief over de wereld verplaatst, zoals met veel andere soorten het geval is. De koereiger dankt zijn naam aan het feit dat hij voor zijn voeding handig gebruikmaakt van diensten verzekerd door vee. Hij wandelt mee langs grazend vee en pikt insecten uit het gras die wegspringen voor de poten van de grazers. In de natuur is de koereiger een volgeling van zebra’s, gnoes en andere grote grazers.
Zijn voedingssucces is drieënhalve keer groter wanneer hij zich onder grazers mengt dan wanneer hij het zonder hulp moet doen. Hij verkiest traag wandelende dieren. Als koeien stilstaan, jagen ze veel minder insecten op. Als antilopen te snel bewegen, kan de koereiger hen niet volgen.
In de 19e eeuw vlogen koereigers in minder dan een week op eigen kracht van Afrika naar Amerika.
Doordat de mens op almaar grotere schaal vee is gaan houden, breidde de voedingsbiotoop van de koereiger zich uit. Hij kan nu regio’s in de wereld aan die vroeger ongeschikt waren, omdat hij er zonder vee niet aan voldoende voedsel raakte. Er zijn naast hem nog andere reigersoorten die meer weidevogel dan watervogel zijn.
In de negentiende eeuw slaagden koereigers erin om op eigen kracht vanuit Afrika Amerika te bereiken. Wetenschappers onderzochten bijna 200.000 windtrajecten uit die tijd om na te gaan hoe ze dat deden. Bijna 1700 winden waren in staat om koereigers in minder dan een week aan de andere kant van de Atlantische Oceaan te brengen, vooral naar Guyana en Suriname. De meeste vogels die zich – waarschijnlijk per ongeluk – aan de oversteek waagden, zullen het niet gehaald hebben.
Over de toekomst van de koereiger hoeven we ons geen zorgen te maken. De wereldpopulatie wordt op 5 miljoen individuen geschat. Een groot voordeel is dat veehouders en -hoeders hem tolereren, omdat hij soms vervelende parasieten van de rug of uit de neus van koeien pikt. Een dier dat zich zichtbaar nuttig maakt voor de mens doet het doorgaans uitstekend.
De koereiger is een wit reigertje van een halve meter hoog met in rust een gebocheld voorkomen. Hij heeft een gele bek en gele poten. In het begin van het broedseizoen krijgt hij rossige pluimen op zijn kop en borst om indruk te maken op potentiële partners.
Sinds kort komt hij geregeld bij ons voor – het aantal waarnemingen stijgt jaar na jaar. Rond de eeuwwisseling waren er een paar broedgevallen in het Zwin, mogelijk dieren die aangetrokken werden door de kooivogels die er toen tentoongesteld werden. In 2020 was er een eerste echt wild broedgeval, in een reigerkolonie in het prachtige natuurgebied De Blankaart bij Diksmuide. Een koppel kreeg er twee jongen groot, die overwegend met sprinkhanen uit hooilanden gevoederd werden. In Wallonië en Frankrijk is de soort al ingeburgerd.
Er worden ook al overwinterende koereigers gezien. De klimaatopwarming is een zegen voor de soort in ons land. Ze is een blijver.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier