De ratten van New York hebben zich aangepast aan de stadsjungle

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De grote aanpassingsvaardigheid van de bruine rat manifesteert zich tot in haar genen.

Volgens de groeiende schare Donald Trumps onder ons komt veel van de ellende die de moderne mens treft uit China. De bruine rat komt ook werkelijk uit China, maar de mens is zelf grotendeels verantwoordelijk voor haar succes. Hij verzorgde het transport van de rat: de dieren reisden als verstekeling mee op schepen. Vervolgens bleken de ratten te floreren in minder hygiënische leefomstandigheden, waardoor de vervuilende en verspillende mens hun succes verder in de hand werkte.

Bruine ratten zijn in de loop van de 16e eeuw in Europa aangekomen, van waaruit ze Afrika en Amerika zouden veroveren. Pas in de 18e eeuw zouden ze Noord-Amerika bereiken, ook alweer als gezelschap van reizigers.

Ratten in de Amerikaanse stad New York, zo blijkt uit onderzoek waarover Nature verslag uitbracht, hebben in hun genoom substantiële verschillen ontwikkeld in vergelijking met de diertjes uit de originele populatie in Noordoost-China. De ratten van New York hebben zich aangepast aan de stadsjungle die hun biotoop geworden is, met veranderingen in tientallen genen die zowel gedrag, voeding als verplaatsingen beïnvloed hebben. De stadsrat lijkt een andere rat te zijn geworden dan de plattelandsrat – oorspronkelijk waren de ratten diertjes van open graslanden, waar ze leefden van voornamelijk plantaardig materiaal.

De stadsrat is een andere rat geworden dan de oorspronkelijke plattelandsrat.

De bruine rat is zo succesvol dat het onmogelijk is om betrouwbare schattingen van haar populatiegrootte te maken. Er circuleren boutades als: ‘Overal waar je bent, is er binnen de tien meter een rat’ (in steden zelfs binnen de twee meter). De waarheid is dat de cijfers zo sterk variëren dat niemand weet hoeveel er zijn. Het is ook niet zo belangrijk: bruine ratten zijn alomtegenwoordig, maar hun aantallen hangen sterk af van plaatselijke omstandigheden. In riolen en op boerderijen komen ze veel frequenter voor dan in villawijken of open landschappen.

Bruine ratten kunnen indrukwekkende beesten worden, tot 30 centimeter lang met een staart van nog eens 25 centimeter. Ze lijken permanent in een ratrace te leven: hun hartslag bedraagt standaard meer dan 300 kloppingen per minuut en ze halen meer dan 100 keer per minuut adem. Ze kunnen grote afstanden aan en zwerven soms kilometers ver als ze op zoek moeten naar een beter of veiliger onderkomen. Maar als ze het ergens goed hebben, kunnen ze maandenlang leven zonder zich verder dan 20 meter te verplaatsen.

Ook de voortplantingscapaciteit van bruine ratten is indrukwekkend. Een vrouwtje kan elk jaar vijf worpen van gemiddeld zeven jongen aan. Ze is telkens amper 21 dagen zwanger. Het gaat vooruit in de rattenwereld. De levensduur van de gemiddelde bruine rat blijft wel beperkt tot een jaar – drie jaar is het maximum. Het is een gemeenschap met een hoge turn-over.

In Science Advances verscheen een intrigerende studie die illustreert dat ratten dingen met mensen gemeen hebben. Ze blijken te lijden aan het zogenaamde ‘bystandereffect’, dat maakt dat mensen anderen in nood niet gaan helpen als ze merken dat andere passanten (ook) niets doen. Dat gaat eveneens op voor ratten die een dier moeten helpen dat gevangen is geraakt. Als andere ratten niets doen, is de kans groot dat geen enkele rat ter hulp schiet. Maar als er eentje een initiatief neemt, komen ook de andere in actie. Sociaal zijn kan besmettelijk zijn.

Partner Content