Eenoogkreeftjes: de talkrijkste meercellige dieren op aarde
Eenoogkreeftjes zijn de talrijkste meercellige dieren op de aarde.
Ze zijn een essentiële component van het plankton: de grote gemeenschap van piepkleine waterwezentjes die cruciaal is voor het goed functioneren van ecosystemen. Wereldwijd zijn er zo’n 13.000 soorten eenoogkreeftjes beschreven, die allemaal op elkaar lijken.
De diertjes zijn zo talrijk dat het onmogelijk is zelfs maar bij benadering te schatten met hoeveel ze zijn. Biologen twijfelen er niet aan dat ze de meest voorkomende meercellige dieren op aarde zijn. Een doorsnee-eenoogkreeftje is een millimeter groot.
De beestjes danken hun naam aan het – vaak rode – oog dat veel soorten midden op het voorste deel van hun lichaam hebben – de naam van een ook bij ons algemeen zoetwatergeslacht is Cyclops, naar de mythologische eenogige cycloop. De diertjes hebben een bol lijfje met twee paar antennes en een lang aanhangsel vol pootachtige structuurtjes. Omdat ze zo klein zijn, hebben ze geen bloedvatenstelsel of kieuwen nodig.
Maar de eenvoud mag niet misleiden. De kreeftjes kunnen een kracht genereren die, alle verhoudingen in acht genomen, meer dan tien keer groter is dan die van de mens. Met speciale pootjes kunnen ze een sprongetje maken om aan vissen of andere predatoren te ontsnappen. In een fractie van een seconde halen ze een snelheid van 0,5 meter per seconde, wat gigantisch is voor zo’n klein beestje. Ze hebben geen last van wat wij ‘materiaalmoeheid’ zouden noemen: ze kunnen die kracht keer op keer genereren als ze belaagd worden.
Eenoogkreeftjes spelen een belangrijke rol in het vastleggen van CO2 in de diepten van de oceaan.
De diertjes hebben een genetische klok die hun dag-en-nachtritme bepaalt. Overdag zitten ze meestal dieper in het water. ’s Nachts komen ze naar boven, waar ze jagen op nog veel kleinere plantaardige planktondeeltjes die dichter bij het wateroppervlak leven, want ze hebben licht nodig. Een eenoogkreeftje verorbert elke nacht een massa fytoplanktondeeltjes – het zijn planktongrazers.
Na een nachtelijke voedingssessie duiken de kreeftjes weer de dieperik in – daar zijn ze veiliger. Door hun enorme aantallen hebben ze een grote invloed op het mariene ecosysteem. Ze spelen onder meer een belangrijke rol in het vastleggen van het broeikasgas CO2 in de diepten van de oceaan.
Een studie in Science Advances beschrijft het effect van ‘copepodamides’: chemische stoffen met een hormonale werking die de beestjes loslaten in hun leefomgeving. De amides zijn nodig voor de communicatie binnen een soort: vrouwtjes lokken er mannetjes mee.
Maar een studie in eLife had het over ’turbulente relaties’ tussen eenoogkreeftjes. Als de turbulentie in het water te sterk is, kunnen mannetjes niet steunen op vrouwelijke feromonen om een partner te vinden. Gelukkig zijn ze in noodgevallen in staat om de minuscule waterbewegingen op te vangen die een zwemmend vrouwtje veroorzaakt, zodat ze ook in extreme omstandigheden een gelegenheid tot paring kunnen forceren. Een kleine uitbarsting van ‘kordaat zwemmen’ met de krachtige pootjes volstaat voor contact, als ze goed mikken tenminste.
Als hij een vrouwtje gevonden heeft, brengt een mannetje met zijn pootjes een plakkerig spermapakketje in haar lichaam. De evolutie heeft van alles uitgedokterd om van eenoogkreeftjes een succesformule te maken.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier