Door het oog van de naald: de mens was bijna uitgestorven
Uitsterven hoort bij het leven en creëert kansen voor nieuwigheden. Maar sommige soorten zijn ooit door een genetische flessenhals gekropen.
Zo’n 900.000 jaar geleden kreeg de aarde mogelijk te maken met een ernstige afkoeling die extreme droogte in de hand werkte. Ze bracht de sowieso al schaarse mensen van toen in moeilijkheden, althans volgens een studie in het vakblad Science. Die gebruikte een nieuwe methode om aan de hand van uitgebreide genetische analysen van mensen nu ‘terug te berekenen’ hoe het genoom van de mensheid in de loop der tijden is geëvolueerd.
Het artikel concludeerde dat het mensenbestand in die prehistorische crisis crashte. Het zou met 98 procent zijn afgenomen, tot een schamele 1300 individuen die in staat waren zich voort te planten. Dat is in feite zo goed als uitgestorven. We zijn toen mogelijk door het oog van de naald gekropen. Meer dan 100.000 jaar lang zouden we op de rand van uitsterven hebben gestaan.
Maar er komt ook kritiek op de studie. Ze zou slechts op een lokale mensengroep betrekking hebben en andere groepen in onder meer Afrika over het hoofd hebben gezien. Er is ook debat over de kwestie om welke mensensoort het ging. De originele auteurs hadden het over homo erectus, tot dusver de meest succesvolle mensensoort in termen van hoelang ze het uitzong: bijna twee miljoen jaar. Homo erectus was de eerste mens die Afrika, de bakermat van de mensheid, verliet en de wijde wereld introk.
Paleontologen onderscheiden nu zo’n negen mensensoorten, de onze inbegrepen. Maar het onderscheid is dikwijls fragiel en het feit dat diverse soorten probleemloos met elkaar konden kruisen doet de vraag rijzen of het verschil wel zo substantieel was als men soms wil laten doorschemeren. In feite doet het er niet toe. We zijn er nog altijd, in moderne vorm, en we hebben de wereld helemaal naar onze hand gezet. Ons risico op uitsterving is niet meer acuut, tenzij we een kernoorlog ontketenen, bijvoorbeeld. Daar zijn we dan zelf verantwoordelijk voor, niet het klimaat of een andere externe actor.
Een andere studie in Science suggereerde dat homo erectus meer dan een miljoen jaar geleden helemaal uit Europa verdween, mogelijk eveneens als gevolg van een koudeopstoot. Pas later zou ons continent opnieuw gekoloniseerd zijn, door de fameuze neanderthaler, die slechts zo’n 30.000 jaar geleden van het toneel verdween, na de aankomst van de moderne mens in onze contreien. Genetische flessenhalzen, zoals biologen extreem lage aantallen van een soort noemen, beperken de genetische diversiteit. Ze zijn een van de redenen waarom er in Afrika een grotere diversiteit in de mensheid aanwezig is dan in de rest van de wereld, die veel recenter gekoloniseerd werd.
Een miljoen jaar geleden zouden er in Europa geen mensen meer zijn geweest.
Jachtluipaard
Het leeuwendeel van de soorten die op de aarde geleefd hebben, is uitgestorven. Uitsterven hoort bij het leven en creëert kansen voor nieuwigheden. Maar sommige soorten die er vandaag nog zijn, zijn ook ooit door een genetische flessenhals gekropen. Het bekendste voorbeeld is de jachtluipaard, die zo’n 10.000 jaar geleden bijna uitstierf, in een periode dat er wereldwijd heel wat grotere soorten van het toneel verdwenen. De jachtluipaard redde het net, maar houdt er een bescheiden genetische variatie aan over: jachtluipaarden zijn genetisch veel meer verwant aan elkaar dan de meeste andere soorten. Vandaag krijgt de soort het opnieuw kwaad, ditmaal als gevolg van rechtstreekse interferentie met ons. Hopelijk worden wij haar niet fataal.
Analysen van het risico op uitsterven zijn relevant in de context van onze enorme druk op andere soorten. Mogelijk zijn wij rechtstreeks verantwoordelijk geweest voor het verdwijnen van opvallende prehistorische dieren als de wolhaarneushoorn bij ons, de reuzenkangoeroe in Australië en de reuzenluiaard in Zuid-Amerika. Recent hebben we de walvissen zo goed als in de vernieling gejaagd. Gelukkig waren we er een halve eeuw geleden net op tijd bij om het tij te keren en door beschermingsmaatregelen nieuw leven in de geteisterde populaties te blazen. Ze kruipen nu uit een diep dal.
Inteelt
Een studie in Communications Biology toonde aan dat de eland in Zweden door eeuwenlange intensieve bejaging zwaar in de problemen kwam. Zijn populatie viel terug van meer dan 300.000 tot amper enkele duizenden exemplaren. Verrassend is wel dat er amper sprake is van een verlies van genetische diversiteit. Er zou zelfs op het laagste niveau van de elandenpopulatie weinig sprake geweest zijn van inteelt. Dat moet de weerbaarheid van de soort tegen nieuwe problemen bevorderen. Anders dan de jachtluipaard is de eland een veelzijdige soort gebleven.
Ook pogingen om uiterst zeldzame soorten te beschermen, kunnen profiteren van het onderzoek over genetische flessenhalzen. Van de enigmatische kakapo, een zware papegaai uit Nieuw-Zeeland die niet kan vliegen, bleven er twintig jaar geleden amper een vijftigtal over. Nu zijn het er opnieuw meer dan tweehonderd, met dank aan ingrijpende beschermingsacties.
De Spix’ ara uit Brazilië was uitgestorven in het wild, maar leeft nog in gevangenschap. Er worden nu, mede onder impuls van de Belgische zoo Pairi Daiza, inspanningen geleverd om een nieuwe wilde populatie te creëren door exemplaren uit gevangenschap begeleid uit te zetten in restanten van de oorspronkelijke biotoop van de soort. Dit jaar werden er voor het eerst sinds lang weer geboortes in het wild geregistreerd.
Dat het mogelijk is virtuele doden tot leven te wekken, bewees de Mauritiaanse torenvalk. In de jaren 1970 waren er nog slechts vier exemplaren van de soort bekend, waaronder één broedend wijfje. Natuurbeschermers namen maatregelen voor bescherming en begonnen met een broedprogramma in gevangenschap. Zo konden ze de populatie opnieuw opkrikken tot meer dan vierhonderd dieren. In 2022 werd de soort zelfs officieel uitgeroepen tot nationale vogel van Mauritius. Het kan verkeren.