Dirk Draulans’ Beestenboel: domesticatie behoedde onze knobbelzwanen voor uitroeiing
Als je groot bent, opvallend en agressief, zeker tegenover mensen, maak je het jezelf niet gemakkelijk als dier in een mensenwereld. Mannelijke knobbelzwanen kunnen in het broedseizoen behoorlijk agressief uit de hoek komen om hun nest te beschermen. In de middeleeuwen werd er intensief op de knobbelzwanen gejaagd. Ze zouden misschien wel zijn uitgeroeid als ze zich niet net bijtijds nuttig hadden gemaakt: als leverancier van vlees en veren voor de donshandel.
Zo raakte de knobbelzwaan gedomesticeerd. Nadat de handel in donsveren onder druk van nieuwe economische ontwikkelingen in de 20e eeuw in het slop was geraakt, werd een aantal tamme vogels losgelaten op park- en andere vijvers, waar ze verwilderden. Soms mengden ze zich onder restanten van wilde populaties die vooral in afgelegen delen van Rusland bleven floreren en in harde winters af en toe in onze regio verzeilden.
In de tweede helft van de vorige eeuw ging het vooruit met ons knobbelzwanenbestand. In de jaren 1970 bedroeg het aantal broedparen in Vlaanderen 80 à 100 koppels, tegenwoordig zijn het er 300 tot 400. Dat is klein bier in vergelijking met het waterrijke Nederland, waar er gemiddeld zo’n 8000 koppels broeden. Het bestand lijkt nu min of meer stabiel te zijn.
Hoewel ze eeuwenlang is vervolgd, heeft de knobbelzwaan in onze cultuur een sprookjesachtig aura verworven. Ze inspireerde ballerina’s tot grote kunst in Het zwanenmeer. Een dramatische dansscène in dat ballet creëerde een nieuwe myhthe: die van de zwaan die sterft van verdriet na het overlijden van haar partner.
De mythe leeft verder in geromantiseerde interpretaties van dierengedrag. Ook mensen kunnen zo hard treuren om een gestorven partner dat ze zelf willen sterven. Maar het mooie zwanenverhaal strookt niet met de biologische realiteit. Zwanenkoppels kunnen wel lang bij elkaar blijven, maar dat is eerder een kwestie van gemakzucht dan van blijvende aantrekkingskracht: als je je partner en je territorium kent en trouw blijft, hoef je geen energie te verspillen aan de zoektocht naar iets nieuws. De biologische realiteit is dat een zwaan na het verdwijnen van een partner meestal snel een nieuwe relatie heeft. Zelfs scheidingen komen voor als een van de twee ondermaats presteert als broedvogel. Er is een zwanenvrouwtje bekend dat in haar leven vijf partners ‘versleet’.
De romantiek van de sierlijke dans waarmee zwanen elkaar verleiden, behoeft ook enige nuancering. Meestal duurt een dans tussen twee zwanen slechts een vijftal minuten. De paring duurt maximaal een twintigtal seconden, waarbij het zwaardere mannetje de kop van het spartelende vrouwtje onder hem boven water moet houden om te vermijden dat ze in de problemen komt.
Mensen cultiveren de zwanenromantiek om het gebrek aan romantiek in hun eigen leven te compenseren. Daar is niets mis mee. Dieren mogen mensen doen dromen.