Van intelligente geiten tot empathische varkens: ook boerderijdieren hebben gevoelens
Steeds meer studies wijzen uit dat dieren gevoelens hebben, zodat ze gelukkig én ongelukkig kunnen zijn. Dat heeft gevolgen voor hun ‘gebruik’ in de vleesindustrie.
‘Wat denken boerderijdieren?’ Het was een intrigerende kop boven een paginagrote foto van een geit in het topvakblad Science. De ondertitel luidde: ‘Nieuw onderzoek legt een verrassende complexiteit bloot in de geesten van geiten, varkens en ander vee.’
In het artikel wordt onder meer een experiment beschreven waarin varkens geleerd wordt hoe ze een aangepast versie van onze fitnesstoestellen moeten gebruiken. En kijk: uit de eerste resultaten blijkt dat veel varkens een hekel hebben aan geforceerde fitness. Ook in de varkenswereld heb je dus zowel gepatenteerde sportievelingen als couch potatoes die niet uit hun zetel willen komen. Het experiment wilde nagaan of sommige varkens, net als sommige mensen, actief gaan bewegen om zich goed te voelen.
100 miljard dieren
Vooral in de landbouwerswereld worden zulke experimenten als belachelijk of zelfs onwenselijk weggezet, want men wil geen emoties zien in beesten die gedegradeerd worden tot levend vlees, tot productiemachines voor mensennut en mensenwinst.
Varkens kunnen empathie tonen.
De enige wetenschap die er gecultiveerd en geaccepteerd wordt, is hoe je een maximum aan melk en vlees uit een dier kunt persen tegen een minimale kostprijs en, onder druk van recente maatschappelijke ontwikkelingen, met een zo klein mogelijke impact op het milieu.
Elk jaar worden er wereldwijd zo’n 100 miljard dieren geslacht voor menselijke consumptie, waarvan het grootste deel kippen. Op elk moment zijn er 1,5 miljard koeien, 1,2 miljard schapen, 1 miljard geiten en bijna 1 miljard varkens in circulatie in wat afstandelijk ‘de vleesindustrie’ heet. Aan de lopende band worden er dieren gekweekt, vetgemest en geslacht. In dat circuit is er weinig ruimte voor emoties, dierlijke én menselijke.
Maar een groeiende groep wetenschappers waagt zich aan experimenten om aan te tonen dat landbouwdieren geen domme vleesbeesten zijn. Zo is duidelijk geworden dat varkens empathie vertonen, en dat geiten inzake sociale intelligentie kunnen wedijveren met honden. Een verslag in Proceedings of the Royal Society B toonde aan dat varkentjes zich inspannen om een in een kooi opgesloten groepsgenoot te bevrijden. In 85 procent van de onderzochte settings werd een varkentje in minder dan 20 minuten tijd bevrijd. Dat was snel, want de biggetjes moesten zelf uitzoeken hoe ze de kooi konden openen – ze hadden het niet op voorhand geleerd. Ze bleven hun best doen tot het lukte. Als er geen beestje in de kooi zat, hadden ze er weinig aandacht voor.
Helpende geiten
In Science werd beschreven hoe geiten elkaar helpen om aan voedsel te komen. De vaststelling was gebaseerd op waarnemingen in de natuur, waarbij een geit soms een tak van een boom of struik naar beneden trekt, zodat groepsgenoten makkelijker bij het fruit of de bladeren kunnen. De geit die de tak naar beneden houdt, kan daarbij zelf niet eten. Ze biedt andere dieren mogelijkheden om zich te voeden. Misschien houdt ze er, al dan niet bewust, rekening mee dat ze later zelf zal kunnen profiteren van de inspanningen van groepsgenoten.
Wederzijds altruïsme heet dat: je zet je in voor de groep in de verwachting dat je zelf ook van de voordelen van het groepsleven zult kunnen genieten. Dat altruïsme in de dierenwereld voorkomt is een hot topic waar intens over gedebatteerd wordt.
Het blad New Scientist bracht vorig jaar een stand van zaken in het onderzoek naar emoties van dieren. Tot een jaar of tien geleden werd het vooral gezien als een vorm van antropomorfisme: menselijke eigenschappen toekennen aan dieren. De achterliggende gedachte was dat mensen verder geëvolueerd zijn dan de andere dieren, maar dat klopt uiteraard niet.
