De grote klimaattop van Joe Biden: wat mogen we verwachten?
De Amerikaanse president Joe Biden organiseert eind deze week een eigen internationale klimaattop. Het wordt een belangrijke test van zijn klimaatbeleid: de VS zullen nieuwe klimaatplannen voorleggen, en hopen ook op toezeggingen van andere landen zoals China.
Biden heeft veertig wereldleiders uitgenodigd op de virtuele top deze donderdag en vrijdag. Onder de genodigden zijn onder meer de Chinese president Xi Jinping, de Indiase premier Narendra Modi en de Russische president Vladimir Poetin. Ook de leiders van klimaatgevoelige landen zoals Bangladesh zullen er zijn.
De top moet een cruciaal moment worden voor de regering-Biden, en niet alleen omdat de VS er een nieuw klimaatbeleid zal aankondigen. Biden wil ook opnieuw een voortrekkersrol innemen na vier jaar inactiviteit en ontkenning onder Donald Trump, én de internationale klimaatambities opkrikken.
Pete Ogden, senior functionaris Klimaat onder Barack Obama, noemt de top zelfs ‘het meest geanticipeerde mondiale klimaatmoment sinds het Parijsakkoord van 2015’.
Bidens klimaatgezant John Kerry is naar alle uithoeken van de wereld gereisd om steun voor de top te zoeken. Japan, Zuid-Korea en Canada hebben aangegeven bereid te zijn verdere emissiereducties toe te zeggen, maar in China en India stuitte Kerry op verzet. Ook een deal met Brazilië over het beëindigen van de ontbossing in het Amazonegebied zal deze week niet landen.
Wat mogen we van de top verwachten?
Naar alle verwachting zullen de VS aankondigen hun uitstoot met de helft te willen terugdringen tegen 2030 (ten opzichte van het niveau van 2005). Dat is een pak minder ambitieus dan Europa, maar het kan andere grote uitstoters er wel toe aanzetten om ook meer toezeggingen te doen.
Secretaris-generaal van de VN Antonio Guterres vertelde Reuters dat de stap ‘zeer belangrijke gevolgen zou hebben in relatie tot Japan, in relatie tot China, in relatie tot Rusland en andere landen die niet op schema liggen om hun uitstoot te halveren.’
Japan en Canada zijn de meest waarschijnlijke kandidaten om zich donderdag bij de ’50 procent-club’ aan te sluiten. Mogelijk volgt Zuid-Korea later dit jaar.
De kans dat de Australische premier Scott Morrison, een fervent verdediger van de steenkoolindustrie, de Australische inspanningen opkrikt, is dan weer klein.
Daardoor dreigt Australië in de kou te blijven staan, terwijl andere rijke landen uit de G7-groep hun ambitie de komende maanden stelselmatig opvoeren, zegt Jennifer Tollman, senior beleidsadviseur bij de denktank E3G.
‘Australische burgers zullen zich ongetwijfeld gaan afvragen of hun regering handelt in hun belang of in het belang van de fossiele industrie – en in hoeverre die belangen nog overeenkomen’, zegt ze.
Wat zal China doen?
In een gezamenlijke verklaring zondag bevestigde China aanwezig te zullen zijn op de top, en kwamen beide partijen overeen om ‘concrete acties te bespreken in de jaren 2020 om de uitstoot te verminderen’.
China-kenners noemen die verklaring een stap in de goede richting, zeker gezien de heersende spanningen tussen Washington en Peking.
Volgens Li Shuo van Greenpeace Oost-Azië heeft de bijeenkomst de toon gezet voor de betrokkenheid van de VS en China bij klimaatactie. ‘De volgende grote vraag is wat China zal doen om zijn ambitie waar te maken en wanneer dat zal worden aangekondigd.’
Ook van andere groeilanden als Brazilië, Zuid-Afrika en India wordt niet meteen verwacht dat ze ambitieuzere klimaatdoelstellingen zullen aankondigen. In een gezamenlijke verklaring eerder deze maand lieten de landen al weten dat hun huidige klimaatbeleid ‘hun hoogst mogelijke ambitie weerspiegelt’.
Zuid-Afrika overweegt wel om de eigen doelstellingen tegen 2030 met ongeveer een derde op te schroeven ten opzichte van de klimaatbeloften in 2015. Maar in India zette Kerry’s bezoek eerder deze maand weinig in beweging.
En wat met Brazilië?
In Brazilië hoopt Biden op een akkoord met president Jair Bolsonaro om het Amazonewoud te beschermen. Maar de Braziliaanse minister van Milieu Ricardo Salles drukte elke hoop dat dat akkoord er voor de top zou komen, de kop in.
Om grote ontwikkelende landen te overtuigen hun ambitie op te krikken, zullen rijke landen met meer klimaathulp over de brug moeten komen. Verwacht wordt dat de regering-Biden ook op dat vlak nieuwe initiatieven neemt, en mogelijk ook zal aankondigen op de top.
Volgens klimaatactivisten moeten de VS bovendien duidelijk maken hoe ze de 2 miljard dollar zullen bijdragen aan het VN-klimaatfonds (GCF), die Trump sinds 2016 weigerde te betalen. Vorige week nog klonk kritiek op Biden omdat hij onvoldoende zou bijdragen aan het GCF na vier jaar van achterstallige betalingen.
Volgens Joe Thwaites van het World Resources Institute (WRI), een onafhankelijke denktank die onderzoek doet naar hulpbronnen, zal die bijdrage niet genoeg zijn om de geloofwaardigheid van de VS te herstellen als internationale klimaatleider.
‘Het lijkt erop dat de regering-Biden het argument van klimaatrechtvaardigheid snapt, in eigen land’, zegt Thwaites. ‘Toch zie ik dat niet terugkomen in de internationale aanpak. Eindigt het engagement bij de grenzen of erkennen ze dat dit ook een internationaal thema is?’
Hij vervolgt: ‘Klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden verhogen draagt bij aan de dynamiek die meer ambitie kan aanwakkeren in een waaier aan landen, inclusief opkomende economieën.’
Onder meer India en kwetsbare landen hebben al lang kritiek op de VS en andere rijke landen omdat zij hun beloftes op het vlak van klimaatfinanciering niet nakomen. Volgens schattingen van de VN bedraagt de jaarlijkse kloof zo’n 70 miljard dollar.
Biden tekende vorige week een ‘executive order’ waarin hij zijn regering opdraagt niet langer ‘CO2-intensieve’ projecten met fossiele brandstoffen te steunen.
Volgens Thwaites zou het verstandig zijn die beslissing onderdeel te maken van het klimaatfinancieringsplan, en kan het ervoor zorgen dat overheidsdiensten geld weghalen bij fossiele brandstofprojecten.
Het Klimaatalarm van Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier