Vrijdaggroep
‘Gebruik wat meer boerenverstand in de supermarkt’
Sam Proesmans is arts, studeerde volksgezondheid aan Columbia University in New York en is lid van de Vrijdaggroep. Hij roept iedereen op om meer boerenverstand te gebruiken tijdens het boodschappen doen: ‘Er is een belangrijke rol weggelegd voor jou, de consument.’
We zijn er allemaal wel al eens ingetrapt: de valse geruststelling wanneer je iets koopt met een zogezegd duurzaam label. Je klopt jezelf op de borst tijdens een barbecue dat jouw heerlijke tonijnsteak met MSC-label duurzaam gevangen is, zittend in je tuin op een duurzaam gekapt tropisch terras, want gecertifieerd met het FSC-label.
Gebruik wat meer boerenverstand in de supermarkt.
Het verhaal is helaas complexer dan dat, maar een gezonde portie boerenverstand brengt je al erg ver. Je hoeft namelijk geen diploma astrofysica te hebben om te begrijpen dat ‘duurzaam’ gevangen tonijn en ‘duurzaam’ gekapt tropische hardhout in tijden van planetaire destructie contradictiones in terminis zijn.
Zulke labels zijn waardeloos, en zelfs gevaarlijk wanneer ze als rookgordijn moeten dienen voor illegale houtkap en andere praktijken. Hoe kan je in godsnaam zeggen dat de tropische tuinstoel waar je op zit duurzaam is, wanneer het regenwoud aan het halsbrekend tempo van een voetbalveld per seconde verdwijnt? Als je dacht dat het intussen toch wel beter ging met de wereldwijde ontbossing, moet ik je helaas teleurstellen: sinds 2003 is deze namelijk verdubbeld, met een jaarlijkse impact die de totale broeikasgasproductie van de Verenigde Staten – de tweede grootste vervuiler ter wereld na China – vlotjes passeert.
Hoe kan je in godsnaam zeggen dat vis – en met name tonijn – duurzaam gevangen is, als volgens wereldwijde studies van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties er amper nog tonijn – ongeacht of de vinnen nu geel, blauw of appelblauwzeegroen zijn – in de oceaan rondzwemt? Goed nieuws voor Japanse bedrijven als Mitsubishi, die zich – al het cynisme van de wereld ten spijt – al in de handen wrijven om hun diepvriezers vol tonijn duur te verkopen, eens de zeeën leeggevist zijn. Helaas is de manier waarop er nu aan aquacultuur wordt gedaan, geen goed alternatief. Kijk maar naar de zalmindustrie, waar massaal pesticiden en antibiotica worden gebruikt, met alle gezondheidsrisico’s van dien.
Gooi het kind echter niet met het badwater weg: er zijn wel degelijk labels die er wel toe doen, zoals die aangaande fairtrade en biologische landbouw. Maar ook hier durf ik oproepen om je gezond boerenverstand te gebruiken: biologisch geteelde aardappelen uit Egypte laat je beter links liggen ten voordele van aardappelen geteeld in ons land. We staren ons blind op hippe labels en zijn – terecht – bezorgd over wat er gebruikt wordt tijdens de teelt en in het productieproces, maar tegelijkertijd gaan we volledig voorbij aan de ecologische voetafdruk van die zak patatten uit Egypte of dat pakje boontjes uit Kenia dat met het vliegtuig(!) naar hier wordt gebracht zodat wij toch maar het hele jaar door prinsessenbonen kunnen eten.
Wat ik verder onbegrijpelijk vind, is de manier waarop de kassabediende me aankijkt als ik tien losse wortelen op de band leg, alsof die plots explosief zijn omdat ze niet in een plastic zakje zitten. En nu we het toch over plastic hebben: water stroomt thuis voor een fractie van de prijs uit de kraan, met bovendien een fractie van het aantal microplastics in en het wordt strenger gecontroleerd dan flessenwater. Mits een investering van om en bij de €50 kan je tegenwoordig ook makkelijk zelf de bruis aan je water toevoegen.
