Dirk Draulans’ Beestenboel: ineens duikt de medicinale bloedzuiger weer bij ons op

© Getty
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Echelpoelen zijn een vergeten biotoop: plasjes in weilanden waar vee kwam drinken. De koeien en paarden leverden voedsel aan echels in de poelen: bloedzuigers die in de oude geneeskunde onder meer voor aderlatingen werden gebruikt. De dieren werden in de buurt van wat nu Kempense natuurreservaten zijn – zoals de Zegge in Geel en de Liereman in Oud-Turnhout – zelfs gekweekt voor artsen. Oude paarden die permanent in de poelen werden gezet, fungeerden als kweekbodem.

Medicinale bloedzuigers worden nog steeds ingezet in de moderne (dier)geneeskunde. Ze worden soms gebruikt om na een ingreep bloedophopingen op te lossen. Ze kunnen nuttig zijn bij huidtransplantaties en hechtingen van vingers. Vandaag worden ze wel gekweekt in kunstmatige omstandigheden, mede omdat hun natuurlijke populaties flink uitgedund zijn door overexploitatie. Natte plekken in weilanden behoren ook niet meer tot het standaardpakket van wat een moderne boer op zijn gronden wil. De soort verdween uit ons landschap.

Na een maaltijd kan een bloedzuiger gemakkelijk een halfjaar voort zonder eten.

De medicinale bloedzuiger is de grootste van de ongeveer dertig bloedzuigersoorten in onze contreien: hij kan meer dan 20 centimeter lang worden. Hij is mooi gekleurd, met een donkergroene rug en zes roodgele lengtestrepen gelardeerd met zwarte vlekken over heel zijn lichaam. Hij is afgeplat en heeft een zuignap aan beide uiteinden van zijn lijf, waarmee hij zich niet alleen kan vasthechten aan slachtoffers, maar zich ook kan verplaatsen.

Hij is wel een van de weinige bloedzuigers die effectief bloed zuigen, in principe uitsluitend van zoogdieren – de andere zijn overwegend jagers op ongewervelden. De bloedverdunner die hij in zijn speeksel produceert om het stollen van bloed in bijtwonden op zijn slachtoffers tegen te gaan, is de krachtigste die ooit gevonden is of door mensen is gemaakt. Onderzoek, gepubliceerd in Scientific Reports, wees uit dat er niet minder dan vijftien bloedverdunnende eiwitten in het speeksel zitten. Nog zeventien andere eiwitten zouden een rol in de bloedvoeding spelen. Het is een complex systeem dat de zoekende menswetenschapper nog altijd niet in de vingers heeft gekregen.

Experts van Natuurpunt en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek konden hun geluk niet op toen ze de voorbije jaren op enkele plekken in het Antwerpse havengebied en een Kempisch natuurreservaat voor het eerst sinds lang weer wilde medicinale bloedzuigers vonden. Op één plek werden er liefst 164 aangetroffen, die aangetrokken werden door de bewegingen van een vorser in het water – de dieren oriënteren zich op watergolfjes om slachtoffers te vinden. Op wiens bloed ze er teren is onduidelijk, maar ze hebben niet veel nodig: na een maaltijd kan een bloedzuiger gemakkelijk een halfjaar voort zonder eten.

Nu maar hopen dat het spectaculaire dier zich zal kunnen handhaven. Het is in ieder geval de enige wormachtige bij ons die Europees beschermd is.

Partner Content