Het is niet omdat wij wat meer verstand gekregen hebben dat wij automatisch ‘beter’ zijn. Ook andere dieren blijven evolueren, maar anders dan wij en niet noodzakelijk minder succesvol. Desondanks kunnen ook zij emoties vertonen zonder dat we ze moeten vermenselijken. Als er toch een link tussen hun en onze emoties moet worden gelegd, is het beter te stellen dat wij, net als zij, sterke emoties kunnen hebben. Wij zijn een emotioneel dier onder de emotionele dieren.
Altruïsme in de dierenwereld is een hot topic waar intens over gedebatteerd wordt.
Ratten voelen onze stress
In Proceedings of the National Academy of Sciences verscheen een intrigerende studie die aantoonde dat ratten stress bij mensen kunnen aanvoelen en er zelf gestrest door kunnen raken. Daarbij worden dezelfde zones in hun hersenen geactiveerd als die waarmee ze de stress van andere ratten opvangen. Hun hersenen maken dus geen onderscheid tussen hun eigen stress en die van mensen.
Eerder was al aangetoond dat honden sterker reageren op mensenstemmen die emotionele zinnen uitspreken dan op stemmen die iets neutraals debiteren. Geiten maken na enige tijd probleemloos het onderscheid tussen boze en blije mensengezichten.
Wij vangen dus elkaars emoties op. Maar onder mensen is er veel verschil in de bereidheid om ermee om te gaan, en om ze bij andere dieren te aanvaarden. Sommige mensen zijn extra gevoelig voor de emoties van andere dieren (en andere mensen), terwijl andere, onder meer in de veeteeltwereld, er ongevoelig voor zijn of op z’n minst proberen om er zo ongevoelig mogelijk voor te zijn. Net zoals mensen in een oorlog de vijand demoniseren om hem makkelijker te lijf te kunnen gaan, kunnen mensen die dieren instrumentaliseren voor eigen gebruik het zich makkelijker maken door te doen alsof hun slachtoffers geen gevoelens hebben.
Hoopvol en trots
Het onderzoek naar de emoties van dieren werd recent bijgestuurd. Tot voor kort spitste het zich vooral toe op de vraag in welke mate dieren pijn en angst kunnen voelen. De inzet was dan hun leed zo veel mogelijk beperken. Maar nu gaat er ook meer aandacht naar de vraag of dieren gelukkig kunnen zijn, en hoopvol of trots. Dat is een wereld van verschil.
Het inzicht groeit dat ook in de dierenwereld, en zeker in de boerderijdierenwereld, mentaal welzijn minstens even belangrijk is als fysiek welzijn. Zelfs als een dier goed behandeld wordt (de veetelerswereld heeft daar vooral aandacht voor omdat dieren onder stress minder melk en minder smakelijk vlees leveren) kan het toch ongelukkig zijn, onder meer omdat het zich verveelt. Verveling bestrijden blijkt belangrijk om het welzijn van dieren in gevangenschap te bevorderen – niet alleen in stallen trouwens, ook in dierentuinen. Diervriendelijke gedragsexperimenten uitvoeren kan helpen om verveling te verdrijven.
Varkens hebben een verrassend gesofisticeerd communicatiesysteem.
De vraag is natuurlijk hoe je kunt nagaan of een dier zich goed voelt. Dat dieren pijn hebben of bang zijn, kun je dikwijls relatief goed zien. Maar of ze zich tevreden voelen met hun bestaan is minder makkelijk te evalueren. Toch wordt eraan gewerkt.
In Scientific Reports verscheen een uitgebreide analyse van de geluiden die varkens in gevangenschap maken – de dieren hebben een verrassend gesofisticeerd communicatiesysteem. Met een algoritme konden wetenschappers geluiden met een accuraatheid van 92 procent evalueren als signalen van een goed of een slecht gevoel. De techniek wordt nu uitgebouwd tot iets wat in varkensstallen kan worden gebruikt om automatisch te bepalen of dieren zich goed voelen.
Optimistische koeien
Ander onderzoek spitst zich toe op de vraag of er in de dierenwereld optimisten en pessimisten zijn. Dieren voor wie het glas halfvol of halfleeg is. Het is al een tijdje duidelijk dat in dierenpopulaties persoonlijkheden spelen. Er zijn grote individuele verschillen in gedrag, waarbij sommige exemplaren bijvoorbeeld durvende ontdekkers zijn, terwijl andere op routine drijven en geen risico nemen. Een populatie profiteert van een gezonde mix van beide types. Het is spreekt vanzelf dat er gradaties zijn tussen de uitersten, en dat voor tal van persoonlijkheidskenmerken. De grote variatie qua persoonlijkheid onder mensen zal ook bij andere dieren terug te vinden zijn.
Koeien leerden het dierenequivalent van ‘op het potje gaan’.
In Frontiers in Veterinary Science verschenen voorlopige resultaten van experimenten met koeien. Die moeten nagaan of er een verschil in welbevinden is, afhankelijk van hun optimisme of pessimisme. Makkelijk is het niet, want het is omslachtig om koeien zo te trainen dat je uit hun gedrag conclusies over hun gevoelens kunt afleiden.
In Current Biology verscheen een wat grappige studie die aantoonde dat je koeien het equivalent kunt leren van een kleuter die op een potje moet. Je kunt ze leren dat ze, als ze moeten urineren, naar een niet zo dichtbij gelegen specifieke plek moeten gaan. Dat impliceert dat ze een vorm van begrip hebben van wat er in hun lichaam gebeurt en er rekening mee houden. Het duurde gemiddeld beduidend minder lang om een koe zo te trainen dan een kleuter.
Vriendschap tussen koeien
In Science meldden wetenschappers dat ze ontdekt hebben dat koeien speciale vriendschappen met welbepaalde individuen cultiveren, en een hekel hebben aan andere. Het inzicht moet nog worden uitgediept, maar het impliceert dat er extra aandacht moet gaan naar de plaats die je koeien in de stal geeft, of beter nog: welke dieren je met elkaar op een weide zet.
Rekening houden met vriendschappen tussen boerderijdieren zou een effect kunnen hebben op hun succes als producenten voor de vlees- en melkmarkt, ervan uitgaand dat gelukkige dieren meer melk en beter vlees zouden afleveren.
‘Als we niet weten hoe dieren denken, kunnen we nooit helemaal bevatten wat ze nodig hebben om zich goed te voelen’, zei een wetenschapper die zijn loopbaan als veehouder begon, in Science. ‘En als we niet weten wat ze nodig hebben, kunnen we niet de juiste maatregelen nemen om hun leefwereld zo aangenaam mogelijk te maken.’
Het is niet verwonderlijk dat de meerderheid van de veehouders niet mee is met het recente denken over dieren die zich goed moeten voelen of, nog een stap verder, die het recht hebben om in zo goed mogelijke omstandigheden te worden grootgebracht. Maar een groeiend deel van de samenleving aanvaardt niet meer dat dierenleed vermijden volstaat als maatregel om dieren ‘zo diervriendelijk mogelijk’ in gevangenschap te houden.
De vraag naar aandacht voor een goed gevoel van dieren wordt dwingender. De Europese Commissie lanceerde in 2022 het project Lifting Farm Animal Lives (LIFT), waarin gezocht wordt naar manieren om het welzijn van dieren in de veesector te stimuleren – het loopt tot eind 2026. Dieren moeten zich ook in gevangenschap goed kunnen voelen.
Ook in de wereld van de boerderijdieren kan mentaal welzijn belangrijker zijn voor een goed gevoel dan fysiek welzijn.
De nieuwe inzichten zullen uiteraard gevolgen hebben voor de manier waarop dieren gehouden worden, zeker in de industriële veehouderij met haar megastallen. ‘Het valt moeilijk voor te stellen dat de inzichten zullen leiden tot betekenisvolle verbeteringen van het mentale welzijn van dieren, als er niet tegelijk gewerkt wordt aan de afbouw van de industriële veeteelt’, stelt een wetenschapper in New Scientist. ‘Boerderijen moeten kleiner worden, met meer plaats voor minder dieren, en met meer mogelijkheden om natuurlijk gedrag te vertonen.’
Het klinkt vandaag onrealistisch, maar de hoop bestaat dat het besef dat dieren niet zomaar een homp levend vlees zijn maar individuen met verwachtingen en gevoelens de shift naar een diervriendelijker landbouw versnelt. Dieren verdienen meer respect dan ze nu doorgaans krijgen.