Dirk Draulans’ Beestenboel: ‘Er duiken weer blauwvintonijnen op in de Noordzee’

De blauwvintonijn, ook weleens reuzentonijn genoemd, kan liefst 3,5 meter lang worden en 700 kilogram wegen. Een echt toproofdier.
Hij is een echte toppredator met een als torpedovormig omschreven lichaam. Dat wordt aangedreven door een maansikkelachtige staartvin die enorm krachtig is. Dankzij speciale fysiologische aanpassingen kan de blauwe vintonijn in zowel koud als warm water leven en snel tot een kilometer diep duiken. In feite kunnen tonijnen, in tegenstelling tot de meeste andere vissen, als warmbloedig beschouwd worden. Ze hebben uitgekiende systemen voor warmterecuperatie waardoor hun lichaamstemperatuur tot 20°C hoger kan zijn dan die van het water.
Bovendien hebben ze een van de hoogste hemoglobineconcentraties in de dierenwereld in hun bloed, wat maakt dat ze snel veel zuurstof door hun lichaam kunnen pompen. Bizar is dat hun hart koudbloedig is gebleven, want het kan worden afgekoeld door water dat er via de kieuwen rechtstreeks overheen stroomt.
Hoge adrenalineconcentraties moeten vermijden dat het dier bezwijkt als het een koudeschok krijgt – de temperatuur van een tonijnenhart kan in enkele minuten een duik van 15°C nemen. Tonijnen zijn een schoolvoorbeeld van het natuurlijke vernuft.
Een tonijn is een warmbloedige vis met een koudbloedig hart.
Lang geleden werd de tonijn als een bedreiging voor de visserij beschouwd, want hij jaagde op makreel en haring, vissen die ook de mens viseerde. Daarbij vernielde hij regelmatig visnetten.
In de tweede helft van de vorige eeuw kwam hij bovendien in het vizier van vooral Japanse producenten van rauwe vis, waardoor hij snel in de problemen belandde. Er werden steeds grotere sommen geboden voor reuzentonijnen, waardoor tonijnvisserij een van de lucratiefste visserijen ooit werd. In 2024 werd op een veiling in Japan nog zo’n 732.000 euro voor één reuzentonijn betaald.
De comeback van de blauwvintonijnen
Na 1963 werden er in de Noordzee geen blauwvintonijnen meer waargenomen. De populatie in ons deel van de Atlantische Oceaan nam af met 72 procent, in het westen van de oceaan zelfs met 82 procent. Het gevaar van uitroeiing loerde om de hoek.
Gelukkig kwamen er net op tijd net genoeg maatregelen om het tij te keren. Vooral na 2007 begonnen de beschermingsmaatregelen, met onder meer strikte vangstquota, te renderen.
Nu verspreiden de dieren zich weer, zoals vroeger, over grote zones van de oceaan, ons deel van de Noordzee inbegrepen. In de Waddenzee en aan de Westerschelde zijn opnieuw exemplaren waargenomen. In de Baltische Zee worden steeds meer tonijnen gezien, die er jagen op de vele vissen die er leven.
De dieren planten zich waarschijnlijk uitsluitend voort in de buurt van de Balearen in de Middellandse Zee. Ze leggen dus grote afstanden af tussen hun paai- en voedselgebieden, maar door hun zwemkracht is dat geen probleem. Het paaien gebeurt in april en mei. De piek van de recente waarnemingen in de Noordzee valt in de herfst.
Een blauwvintonijn kan dertig jaar oud worden. Hij kan zich voortplanten vanaf een leeftijd van vijf jaar. Dat biedt mooie opties voor een relatief snel herstel van de populatie. Het lijkt er dus op dat het dier zich uit de gevarenzone voor uitsterving aan het werken is.
Dirk Draulans’ beestenboel: de blauwe aspergekever houdt er een nogal wild seksleven op na
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier