Dirk Draulans’ Beestenboel: niet de mens heeft het krachtigste materiaal gemaakt, wel de schaalhoren
Schaalhorens zijn slakken die perfect zijn aangepast aan een leven vastgehecht op structuren in getijdenzones van zeeën. Hun schelpen hebben wat van bruingrijze parasolletjes zonder stok, met een top van waaruit een vijftiental ribben vertrekken. De dieren kunnen zich zó stevig vastzuigen op hun ondergrond dat het bijna onmogelijk is ze eraf te wrikken.
Schaalhorens leven in een woelig milieu. Bij hoogtij kunnen golven stukken rots meesleuren die op schaalhorens te pletter kunnen slaan. Rond hun top hebben ze een zone die vergelijkbaar is met de kreukelzone in de carrosserie van een auto, die gemaakt is om de gevolgen van een klap op te vangen en schade elders te beperken. Dat scheelt in de herstelkosten. Bij laagtij kunnen meeuwen in hun pogingen om aan slakkenvlees te komen dan weer zo hard op een schelp hameren dat er gaatjes in ontstaan.
Een schaalhoren voelt het wanneer zijn schelp beschadigd is. Hij begint zonder dralen aan de reparatie. Een herstelde schelp is even krachtig als het origineel. Voor het herstel gebruikt hij kalkachtige stoffen die hij schraapt van het substraat waarop hij leeft.
Bij hoog water schuifelt een schaalhoren rond op zoek naar algen als voedsel. Hij verplaatst zich zelden meer dan 1,5 meter. Doorgaans keert hij na afloop op zijn pad terug door chemische stoffen in zijn achter- gelaten slijmspoor te volgen. Hij brengt zijn rusttijd altijd door op hetzelfde plekje. Dat kan door zijn aanwezigheid zo uitgesleten raken dat hij zich er muurvast in kan hechten. Hoe ouder een schaalhoren, hoe moeilijker hij van zijn substraat te scheiden is.
De microscopisch kleine tanden op de tong van een schaalhoren zijn gemaakt uit het hardste materiaal dat ooit is gevonden. Ze dienen om algen en kalk van de ondergrond te schrapen. Ze bestaan uit een conglomeraat van piepkleine vezels van een ijzerhoudend mineraal (goethiet) en een matrix van chitine. Het geheel is sterker dan spinnendraden en dan de krachtigste materialen die door de mens werden gemaakt, zoals kevlar.
Recent toonden onderzoekers in Nature Communications aan dat het mogelijk is om het materiaal synthetisch na te maken. Een mogelijk nadeel is dat schaalhorenschelpen in de natuur te lijden kunnen krijgen van afbladderingsverschijnselen, zoals die ook bij beton voorkomen.
Schaalhorens beginnen hun volwassen leven als man en schakelen na een jaar of twee over op een bestaan als vrouw. In de herfst lossen ze massaal zaadjes of eitjes in het zeewater, die zelf op zoek moeten naar een bevruchting. De larfjes zwemmen een paar dagen rond, waarna ze aan hun vastzittende leven beginnen. Het is een levenscyclus die goed werkt, want schaalhorens kunnen extreem talrijk zijn. Het helpt dat ze niet echt geliefd zijn als voeding voor de mens.
Het derde ‘Beestenboel’-boek van Dirk Draulans is nu beschikbaar.
Beestenboel Bis Bis, Pelckmans, 282 blz., 22,50 euro.