Dirk Draulans’ Beestenboel: het machospookkreeftje is wel héél vrouwvriendelijk voor een macho
Spookkreeftjes zijn kleine mariene vlokreeftjes met een bizar voorkomen. Ze zien eruit als een gebocheld knokig geraamte met angstaanjagende uitsteeksels. Een algemene inheemse soort heet trouwens ‘wandelend geraamte’. Er is ook een graatmager ‘teringlijdertje’. De diertjes inspireerden dus zelfs biologische naamgevers tot macabere verzinsels.
De grootste soort in onze wateren is het machospookkreeftje. Zijn mannetjes kunnen 2,5 centimeter groot worden, de vrouwtjes zijn een centimeter kleiner. Het diertje is afkomstig uit de zeeën rond Japan, maar koloniseerde recent Europa, waarschijnlijk ingevoerd met schepen, mogelijk ook met oesters. De eerste waarneming in Europa gebeurde in de Oosterschelde in 1993.
Volgens de Vlaamse zeebeestjeskenner Hans De Blauwe palmden machospookkreeftjes vervolgens snel de Noordzeekusten in, vooral als aanhangsel van plezierjachten. Met hun drie paar poten kunnen ze zich stevig vasthechten aan ankertouwen of aan andere diertjes of wieren op de romp van schepen. Pontons en boeien zijn ook geschikte leefgebieden. In Schotland zijn ooit 300.000 exemplaren per vierkante meter geteld – een waanzinnig aantal. Het ging vooral om jonge diertjes die massaal aan waterpoliepen hingen.
De beestjes hebben hun succes mee te danken aan hun grote voortplantingscapaciteit. Een vrouwtje kan elk jaar twee keer 10 tot 25 jongen produceren. Dat gaat dus goed vooruit. Haar eitjes houdt ze veilig verborgen in een broedbuidel in haar kieuwen.
Onder de inheemse spookkreeftjes heb je het wandelend geraamte en het teringlijdertje.
Spookkreeftjes kunnen een beetje zwemmen. Ze kruipen ook rond op een substraat, waarbij ze zich ver vooroverbuigen, vastgrijpen met hun monddelen en dan hun achterlijf bijtrekken. Mannetjes kunnen dus actief op zoek gaan naar aantrekkelijke dames.
Als ze geïnteresseerd zijn in een vrouwtje betasten ze haar voorzichtig met hun harige antennes. Maar als een vrouwtje een vent niet ziet zitten, verzet ze zich en stoot ze hem af. Anders dan wat je van een macho, in onze invulling van de term, zou verwachten, leggen mannetjes zich zonder gedoe neer bij een afwijzing en gaan ze het gewoon elders opnieuw proberen.
Als een vrouwtje een mannetje wel ziet zitten, grijpt ze naar zijn monddelen. De twee blijven dan een tijdlang letterlijk aan elkaar hangen. Samen slaan ze eventuele kapers op de kust af. Als een ander mannetje op minder dan twee centimeter van een koppeltje komt, wordt er gevochten met de vervaarlijke scharen, als herten met hun geweien. Doorgaans verliest de uitdager. Het uitverkoren mannetje beloont zijn eega na een knokpartij dikwijls met een stukje poliep dat hij haar als voedsel aanbiedt. Echtelijke trouw mag wat kosten.
Het zou kunnen dat het succesverhaal van het machospookkreeftje ten koste gaat van bijvoorbeeld ‘ons’ wandelend geraamte. Volgens Hans De Blauwe is er sinds 2007 wel een afname van de populatie van de nieuwkomers, onder meer in de jachthaven van Zeebrugge. Het gebeurt geregeld dat kolonisatoren eerst uitgroeien tot grote aantallen, die nadien terugvallen. Maar in 2022 waren er ineens weer veel machospookkreeftjes. De soort is in elk geval een blijver in onze wateren.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier