Dirk Draulans
‘De maatschappij kijkt vandaag nog altijd tegen homoseksualiteit aan als iets dat vermeden moet worden’
Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans is geschokt door een enquête, waaruit blijkt dat bijna een derde van de Vlamingen tegen homoseksualiteit voor hun kinderen zou kiezen, als ze de kans zouden krijgen.
Zelfs laatavondshows als Gert Late Night kunnen de weldenkende mens met stomme verbazing slaan. De show laat het onderzoeksbureau Haystack enquêtes doen om te peilen naar het doen en laten van de modale Vlaming. Zo ondervroeg het duizend Vlamingen digitaal over hoe ze tegen het concept ‘designerbaby’ aankijken. U weet wel: het idee-fixe dat u in de toekomst uit een catalogus zult kunnen kiezen welke kenmerken u in uw kind wil. De intelligentie van Michelle Obama, de looks van Daniel Craig, de fysiek van Cristiano Ronaldo of Nafi Thiam, u hebt het maar aan te kruisen en de perfecte baby is yours.
De maatschappij kijkt vandaag nog altijd tegen homoseksualiteit aan als iets dat vermeden moet worden
Dat is gelukkig sciencefiction, de realiteit zal een stuk minder spectaculair zijn. Genetisch sleutelwerk is mogelijk, met dank aan een recent ontwikkelde techniek die officieel Crispr-cas9 heet, en die als genetisch knip- en plakwerk kan worden omschreven. Wetenschappers zullen gericht stukjes DNA uit ons genoom kunnen selecteren om ze te vervangen of bij te werken. De eerste klinische tests met de techniek zijn aan de gang. Het nobele doel is hardnekkige ziektes genezen (of voorkomen). De eerste proeven op menselijke embryo’s zijn gebeurd, vooralsnog met beperkt succes, maar dat heb je met pionierswerk.
Het is evident dat de techniek, zodra wetenschappers hem goed in de vingers hebben, ingezet kan worden om designerbaby’s te maken: kinderen waarvan u op voorhand bepaalde kenmerken zult kunnen kiezen. In eerste instantie zal hij ingeschakeld worden om kwaadaardige ziektes te vermijden, zeker als minstens een van de ouders een genetische voorgeschiedenis van aandoeningen in zich draagt. Genetische doofheid is een voorbeeld van een vrij algemene aandoening die vermeden zou kunnen worden. Of de techniek ook gebruikt zal worden om problematieken aan te pakken die vooral psychologisch leed bezorgen, zoals kaalheid, zal besproken moeten worden. De realiteit voor dit soort sleutelwerk is echter dat, als een overheid ingrepen zou verbieden, privéklinieken in ’technologievriendelijke’ buitenlanden het mogelijk zullen maken. We zijn dus in ieder geval beter goed voorbereid op wat komen gaat.
In die zin zijn enquêtes naar wat mensen zouden doen als ze de kans krijgen om designerbaby’s te maken, nuttig. De – vrij bescheiden – enquête voor Gert Late Night gaf aan dat 11 procent van de mensen het zeker of waarschijnlijk zou doen, en 45 procent zeker niet – de rest bengelde ergens tussenin. Er waren meer mannen dan vrouwen die het zouden doen (65 versus 45 op 110). Mannen zijn meer dan vrouwen gericht op prestaties, inbegrepen die van hun kinderen. Vrouwen zijn misschien wat banger door het feit dat ze genetisch sleutelwerk in hun buik zullen moeten grootbrengen en daardoor mogelijk meer geneigd de natuur haar gang te laten gaan.
Intelligentie bijsturen zal zelfs voor geavanceerde genetische knip- en plaktechnieken moeilijk blijven.
Aan de top van de lijst met kenmerken die de ondervraagden bij voorkeur zouden kunnen bepalen, stond, met 73 procent, intelligentie. Voorspelbaar! Helaas – of misschien beter: gelukkig maar – zal het zo goed als onmogelijk zijn intelligentie genetisch bij te sturen. Er zijn al ongeveer honderd genen geïdentificeerd die mee bepalen hoe intelligent iemand is, en er zullen er nog zijn. Zo lijkt het een utopie om er significant met genetisch knutselwerk op in te kunnen grijpen. Daarenboven spelen er factoren als de buitenwereld, zoals onderwijs, en epigenetica (een rechtstreekse invloed van de leefomgeving vanaf de baarmoeder tot de latere levensstijl op welke genen wanneer tot expressie worden gebracht). Die komen tussen bij de omzetting van genetisch bepaalde intelligentie naar de slimheid waarmee een persoon zich manifesteert. Intelligentie bijsturen zal zelfs voor geavanceerde genetische knip- en plaktechnieken moeilijk blijven.
