Dirk Draulans’ Beestenboel: de blauwe zwemkrab doet aan kleurrijke cosmetica
‘Gezocht, dead or alive: een blauwe zwemkrab.’ Zo luidt de titel boven een bericht van bioloog Jonas Schoelynck (UAntwerpen), waarin hij vraagt om vondsten of waarnemingen van de soort te melden. De blauwe zwemkrab is de zoveelste ‘buitenlander’ die zich in onze regio nestelt, zonder dat duidelijk is wat het effect van zijn komst op onze ecosystemen zou kunnen zijn.
Het is een dier van de oostkust van Noord-Amerika, dat in 1993 voor het eerst op onze kust is aangetroffen. Het is geen strand- maar een openwaterkrab, die in haar oorspronkelijk leefgebied zo talrijk is dat ze er massaal door mensen gegeten wordt. Omdat ze zo succesvol is, bestaat de vrees dat haar opmars bij ons ten koste van onze inheemse krabben kan gaan.
De soort wordt zo’n 25 centimeter groot. Mannetjes en vrouwtjes kunnen makkelijk van elkaar onderscheiden worden. Het achterlijf van de mannen is slank, dat van de vrouwen breed. Het verschil heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat vrouwtjes zich slechts eenmaal voortplanten, maar dan wel tot 2 miljoen eitjes ineens produceren. Daar is ruimte voor nodig.
De blauwe zwemkrab is een succesverhaal. Hopelijk wordt ze dat niet bij ons.
Mannen houden vrouwen in de enige week dat ze vruchtbaar zijn angstvallig in de gaten, omdat ze erbij willen zijn op het moment dat hét moet gebeuren. Ze investeren in kleurrijke cosmetica om indruk te maken op de dames: blauwe scharen met een rode punt. Zij kunnen zich wel meer dan eens voortplanten, dus hoe beter ze eruitzien, hoe hoger hun slaagkansen.
Bizar is dat ook vrouwen kleur etaleren: hun scharen zijn dieporanje met een opvallende purperen punt. In het vakblad Evolution wordt erover gespeculeerd wat daar de functie van zou kunnen zijn. Indruk maken op mannen lijkt minder voor de hand te liggen, want die zullen in principe elke kans op voortplanting grijpen. Mogelijk hebben de vrouwelijke kleuren vooral een effect op andere vrouwen en laten ze dieren toe om zich optimaal te positioneren in de hiërarchie van hun gemeenschap. Mannen- en vrouwencosmetica hebben dan verschillende functies. Het mannelijke blauw is wel meer uitgesproken dan het vrouwelijke oranje. De evolutionaire druk van voortplanting lijkt groter dan die van maatschappelijke positionering.
Het vakblad Genes/Genomes/Genetics belichtte het genoom van de blauwe zwemkrab. De dieren hebben tussen de veertig en vijftig chromosomen, wat dubbel zoveel is als wij. Maar ze zijn allemaal kort, zodat hun totale genoom slechts een derde bedraagt van het onze. Er liggen wel meer genen op dan wij er hebben. Genetische infrastructuur kan alle kanten op.
In Ecology is recent een nog onbekende jachttechniek van de krab beschreven. Ze kan zich bij laagtij terugtrekken in ondergelopen putjes op het strand, die ze deels zelf graaft. Daarin ligt ze op de loer om strandkrabben aan te vallen. Zo breidt ze haar leefgebied uit van de open zee naar het strand.
De blauwe zwemkrab is dus een succesverhaal. Hopelijk wordt ze dat niet bij ons.