Maar ik dwaal af, laten we terug naar de supermarkt gaan. Twee rayons naast de boontjes puilt het rek uit van de koffiecups, -pads en -pods in alle kleuren van de regenboog, in aluminium of – hoe raadt u het – plastic. Deze ‘monsterlijke hybriden’ – producten samengesteld uit een biologische (koffie) en technologische (aluminium of plastic) component – zijn niet meer van elkaar te scheiden en komen na gebruik dus terecht in een verbrandingsoven, maar in de meerderheid van de gevallen simpelweg op het stort. George Clooney, het gezicht van Nespresso, heeft jarenlang jammer genoeg niet stilgestaan bij dit probleem. Tot nu. Je kan immers je aluminium pads voortaan inzamelen en in een speciale paarse zak van Nespresso binnenbrengen in de dichtstbijzijnde winkel. Veel absurder moet het niet worden. Heeft iemand er al eens aan gedacht de verpakking composteerbaar te maken?
Nog een rayon verder bevindt zich ongetwijfeld dé grootste klimaatschuldige: vlees – en bij uitbreiding alle producten van dierlijke oorsprong. Inderdaad, bijna 60% van de klimaatimpact van onze voedselproductie – die overigens ruim een kwart van de globale broeikasgasproductie voor haar rekening neemt, komt op rekening van dierlijke producten met als absolute koploper rundvlees. Voel je dus niet al te schuldig bij de impact van je avocadotoast, als je weet dat de ‘ecologisch slechtste’ plantaardige producten nog steeds een kleinere voetafdruk hebben dan de ‘ecologisch beste’ dierlijke producten.
Als je verder weet dat meer dan een derde van ons voedsel gewoon wordt weggegooid, moet het je niet verbazen dat net hier heel erg veel winst te boeken valt. Dan heb ik het nog niet gehad over de bewezen kankerverwekkende effecten van charcuterie en consoorten, grotendeels verantwoordelijk het feit dat dikkedarmkanker de voorbije decennia is uitgegroeid tot de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen en de derde bij mannen.
Ik hoor de critici al roepen: ‘We kunnen niks meer kopen en we krijgen van alles kanker!’ Het korte antwoord daarop is neen en het lange antwoord is het volgende: doorheen de geschiedenis zijn we er telkens in geslaagd onze omgeving in de brede zin van het woord veiliger te maken. Denk aan het verkeer, het milieu, maar ook ons voedsel. Nieuwe evidentie leidt tot nieuwe inzichten, die vervolgens moeten leiden tot goed bestuur, met een positieve impact op de gemeenschap – common sense toch?
Elke euro die je wel of niet uitgeeft heeft wel degelijk een impact, op je eigen gezondheid én op die van de planeet.
Of bent u nog geneigd te rijden zonder gordel of uw huis vol te timmeren met asbestplaten? Mensen die roepen dat we geen vrijheid meer hebben om te doen en laten wat we willen zijn, wel, populisten. Als er alternatieven bestaan die de wereld niet om zeep helpen en mensen niet opzadelen met kanker, wat is er dan te verliezen?
Het is in de eerste plaats aan onze politici om actie te ondernemen door bijvoorbeeld subsidies te verschuiven naar gezondere – plantaardige – producten van eigen bodem, om de import van tropisch hardhout te verbieden of om maatregelen te nemen die de voedselverspilling tegengaan – zoals nu in Frankrijk en Italië overigens gebeurt. Er is echter ook een belangrijke rol weggelegd voor jou, de consument: als je volgende keer in de supermarkt door de rayons kuiert, bedenk dan dat elke euro die je wel of niet uitgeeft wel degelijk een impact heeft, op je eigen gezondheid én op die van de planeet.
Sam Proesmans is arts, studeerde volksgezondheid aan Columbia University in New York en is lid van de Vrijdaggroep, een beleidsplatform voor jongeren van diverse pluimage ondersteund door de Koning Boudewijnstichting.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier