Cupido valt van zijn roze wolk
Bent u een onverbeterlijke romantische ziel? Wend dan even het hoofd, want de wetenschap ontdoet de liefde stilaan van al haar romantiek en reduceert ze tot een hoop stofjes en chemische reactietjes. Lees verder op eigen risico…
Vergeet het zeemzoeterig gewauwel over allesoverheersende, eeuwigdurende en monogame romantische liefde die tot in de zevende hemel voelbaar is, want de wetenschap heeft Cupido de laatste jaren hardhandig van zijn roze wolk gerukt en de liefde weer met beide voetjes op de grond gezet. Al zijn het nog twee wankele voetjes, want over wat er nu precies gebeurt wanneer u verliefd wordt, zijn wetenschappers het nog altijd niet helemaal eens. De voorbije 20 jaar hebben wetenschappers al veel van Cupido’s geheimen achterhaald, maar gelukkig nog niet genoeg om alle mysterie uit de liefde te halen.
Drie liefdesstadia
De meest gangbare theorie in de wetenschap over verliefdheid is die van de drie liefdesstadia. Alles begint uiteraard bij de seksuele aantrekkingskracht met in de hoofdrol de sekshormonen testosteron en oestrogeen. Na de lust komt de verliefdheidsfase: de periode van vlinders in de buik, stotteren, dagdromen, een verminderde eetlust, zwetende handjes, enz… Dat is te danken aan de neurotransmitters (boodschapperstofjes in de hersenen) dopamine, noradrenaline en serotonine. De laatste twee winden ons op, terwijl dopamine ons euforisch maakt en ervoor zorgt dat we blind zijn voor de negatieve kantjes van onze geliefde.
Deze liefdesstofjes worden aangestuurd door de substantie fenylethylamine (PEA) die ook in chocolade, kaas, rode wijn oesters en aardbeien zit. Fenylethylamine heeft eenzelfde structuur als amfetamine waardoor men zich ook écht high gaat voelen en kan bij sommigen zelfs een verslavende werking hebben. Dat is ook de reden waarom bepaalde mensen heuse love junkies zijn en van de ene korte relatie in de andere vallen nadat de aanvankelijke chemische rush is uitgewerkt.
Aangezien we niet eeuwig in de verliefdheidsfase kunnen blijven vertoeven (stel u voor wat zo’n toestand met onze economie zou doen) is er nog een derde fase in het liefdesproces: de affectie. Dat laatste stadium zorgt ervoor dat koppels bij elkaar blijven. De dopamineproductie daalt en de verliefdheid waait over. In deze fase spelen twee hormonen een belangrijke rol: oxytocine en vasopressine.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Oxytocine (of het knuffelhormoon) komt bijvoorbeeld vrij tijdens een orgasme en verstrekt de band tussen geliefden door onder meer de aantrekkelijkheid van de partner te stimuleren. Hoe meer een koppel seks heeft, hoe groter dus de band tussen beide partners. Af en toe duikt het bericht op dat wetenschappers in staat zouden zijn oxytocine op zo’n manier in een puffertje of een pilletje te verpakken om ontrouw bij koppels tegen te gaan. Dat is wellicht ijdele hoop, want zo eenvoudig is het in de gedragsbiologie nu ook weer niet.
Zot van liefde
Dat liefdeshormonen werkzaam zijn in het beloningscentrum van de hersenen, doet ook besluiten dat dezelfde mechanismen een rol spelen bij verslavingen. Sommige wetenschappers gaan zelfs verder dan dat en stellen dat er gelijkenissen zijn tussen verliefde zielen en mensen met een mentale stoornis, zowel in het brein als in het gedrag.
De Italiaanse hoogleraar psychiatrie en neurobiologisch onderzoeker Donatella Marazziti deed in de jaren negentig onderzoek naar de neurotransmitter serotenine en mensen met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS). Ze ontdekte dat die serotenine zowel bij patiënten met OCS als bij hevig verliefde mensen tot precies hetzelfde niveau daalde (40 procent lager dan bij normale hersenen). Mensen met een laag serotenineniveau vertonen tekenen van een oncontroleerbare obsessie met of verslaving aan liefde, dwangmatig gedrag of zelfs drugs en alcohol. Daarmee toonde Marazziti aan dat romantische liefde eigenlijk gestoeld is op een biochemische afwijking.
Gelukkig wordt het serotenineniveau van verliefden na ongeveer een jaar opnieuw hersteld en is de ‘verslaving’ onder controle. Volgens experts is dit gevoel van uitzinnigheid een manier van Moeder Natuur om mensen net lang genoeg samen te houden om te paren, iets wat het voortbestaan van de menselijke soort in stand houdt.
Verliefd op eender wie
Waar de wetenschap nog steeds in dubio over is, is waarom we precies voor die ene persoon in zwijm vallen. Op wie men verliefd wordt, verschilt immers van persoon tot persoon. Pseudo-wetenschappers denken dat het liefdesspel gestuurd wordt door feromonen. Dat zijn geurloze hormonen die worden uitgescheiden door de zweetklieren en bepaalde informatie uitsturen over bijvoorbeeld het afweersysteem. Dat feromonen een rol spelen bij dieren is bewezen, maar voorlopig nog niet bij de mens.
De Amerikaanse psychologe Barbara Fredrickson van de universiteit van North Carolina meent in haar boek ‘Liefde 2.0’ dat men op eender wie verliefd kan worden zolang er maar een micromoment van verbondenheid is tussen beiden. Deze micromomenten van positiviteitsresonantie kunnen plaatshebben met een lukrake persoon die je eender waar tegenkomt. Zo kan u tijdelijk verliefd worden op een vreemde in de straat, een collega op het werk of de kassierster in de supermarkt enkel en alleen omdat men zich verbonden voelt door een gedeelde positieve emotie.
Fredrickson meent bovendien dat een persoon fysiek bij de andere persoon moet zijn om het micromoment te kunnen ervaren. Een verliefd koppel is dus eigenlijk niet verliefd wanneer de beide partners niet bij elkaar zijn. Hoewel u zich terwijl u dit leest misschien verbonden voelt met uw partner en naar hem of haar verlangt, is uw lichaam momenteel volledig liefdeloos.
Voor wie dit jaar Valentijn alleen viert is het boek ‘Liefde 2.0’ dus een hart onder de riem, want het is niet omdat u geen lief hebt, dat u geen liefde hebt. Het maakt liefde juist veel bereikbaarder in ons dagdagelijks leven, of u nu een relatie hebt of niet, aldus de psychologe.
En ze leefden nog lang…
Nog een opsteker voor de Valentijnslozen van deze wereld is dat de wetenschap nu ook stilaan het ‘ze leefden nog lang en gelukkig’-sprookje aan diggelen aan het slaan is, ook al is het huwelijk uit liefde vrij nieuw in de geschiedenis van de mensheid. Slechts zo’n drie procent van de zoogdieren is monogaam en de mens behoort daar – helaas voor de gebroeders Grimm – niet toe. Volgens een populaire theorie is ons brein van nature geprogrammeerd om zo veel mogelijk partners te hebben, net als de chimpansees die in de heerlijkheid van de promiscuïteit leven.
Maar, er is hoop. Volgens verschillende studies zijn er een hele reeks niet-biologische factoren die ervoor kunnen zorgen dat mensen toch monogaam door het leven kunnen gaan, namelijk communicatie, respect voor elkaar, gemeenschappelijk interesses en een intense vriendschap tussen beide partners.
Er is dan toch nog een toekomst voor de gevallen Cupido.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier