EMA wil dat vaccinproducenten werkzaamheid tegen virusvarianten onderzoeken

Ooit was de Noordzee geen zee, maar een gevarieerd landschap met vruchtbare valleien en indrukwekkende riviersystemen. Er woonden mammoeten, wolven én mensen.

Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) verzoekt alle coronavaccinmakers te onderzoeken in hoeverre hun vaccins ook bescherming bieden tegen de gemuteerde versies van het coronavirus. Het agentschap noemt met name de varianten die voor het eerst opdoken in het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika en Brazilië.

Onderzoek moet onder meer duidelijk maken welke mogelijkheden er zijn om bestaande vaccins zo aan te passen, dat ze effectief zijn tegen nieuwe varianten. De toezichthouder van de Europese Unie komt met richtlijnen waaraan zo’n onderzoek moet voldoen. Als een vaccin wordt aangepast, moet de maker de kwaliteit, veiligheid en effectiviteit kunnen aantonen.

Tot nog toe heeft EMA drie vaccins goedgekeurd. Die worden gemaakt door Pfizer/BioNTech, Moderna en AstraZeneca. Over de mate waarin de vaccins bescherming bieden en blijven bieden tegen gemuteerde versies bestaan zorgen. Zo lijkt het vaccin van AstraZeneca infectie met de Zuid-Afrikaanse variant niet goed te voorkomen. Aan de andere kant wijzen onderzoeksresultaten erop dat mensen die met dit vaccin zijn ingeënt en het virus toch oplopen, niet ernstig ziek worden.

‘Een verminderde bescherming tegen milde ziektegevallen hoeft niet noodzakelijkerwijs in te houden dat een vaccin ook minder beschermt tegen serieuze vormen van de ziekte en de bijbehorende complicaties’, meldt EMA. Ook benadrukt de toezichthouder dat mutaties niet altijd invloed hebben op de effectiviteit van vaccins. Sommige vaccins, bijvoorbeeld tegen mazelen, blijven jarenlang effectief in dezelfde samenstelling. Andere vaccins, bijvoorbeeld tegen griep, moeten ieder jaar worden aangepast, omdat ze anders niet meer werken. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content