Dirk Draulans’ Beestenboel: waarom de zwarte roodstaart menselijke infrastructuur nodig heeft bij ons
Een eeuw geleden was de zwarte roodstaart bijna exclusief een vogel van rotsachtige zones in berggebieden. Maar hij raakte geleidelijk aan vertrouwd met menselijke bebouwing.
De zwarte roodstaart maakte er gebruik van om uit de bergen te breken en een bredere biotoop te koloniseren. Stenen gebouwen met nissen werden een surrogaat voor rotsachtige regio’s met kloven.
De soort zou daarbij geprofiteerd hebben van de zware vernielingen die de Tweede Wereldoorlog in Europa aanrichtte. De ruïnes van kapotgeschoten dorpen werden ideale springplanken om haar leefgebied substantieel uit te breiden.
In de tweede helft van de vorige eeuw nam het broedbestand van de zwarte roodstaart in onze contreien bijgevolg sterk toe. In Vlaanderen bood de lintbebouwing bovendien uitgelezen kansen om efficiënt een ruim verspreidingsgebied in te palmen. Ook bedrijventerreinen en spoorweginfrastructuur doen het goed in de leefwereld van de zwarte roodstaart. Het Vlaamse broedbestand wordt nu op iets tussen 6000 en 12.000 koppels geschat, het Nederlandse op 14.000 tot 22.000.
De soort valt vooral op door haar rossig staartje dat bijna altijd snel op en neer trilt. De mannetjes zijn overwegend grijs met een zwart masker, de vrouwtjes zijn bruinig. De diertjes zitten graag hoog en droog, bijvoorbeeld op de nok van daken van waaraf ze, als de vliegenvangers waartoe ze officieel behoren, voorbijvliegende insecten vangen. De mannetjes etaleren er in de broedtijd ook hun onmiskenbare krasselende zang.
De zwarte roodstaart profiteerde van de vernielingen die de Tweede Wereldoorlog aanrichtte.
Maar het mooie liedje van de zwarte roodstaart lijkt zijn einde te naderen. De laatste jaren neemt zijn broedbestand bij ons lichtjes af. Nieuwbouw en de groeiende tendens tot het beter isoleren van gebouwen beperken zijn opties. Ook de vergroening van bedrijventerreinen is niet altijd gunstig. De zwarte roodstaart is een vogeltje dat bij uitstek profiteert van de menselijke bouwdrang.
Het verdwijnen van broedgelegenheden op woningen kan wel gecompenseerd worden door speciale nestkasten voor roodstaarten op te hangen, liefst zo hoog mogelijk, want de diertjes komen niet graag laag bij de grond. Dat kan voor verrassingen zorgen. Het vogelblad Bird Study beschreef een situatie, waarin een koppel zwarte roodstaarten in dezelfde nestkast een nest had gemaakt als een koppel verwante gekraagde roodstaarten: mooie beestjes die wel meer van groen houden en dus minder algemeen zijn dan de zwarte.
De twee koppels bleven hun jongen voederen, maar maakten na verloop van tijd geen onderscheid meer tussen de drie jongen van het zwarte en twee van het gekraagde koppel. Ze vlogen alle vijf uit. De studie werd gepresenteerd als de eerste gedocumenteerde vaststelling van succesvol samen broeden van verschillende vogelsoorten.
Zwarte en gekraagde roodstaarten zijn zo sterk verwant aan elkaar dat er af en toe hybriden tussen de twee worden waargenomen. Toch blijft de geregistreerde samenwerking bizar, want beide soorten zijn in principe territoriaal. Misschien zien ze toch eerder verschillen in elkaar in plaats van overeenkomsten.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier