De wereldbevolking kantelt: vergrijzing in het Noorden, babyboom in het Zuiden
De rest van de eeuw zal de menselijke bevolking er compleet anders uitzien dan vandaag. Dat vraagt enorme inspanningen van het beleid, maar dat kijkt niet zo ver vooruit.
De uitgelekte nota van inmiddels ex-formateur Bart De Wever (N-VA) maakt duidelijk dat hij fors wil besparen op asiel, de pensioenen en de gezondheidszorg. Allemaal thema’s die de komende decennia zwaar op de politieke agenda zullen wegen door te verwachten demografische ontwikkelingen. Maar de consequenties daarvan worden onder de mat geveegd. De volgende generaties zullen het mogen oplossen.
In november 2022 hebben we de kaap van 8 miljard mensen gerond. Volgens de klassieke projecties, onder meer van de Verenigde Naties, zullen we tegen het einde van de eeuw naar een maximum van 10 miljard mensen gaan, waarna de bevolking zal beginnen af te nemen. Wanneer die piek precies komt, is moeilijk te voorspellen, omdat menselijk gedrag niet altijd de wetmatigheden volgt die demografen uit hun cijfers afleiden.
Er circuleren ook andere projecties. De milieuorganisatie Club van Rome hanteert een simulatiemodel dat niet louter de gangbare trends extrapoleert, maar ook rekening houdt met veranderingen in het gedrag van mensen. Het model (Earth4All geheten) brengt factoren in rekening zoals de hoogte van gangbare inkomens en belastingen, evoluties in voedselproductie en energieprijzen, en de gevolgen van de klimaatopwarming, die een veel grotere impact zal hebben dan veel mensen vermoeden. Het model voorspelt een piek van 8,6 miljard mensen in 2050 en een afname tot 7 miljard in 2100. Dat is dus ‘gunstiger’ dan de klassieke voorspellingen.
Als er bovendien sterk geïnvesteerd zou worden in de strijd tegen armoede en ongelijkheid, zou er een piek komen van 8,5 miljard in 2040 en een afname tot 6 miljard tegen het einde van de eeuw. Het impliceert onder meer inzetten op vermogensbelastingen en andere transfers van middelen, bijvoorbeeld in de vorm van ‘herstelbetalingen’ voor de klimaatimpact van rijke landen op arme. Het betekent ook dat het beleid waarbij bekwame mensen uit ‘ontwikkelingslanden’, zoals vaklui en verpleegsters, naar onze contreien worden gehaald, contraproductief zal blijken want het versterkt de ongelijkheid.
De 8 miljardste mens is geboren (en het houdt niet op)
Demografische verdeling
De belangrijkste factor die de afname van de mensenpopulatie stuurt, is een significante vermindering van het aantal kinderen dat per vrouw geboren wordt. Het medische vakblad The Lancet concludeerde dat tegen 2050 in driekwart van de landen in de wereld (155 van de 204) minder kinderen geboren zullen worden dan nodig is om hun bevolking op peil te houden. Tegen 2100 zullen het er 198 zijn. Sub-Saharisch Afrika zal dan de helft van alle borelingen leveren – nu is het 29 procent.
Dalende geboortecijfers kunnen gecounterd worden met investeringen als meer ouderschapsverlof en gratis kinderopvang.
De wereld zal ‘demografisch verdeeld’ worden tussen landen als Zuid-Korea, Taiwan, Servië en Oekraïne met minder dan één kind per moeder, en landen als Tsjaad, Niger, Somalië en Mali met meer dan vier. Gemiddeld moeten er per moeder 2,1 kinderen geboren worden om de bevolking niet te laten afnemen. In 2021 zaten 110 van de 204 landen al onder dat cijfer, inbegrepen de meeste ‘niet-ontwikkelingslanden’. In landen als Japan, Griekenland, Italië en Portugal neemt de bevolking al af. In de Verenigde Staten zou ze ook dalen, mocht er geen immigratie zijn, waar nu politiek zo fel tegen geageerd wordt.
De demografische verdeling leidt ertoe dat de wereld met twee uiteenlopende problemen te maken zal krijgen. In de armste landen, die proportioneel zwaar met de gevolgen van de klimaatopwarming te kampen zullen krijgen, zal er nog een tijd een babyboom zijn die extra druk op hun systeem zal leggen. In rijkere landen zullen er te weinig kinderen geboren worden om hun model van economische groei te kunnen handhaven.
De problematiek van de armste landen kan aangepakt worden met een doorgedreven politiek van beter onderwijs, vooral voor meisjes, en een grotere beschikbaarheid van efficiënte anticonceptie. In het algemeen zijn meer rechten voor vrouwen, zoals het verbieden van kindhuwelijken, een belangrijke stap – wat vandaag in het Afghanistan van de taliban gebeurt, is hemeltergend.
De problematiek van de rijkere landen met hun dalende geboortecijfers kan gecounterd worden door investeringen in ouderschap, zoals meer ouderschapsverlof en gratis kinderopvang. De kans is klein dat ze zo’n groot effect op een populatie zullen hebben dat ze weer zal aangroeien, maar het zou wel kunnen vermijden dat de geboortes zo ver wegzakken dat een populatie crasht.
Eenkindpolitiek
Zo voorspellen modellen dat de bevolking van China tegen 2100 gehalveerd zal zijn tot zo’n 730 miljoen – nu zijn het er bijna 1,5 miljard. Dat spookbeeld inspireert de Chinese autoriteiten wel tot maatregelen. Een halve eeuw lang zetten ze stevig in op een eenkindpolitiek – een koppel mocht maar één kindje krijgen. Het leidde tot een onverwachte epidemie van abortussen van meisjes, omdat veel ouders een jongen wilden. Met als gevolg dat er nu in de generatie van twintigers tot veertigers 17,5 miljoen meer mannen dan vrouwen zijn. De eenkindpolitiek werd in 2016 opgeheven.
Bovendien zijn veel Chinese vrouwen gehecht geraakt aan een onafhankelijk leven, zonder bemoeienis van een echtgenoot en schoonfamilie. De Chinese autoriteiten proberen nu huwelijken te stimuleren en echtscheidingen te bemoeilijken. Of het veel zoden aan de dijk zal zetten, is de vraag. Zoals op veel plekken in de wereld is ook in China het leven duurder geworden, waardoor mensen gemakkelijker gaan besparen, bijvoorbeeld op huwelijken. De stijgende kostprijs van het leven zorgt ook elders voor druk op het krijgen van kinderen: ze kosten (te) veel. In België zou het grootbrengen van een kind tot 23 jaar gemiddeld zo’n 350.000 euro kosten.
Demografen gaan ervan uit dat het gemakkelijker is om een politiek te voeren waarin minder kinderen geboren worden dan omgekeerd: om door middel van politieke maatregelen de natuurlijke aangroei van de eigen bevolking op te krikken. In een normale samenleving kun je mensen niet dwingen om kinderen te krijgen. In een wereld met een groeiend tekort aan jongeren op de arbeidsmarkt zullen die jongeren ook een stevigere bezoldiging kunnen vragen, want ze zullen een hogere marktwaarde hebben. Het zal de discrepantie tussen de kinderwens en het streven naar meer eigen comfort alleen maar groter maken.
De bevolking verjongen
Parallel met de dalende geboortecijfers vergrijst de wereldbevolking. Dat plaatst ons voor twee twee grote uitdagingen: een grotere zorg voor ouderen en grotere inspanningen om de werkende bevolking te ‘verjongen’. De conclusies van het rapport in The Lancet logen er niet om: een deel van de jongere Afrikaanse bevolking zal nodig zijn om de gevolgen van de veroudering van de Europese bevolking op te vangen.
Dat proces is trouwens al bezig. In de zorg en andere financieel minder goed gehonoreerde sectoren zoals huisvuilophaling, wegenbouw en logistiek is het aandeel mensen met buitenlandse roots nu al hoog. Volgens een analyse in New Scientist is wereldwijd doorgaans minder dan 4 procent van de mensen migrant naar een ander land – dat cijfer is al lang min of meer constant. Maar het zal niet volstaan om de gevolgen van de demografische ontwrichting tegen te gaan. Tot spijt van wie er anders over denkt, maar de wereld zal meer migratie nodig hebben en niet minder als we op hetzelfde elan willen doorgaan.
Het Japanse experiment
Een vergrijzende maatschappij hoeft trouwens niet voor onoverkomelijke problemen te zorgen, op voorwaarde dat er geïnvesteerd wordt in de gezondheid van senioren. Japan is momenteel met een gemiddelde leeftijd van 48 jaar voor zijn inwoners het ‘oudste’ land ter wereld – in ons land is het 42 jaar. Dat heeft vooralsnog weinig negatieve impact op zijn economie, ook al zet Japan niet in op migratie. Het rekent meer op robotica en andere vormen van mechanisatie om maatschappelijke taken over te nemen.
Als je investeert in gezondheid, hoeft een vergrijzing van de maatschappij niet voor onoverkomelijke problemen te zorgen.
Japan investeert wel in een goede gezondheidszorg en dat betekent een wereld van verschil. Zolang je bevolking verzorgd wordt, kan ze een zekere mate van veroudering aan. Als je die factor in rekening brengt, zijn het vandaag vooral Oost-Europese landen die in de problemen komen als gevolg van de veroudering van hun bevolking. De gezondheidszorg is er veel minder goed ontwikkeld dan in Japan.
Demografen waarschuwen ervoor dat landen op relatief korte termijn hun investeringsprogramma’s zullen moeten omgooien: meer investeren in ziekenhuizen en minder in scholen, bijvoorbeeld. Ook het onderscheid tussen werk en pensioen zou wat minder drastisch mogen, met meer uitboltrajecten voor oudere mensen die dan deeltijds kunnen blijven werken. Het zijn factoren waar politici vandaag al rekening mee zouden moeten houden. Maar zoals we ondertussen weten, geven ze er de voorkeur aan om wetenschappelijke informatie te negeren als ze niet in hun kraam past. De gevolgen zullen voor de volgende generaties zijn.
Ouderen over vergrijzing: ‘We voelen ons haast schuldig als we een beroep doen op sociale zekerheid’