Iemand als James Cooke, de sidekick van Gert Verhulst in u003cemu003eGert Late Nightu003c/emu003e, zou weggeselecteerd worden.
Het tweede voorkeurskenmerk in de enquête was het geslacht van het kind: 55 procent zou dat willen bepalen, waarbij meer mannen een zoon wilden en meer vrouwen een dochter. Dat is van een andere orde dan intelligentie, want daar heb je geen genetisch sleutelwerk voor nodig. Dat kan vandaag al door een analyse van de chromosomenkaart: de geslachtschromosomen van jongens en meisjes verschillen, en dat kan zichtbaar gemaakt worden. Geslachtsbepaling van een kind kan via prenatale diagnose van kunstmatig bevruchte eitjes en terugplanting van het geselecteerde eitje, maar het is – alvast in ons land – wettelijk verboden, tenzij om dwingende redenen van medische aard. Als de vader, bijvoorbeeld, genen voor een ziekte heeft die vooral jongens treft, kan er gekozen worden om een meisje op de wereld te zetten. Waar de grens ligt van het inzetten van deze techniek is een fluïde gegeven. Soms is in-vitro-fertilisatie nodig om onvruchtbaarheid van een man te omzeilen, maar die kan zijn onvruchtbaarheid doorgeven aan zijn zonen. Dan kan je kiezen voor meisjes, of het lot laten beslissen met het risico dat je jongens maakt die later ook kunstmatige bevruchting nodig zullen hebben.
Vervolgens kwam lengtebepaling in de uitslag, en op vier en vijf stonden bijna ex aequo haarkleur en geaardheid. Het schokkendste resultaat was dat liefst 29 procent van de ondervraagde Vlamingen die aan babydesign zouden doen – dat is bijna één op drie – de geaardheid van zijn kind zou willen bepalen. Op één na wilden ze allemaal een heteroseksueel kind. Het illustreert dat de maatschappij vandaag nog altijd vooral tegen homoseksualiteit aankijkt als iets dat vermeden moet worden. Iemand als James Cooke, de sidekick van Gert Verhulst in Gert Late Night, zou weggeselecteerd worden. Zelfs als je het van de positieve kant probeert te bekijken, dat ouders rekening houden met het feit dat veel homoseksuele mensen het nog altijd moeilijker hebben om hun weg te vinden en ze hun kind dat willen besparen, blijft het feit dat er nog werk aan de winkel is om homoseksualiteit breed aanvaardbaar te maken, zelfs in onze tolerante maatschappij.
Gelukkig is de bepaling van seksuele geaardheid ook ingewikkeld – misschien niet zo ingewikkeld als die van intelligentie, maar toch. Er zal een mix van genen bij betrokken zijn, die allemaal een beetje invloed zullen hebben (er zijn er tot dusver wel slechts twee beschreven die ‘anders’ zijn bij homo’s dan bij hetero’s). Er zullen ook omgevingseffecten zijn, en epigenetische effecten die al in de baarmoeder kunnen beginnen. Bij een moeder die een reeks jongens heeft gebaard, neemt de kans op homoseksualiteit toe met het aantal zonen: de vierde zoon zou al ongeveer 25 procent kans hebben, terwijl het gemiddelde in de bevolking ergens tussen 3 en 8 procent ligt (in functie van de definitie die je hanteert om iemand als homoseksueel te bestempelen). Geslachtsbepaling in de natuur (de mens inbegrepen, zie de huidige twijfel over hoeveel geslachten er officieel moeten worden erkend) is sowieso een complex gegeven.
Bij een moeder die een reeks jongens heeft gebaard, neemt de kans op homoseksualiteit toe met het aantal zonen: de vierde zoon zou al ongeveer 25 procent kans hebben.
Het goede nieuws is dus dat de kans niet groot is dat de mens substantieel zal kunnen ingrijpen op de geaardheid van zijn kinderen. Het slechte nieuws is dat de mate van aanvaarding van homoseksualiteit in onze maatschappij duidelijk nog niet van die aard is dat ze niet als een ‘ongewenst kenmerk voor kinderen’ in een kleine enquête opduikt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier