Dirk Draulans’ Beestenboel: de fuut als voorbeeld van wat een ‘perfect koppel’ kan zijn
Een van de mooiste jaarlijkse tradities in onze vogelwereld is de balts van de fuut in de late winter en vroege lente. Futen zijn visetende vogels die algemeen zijn op onze wateren, zelfs in steden, zodat het niet zo moeilijk is om hun balts te kunnen bewonderen. Het ziet eruit als een synchroon waterballet. Vrouwtje en mannetje putten zich samen uit in een ritueel van doorwrochte lichaamsbewegingen, waarmee ze elkaar de futenversie van inzet en trouw beloven.
Ze richten zich bijvoorbeeld hoog op en schudden met hun kop voortdurend ‘nee’ tegen elkaar, hoewel ze ongetwijfeld ‘ja’ bedoelen. Ze bieden elkaar waterplanten als geschenk aan. Elders in de wereld hebben andere futensoorten hun baltsgedrag uitgebouwd tot nog indrukwekkender choreografieën. Er bestaat een YouTube-filmpje van een koppel danseressen dat de balts van de Patagonische fuut uit Zuid-Amerika imiteert. Als je dat ziet, besef je pas goed hoe bijzonder het allemaal is.
Het is vrij uitzonderlijk dat beide leden van een koppel op dezelfde manier baltsen. Vrouwtjes- en mannetjesfuten zien er ook identiek uit, inbegrepen de in broedkleed prachtig gekleurde kop met een oranjebruine kap die zwart uitloopt naar de randen toe. Moeder en vader investeren evenveel in het broeden en grootbrengen van de jongen. Futenkuikens hebben een zebrapyjama-achtig verenkleed en worden op de rug van hun ouders meegedragen en met visjes gevoed.
De fuut werd in de negentiende eeuw in West-Europa bijna compleet in de vernieling gejaagd voor zijn mooie veren.
Ruim 100 jaar geleden werd er al over de balts gedebatteerd. Bioloog Julian Huxley, broer van de wereldberoemde schrijver Aldous, publiceerde in 1912 in het vakblad Science een verkennende analyse van de vraag of de balts en het verenkleed van de fuut wel als kenmerken van seksuele selectie – belangrijk voor partnerkeuze – konden worden beschouwd, aangezien de twee geslachten er in niets in verschillen.
Huxley was een exponent van de destijds dominante mannelijke visie dat partnerkeuze iets van de man was, met een passieve rol voor de vrouw. Nu weten we dat het meestal omgekeerd is: dat vrouwen beslissen wat er gebeurt, omdat zij meer in de voortplanting investeren dan mannen. Dat is ook voor onze soort het geval. Mogelijk gaat het zelfs op voor futen, ondanks hun grote geslachtelijke gelijkheid, want de vrouwtjes moeten nog altijd de eieren produceren.
Huxley had geluk dat hij futen kon observeren, want de vogel werd in de negentiende eeuw in West-Europa bijna compleet in de vernieling gejaagd voor zijn mooie veren, die als ornament voor hoeden en sjaals werden verkocht. In de tweede helft van de vorige eeuw herstelde hij zich, ook bij ons. In 1953 werd de Vlaamse broedpopulatie op een vijftigtal koppels geraamd, maar sinds 2000 is ze stabiel met elk jaar iets tussen de 1000 en 1500 koppels. Niet alleen bescherming tegen jacht, ook de beschikbaarheid van nieuwe biotopen, zoals havendokken en zandwinningsplassen, gaf de futenpopulatie een boost.