Dirk Draulans’ Beestenboel: muiltjes zijn mooi voorbeeld van transseksualiteit in de natuur

© Muiltjes
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Muiltjes zijn vrij kleine zeeslakken die oorspronkelijk alleen op de oostkust van Noord-Amerika voorkwamen. In de 19e eeuw verzeilden ze in Europa met handelaars die de tanende populaties van Europese oesters nieuw leven probeerden in te blazen door er Amerikaanse aan toe te voegen. Muiltjes stellen niet veel eisen aan hun leefomgeving, maar ze hebben wel een hard substraat nodig om op te leven. Schelpdieren, zoals oesters en mossels, komen daarvoor in aanmerking. Zo belandden muiltjes als verstekelingen met Amerikaanse oesters in het Britse deel van de Noordzee.

In tegenstelling tot de ingevoerde oesters plantten ze zich er probleemloos voort. De vrij rondzwemmende slakkenlarven werden door zeestromingen meegenomen naar andere kusten. De eerste officiële waarneming van muiltjes in ons land dateert van 1911, in Nederland van 1924. Vanaf de jaren 1930 werden ze steeds vaker gezien. Als individu vallen ze niet op: ze zijn doorgaans vaag gekleurd. Hun naam danken ze aan de vorm van hun huisje, dat van onderuit bekeken met wat fantasie voor een ‘muiltje’ (schoentje) kan doorgaan.

Muiltjes hebben een intrigerende biologie. Ze ondergaan in de loop van hun leven een volledige geslachtsverandering. Allemaal beginnen ze hun leven als mannetje, maar na een aantal jaren veranderen ze in een vrouwtje. De transitie kan door eenvoudig contact tussen individuen getriggerd worden: als twee mannelijke muiltjes samen worden gebracht, is de kans reëel dat het grootste bijna meteen start met het seksuele transformatieproces. Het duurt slechts zestig dagen om in een vrouwtje te veranderen, weinig voor een beestje dat tien jaar oud kan worden.

Muiltjes ondergaan in de loop van hun leven een volledige geslachtsverandering.

Tijdens de transitie verschrompelt de penis, die in volle lengte minstens even lang kan zijn als het slakkenlichaam zelf. Voor een paring moet hij langs de kop uit het huisje worden gemanoeuvreerd om een vrouwelijke opening te zoeken. Parallel met de peniskrimp komen de vrouwelijke voortplantingsorganen tot ontwikkeling. Omdat eitjes veel groter zijn dan zaadcellen, lijkt het logisch dat de grotere dieren vrouwtjes zijn. De vrouwtjes bewaren hun bevruchte eitjes voor hun veiligheid trouwens een tijdje in hun schelp.

Muiltjes komen dikwijls in stapeltjes voor, waarbij de onderste dieren de grootste – en dus vrouwtjes – zijn, en de bovenste mannetjes. Er is debat over de kwestie of ze schadelijk zijn voor de mossels en oesters waaraan ze zich hechten. Ze zouden de dieren namelijk kunnen beschermen tegen parasieten en predatie door bijvoorbeeld zeesterren.

Volgens marien bioloog en strandjutter Francis Kerckhof in het blad De Grote Rede kunnen muiltjes soms tapijten van enkele hectaren groot op de zeebodem vormen, waardoor ze een probleem kunnen worden voor bepaalde vormen van visserij. Kerckhof ziet weinig voordelen in de aanwezigheid van deze invasieve woekeraar in onze wateren. Opvissen en vermalen tot meststof is een van zijn voorstellen om te trachten de populatie binnen de perken te houden.

Lees meer over:

Partner Content