Dirk Draulans’ Beestenboel: de marmerschelp als sierraad van de prehistorische mens

Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Veel speciaals lijkt er over de marmer­schelp niet te vertellen. Ja, ze is mooi, met haar marmerachtige, bruingeel-witte kleur­patroon en haar twee bijna perfect symmetrische kleppen, die na haar dood nog lange tijd aan elkaar blijven hangen. Bovendien is ze eetbaar en zelfs lekker – in andere talen heeft ze namen als ‘zeeamandel’ en ‘bitterzoet’ gekregen.

Haar biologie is voorspelbaar voor een tweekleppige schelp van een vijftal centimeter groot. Ze leeft in­gegraven in de bodem van ondiepe zones in de zee, waar ze in grote ­aantallen kan voorkomen. Ze voedt zich vooral met piepkleine wiertjes uit het plankton. De vrouwtjes lossen hun eitjes in het water, waar ze bevrucht moeten worden door vrij zwemmend zaad van mannetjes.

Uit een bevrucht eitje komt een larve, die een tijd in het water rondhangt voor ze aan haar zittende leven in de bodem begint. Het graafwerk van de schelp is niet echt indruk­wekkend. Ze boort zich in de bodem in korte graafsessies die maximaal drie minuten duren. In grind raakt ze per sessie 0,8 millimeter dieper, in zand gaat het sneller: 2 millimeter meer per keer. Kleinere exemplaren doen meer maar kortere sessies dan grotere. Het gaat rustig zijn gangetje in de marmerschelpenwereld.

Een marmerschelp heeft een natuurlijke perforatie, waardoor ze makkelijk aan een touwtje te rijgen valt.

Toch heeft de marmerschelp een niet onbelangrijke rol gespeeld in de historiek van de mens, en dat niet alleen als voedsel. Op een prehistorische site in Israël hebben wetenschappers sporen gevonden van de aller­eerste kralensnoeren, die de mens als sieraad zou hebben gemaakt. Volgens hun verslag in PLoS One zouden de kralen 120.000 jaar oud kunnen zijn. Ze bestonden bijna uitsluitend uit marmerschelpen. Het voordeel van de schelp is dat ze een natuurlijke perforatie heeft: op de plek waar de twee kleppen aan elkaar hangen, ontstaat een ­gaatje als ze loskomen. Dat maakt het makkelijker om ze aan een touwtje te rijgen.

Ook vandaag zorgt de marmerschelp voor wat beroering in de mensenwereld. Medewerkers van de Nederlandse Stichting Anemoon, die het onderwaterleven bestudeert, stelden tot hun verbazing vast dat ze op schelpenpaden steeds meer marmerschelpen vinden. Schelpen vormen een ideaal en natuurvriendelijk basismateriaal voor wandel- en fietspaden. De zeebodem zit barstensvol fossiele schelpenresten, net als de stranden. Doorgaans zijn de schelpen van zulke paden vermorzeld tot gruis, maar recent worden er geregeld als ‘kakelvers’ omschreven marmerschelpen aangetroffen – bij sommige hingen de twee kleppen zelfs nog aan elkaar. De marmerschelp komt in principe niet in ons deel van de Noordzee voor, ze leeft zuidelijker. Maar het is niet uitgesloten dat ze, als gevolg van de klimaatopwarming, naar het noorden oprukt.

Mogelijk zijn er in de zones waar naar ­schelpen gevist wordt populaties van de marmerschelp ontstaan. Voorlopig is het een raadsel, dat alleen kan worden opgelost door een aangepaste monitoring van het zeeleven op ­plekken waar fossiele schelpen ­worden bovengehaald. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat levende schelpen verstoord worden bij het opzuigen van dode.

Partner Content