Dirk Draulans’ Beestenboel: hoe één van de acht armen van de octopus fungeert als paringsorgaan
De meeste inktvissen die in de Noordzee voorkomen, zoals zeekatten en pijlinktvissen, hebben tien armen: acht gewone en twee speciale ‘tentakelarmen’. Octopussen missen die laatste en zijn dus achtarmen. Officieel komt alleen de kleine octopus in ons deel van de Noordzee voor, maar de gewone is ook al opgedoken. Wereldwijd zijn deze soorten niet bedreigd, hoewel ze her en der zwaar overbevist worden, maar bij ons zijn ze zeldzaam.
Het lichaam van de gewone octopus is ongeveer 25 centimeter groot, maar zijn armen kunnen 1 meter lang worden. De armen van de octopus zijn fascinerend. Er werd een tijdje gedacht dat ze onafhankelijk van elkaar opereren, omdat ze alle acht aan hun basis hun eigen ‘hersenen’ hebben. Van de ongeveer 500 miljoen hersencellen die een octopus heeft – dat is evenveel als een hond – is twee derde verspreid over de armen.
Maar centraal in het octopuslichaam zit een coördinatieorgaan dat in directe verbinding staat met de hersenen van alle armen. Het lijkt er wel op dat het signalen naar elke arm apart kan sturen, afhankelijk van wat een arm aan informatie nodig heeft of welke arm het best geplaatst is om een bepaalde taak uit te voeren.
De mannetjes van octopussen hebben echter één arm die een heel eigen leven leidt. Hij heeft zelfs een naam gekregen: de hectocotylus. De term dateert uit 1829, toen een taxonoom in het lichaam van een vrouwelijke octopus iets ontdekte waarvan hij dacht dat het een parasitaire worm was – hij doopte hem hectocotylus. Pas later werd duidelijk dat de mannetjes van sommige octopussoorten een geamputeerde arm vol sperma in een vrouwtje kunnen achterlaten, als zaadreservoir. De vrouwtjes gebruiken het wanneer ze hun eitjes moeten bevruchten.
Bij sommige octopussoorten laten mannetjes een geamputeerde arm vol sperma in de vrouwtjes achter.
In het mannenlichaam staat de sperma-arm in verbinding met de centraal gelegen penis, die veel korter is. Anders dan de andere armen heeft hij op zijn top geen zuignappen, want dat zou penetratie bemoeilijken. Bij de meeste octopussen fungeert de arm gewoon als paringsorgaan om sperma af te zetten in de vrouwelijke eileider – hij wordt dus niet geamputeerd. Toch kunnen alle octopussen armen loslaten, vooral als ze zich bedreigd voelen. Ze groeien later weer aan.
Een recente studie, gepubliceerd in Marine Biology, stelt dat bij een Amerikaanse octopussoort de mannetjes de paringsarm, die altijd dezelfde is (‘de derde van rechts’), veel dichter tegen hun lichaam houden dan de andere armen. Hij wordt extra gekoesterd, want hij is de enige weg naar voortplanting.
Octopussen planten zich slechts één keer in hun leven voort. Een mannetje maakt zich na een paring snel uit de voeten, omdat hij anders door zijn geliefde dreigt te worden opgegeten. Wat niet belet dat hij niet veel later toch sterft.
Een vrouwtje zet tot 200.000 eitjes af, die ze een tijdlang bewaakt en verzorgt. Ze eet dan niet meer, al haar energie gaat naar haar nest. Als de jonge octopussen uit hun ei gekropen zijn en deel geworden zijn van het in het water rondzwevende plankton, sterft ook zij. Het stervensproces kan gepaard gaan met zelfverminking. Het einde mag blijkbaar niet te lang duren.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier